Dit zijn de beste 10 voorstellingen van 2021
Van hartverscheurende theaterstukken tot comedians die cultuurhuizen bijna doen bezwijken onder het aantal lachsalvo’s: ondanks coronagerelateerde moeilijkheden kregen we dit jaar toch heel wat mooie voorstellingen te zien.
Surfend op de eerste, tweede, derde en vierde besmettingsgolf tijdens de pandemie bleven de theaterlieden stoeien met schapen, zingen in walvisbuiken, dansen op straat, Shakespeare van de verdrinkingsdood in een peuterplonsbad redden en hemels zingen tot de goden hen éindelijk horen en de wereld bevrijden van alle ellende. Bevrijd zijn we (nog) niet maar verwend door veel straf én heerlijk geestig theater, dans, circus en opera werden we wél.
The Sheep Song – FC Bergman / Toneelhuis: Just perfect
Wat deden theaterzielen Stef Aerts, Joé Agemans, Matteo Simoni, Jonas Vermeulen, Marie Vinck en Thomas Verstraeten tijdens de lockdowns? Veel. Eerst beslopen en bespioneerden ze schapen. Véél schapen. Zowel schapen in de weide als Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck. Vervolgens beslopen ze de perfectie tijdens het repeteren aan The Sheep Song, een wonderschoon ding waarin zwijgende acteurs – gedragen door de banjotonen van Frederik Leroux – het hartverscheurende verhaal spelen van een schaap dat graag mens wil zijn. Het resultaat? Quasi perfect theater.
Moby Dick, At Least Queepueg speaks – LOD Muziektheater: zot goed bewerkte klassieker
Een vlammende soundscape die zo goed is dat het bijna een misdaad is dat de muziek nog steeds niet op een plaat geperst is. Een mezzosopraan die zo indrukwekkend goed zingt en speelt dat het haast een misdaad is dat het stuk amper anderhalf uur duurt. Een Josse De Pauw zo geweldig en zo tandeloos over de scène zwalpt dat het bijna misdadig is dat hij soms wél met tanden in de mond speelt. Tot zulke zotte gedachten leidt Gorges Ocloo zot goede bewerking van Herman Melvilles klassieker Moby Dick. Deze versie is swingend en schopt je een geweten over machtswellust, de dominantie en minachting van de witte mens jegens alles wat hij niet begrijpt…
Vaderlandloos – Arsenaal / Lazarus / KVS: ontwapenend eerlijk
Junior Mthombeni leefde als jonkie aan een snelheid waar zelfs F1-piloten van zouden opkijken. Zijn ouders baatten Café Jambo uit en boden hun kinderen eerder een bewogen dan een kabbelende jeugd. De jong Mthombeni zette die traditie verder en leefde een bewogen leven zonder grenzen. Tot de liefde voor muziek en theater te groot werden. Sindsdien snuift hij enkel nog de geur van theaterzalen op die hij in deze solo – evengoed gespeeld aan een ritme waar F1-piloten respct voor opbrengen – omtovert in een broeiierige concertzaal waarin hij in een toverachtig kleidecor en omringd door potige muzikanten zijn levensverhaal, en bij uitbreiding het levensverhaal van elke vaderlandloze, vertelt, zingt en danst. Je zingt en danst inwendig zachtjes mee.
The Time of Our Singing – De Munt: The Most Jazzy Opera Of The Year
Een resem ernstige gezondheidsproblemen en zelfs een pandemie konden niet verhinderen dat componist en jazzpianist Kris Defoort Richard Powers’ roman The Time of Our Singing (2003) – een prachtige, Amerikaanse roman over een ‘mixed‘ gezin met een Joodse vader en een zwarte moeder – omtovert tot een majestueuze, jazzy opera. De regie is wat vlakjes maar dat kan de pret niet drukken want het verhaal, de rijke compositie, de superbe uitvoering door het Kamerorkest van De Munt plus een jazzensemble onder de wervelende leiding van dirigent Kwamé Ryan maken van deze opera een hartroerende belevenis en bovenal een traktatie voor opera- én jazzliefhebbers. Een traktatie met een wereld verbeterende missie.
Achteraf niet komen huilen – Robrecht Vanden Thoren: Een grandioos cabaretcadeau
Net in een donkere pandemietijd is het belangrijk dat cabaretiers het leven letterlijk en figuurlijk licht houden met goede grappen. Robrecht Vanden Thoren slaagt daar tijdens zijn tweede solo met verve in. Achteraf niet komen huilen blijkt een voorstelling die zich simpelweg als een grandioos cadeau laat beleven. Goed geschreven, goed gespeeld. Het is een rakend, persoonlijk verhaal en tegelijkertijd een even scherp als grappig portret van onze jachtige, op uiterlijk gefocuste en met tolerantie worstelende samenleving. En wees gerust, dit leest veel ernstiger dan de vrolijke flair waarmee Vanden Thoren het brengt.
Retro – Han Solo: Anderhalf uur schaterlachen
Even werd gevreesd dat het gloednieuwe Cultuurhuis Merelbeke zou bezwijken onze het absurde aantal lachsalvo’s dat Han Coucke als het typetje Han Solo door de zaal deed rollen tijdens zijn show Retro. Hij zette de puntjes netjes op de i: comedy is anderhalf uur gieren van lachen zonder de wereld en haar ellende te vergeten noch te banaliseren. Daar slaagd hij, na een wat lauwe start waarin hij materiaal uit zijn show Mobilhome 2.0 verwerkte, feilloos in. Want na En na dat coronahoofdstuk zet hij een succulente show neer waarin hij met handen en voeten plus negentien maanden opgespaarde energie bewijst hoe essentieel stand-upcomedy is.
Birds – Ultima Vez: Toeschouwers als sterren op de dansvloer
Dansen en feesten is voorlopig terug / nog verboden maar dansen op een podium kan gelukkig wel. Toch was de alleropmerkelijkste dansvoorstelling van het seizoen precies een voorstelling die niet op een podium maar gewoon op een stadspleintje danste. Met alle toeschouwers. Het leverde een onverwachts feest op. Birds ontroert omdat deze productie – die elke avond anders is, dankzij het publiek – net het omgekeerde doet van de meeste dansvoorstellingen: het maakt niet de dansers maar de toeschouwers tot sterren op de dansvloer. En het maakt van elk pleintje een podium waarop kan geoefend worden in zwierig samenleven.
Vechtstuk – Hof van Eede: kibbelen op sterrenniveau
Samen met Wannes Gyselinck componeerde Ans Van den Eede een tekst waarvan de zinnen even uitgebeend zijn als de teksten van Gerardjan Rijnders, de Nederlandse koning van de minimalistische theaterdialoog. Qua inhoud lijkt de tekst à la Anton Tsjechov te flirten met existentiële stilstand van een koppel, gespeeld door Van den Eede en Greg Timmermans. Maar het overweldigend mooie einde zet Tsjechov een hak en geeft de liefde én de samenleving nog een kans: een kans om niet alles in kasten te stoppen, om tijd te nemen voor een goed gesprek met elkaar. Ook al zijn Hearts A Mess. Gotye’s song krijgt het laatste woord en geeft dit vermakelijke, confronterende Vechtstuk een ontroerend en schaamteloos happy end…
Sono Io? – Circus Ronaldo: Acrobatisch vader-zoonstuk
De met de jaren voorzichtiger geworden vader kijkt soms zorgelijk naar de acrobatentoeren van zijn avontuurlijke zoon. De zoon kijkt soms zorgelijk naar zijn fragieler wordende vader. In die blikken dobbert ontroering, in de manier waarop de twee elkaar helpen, floreren geweldig grappige, verrassende scènes. Scènes waarin het duo al stoeiend met gloeilampen, touwen, pantoffels en de balken die de circustent stutten je soms doet schateren en soms de adem doet inhouden.
Ten Oorlog Il – Camping Sunset: Een bende koppigaards die
Camping Sunset bestaat uit een bende toneelspelende koppigaards met branie, talent, lef en zoveel doorzettingsvermogen dat we het haast jammer vinden dat ze voor een theatercarrière en niet voor een carrière als milieuwetenschappers gaan. Gelukkig maak je ook ’t een en ’t ander mee als publiek van hun voorstellingen die ze op twee weken tijd in mekaar rammen en dan laten groeien onder de ogen van het publiek. In dit geval: het driedelige monsterstuk Ten Oorlog, naar Tom Lanoye en diens bewerking van Shakespeares koningstragedies, waarvan vooral het tweede deel – in een peuterplonsbad in Oostende – imponeerde op elk vlak: in het dollen met locaties en live muziek, het zich toe-eigenen van de personages, verhalen en taal van een repertoiretekst zonder er een knieval voor te maken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier