De Balans: dit zijn de beste boeken van 2021 tot nu toe

V.l.n.r.: Drie mannen en een stoel, Gehuwde rotsen, Exit © GF

Met de helft van het culturele jaar achter de kiezen, maakt Knack Focus de voorlopige balans op. Vandaag: de beste boeken van 2021 tot nu toe.

10. Exit (Belinda Bauer)

Felix Pink leidt een ogenschijnlijk saai bestaan. Althans, zo lijkt het toch. De weduwnaar werkt in het geheim voor een organisatie die terminaal zieke mensen gezelschap houdt wanneer ze een einde aan hun leven willen maken. Omdat in het Verenigd Koninkrijk euthanasie verboden is, hebben mensen met een stervenswens maar één optie: zichzelf doden. Op een dag loopt het goed fout: iemand heeft Felix, en een terminaal zieke patiënt die toch geen terminaal zieke patiënt blijkt te zijn, erin geluisd. Felix is bang om als moordenaar te worden gezien en slaat op de vlucht. Fans van vernuftige plots zullen niet teleurgesteld worden in deze diepmenselijke thriller van Belinda Bauer.

9. De stilte (Don DeLillo)

In de nieuwe beklemmende roman van Don DeLillo gooit een mysterieuze stroompanne roet in het etentje dat Diane en Max in Manhattan organiseren op de dag van de Super Bowl. Het jaar is 2022 maar het had evengoed 2020 kunnen zijn – hoewel DeLillo De stilte afwerkte voor de covid-uitbraak, lijkt zijn shutdown verdacht veel op onze lockdown. Voor dergelijk kunstenaarschap is het woord ‘visionair’ uitgevonden.

8. Dode meisjes (Selva Almada)

In het Argentijnse dorp San José is een tiener in haar slaap vermoord. Almada, een vrouw uit een naburig dorp, trekt jaren later op onderzoek uit. Want Andrea is niet het enige vermoorde meisje in Argentinië, niet het enige slachtoffer van een geweldgolf. In haar snoeiharde journalistieke debuut schuwt de Argentijnse schrijfster Selva Almada de gruwel niet. Dode meisjes leest als een broodnodige aanklacht, en een schrijnend requiem voor al die verloren meisjesdromen.

7. We zijn met vijf (Matthias Faldbakken)

Een klomp klei en een paar gram speed: meer heeft Matias Faldbakken niet nodig om een moderne horrorklassieker uit zijn pen te knallen. Na een turbulente jeugd leidt Tormod het perfecte leven in suburbia. Om te ontsnappen aan de alledaagse sleur, trekt hij zich steeds vaker terug in zijn atelier, waar hij met een ‘intelligente klei’ experimenteert, een soort plasticine die zelfstandig allerlei vormen kan aannemen en zich met wifisignalen voedt. Alleen: het kneedsel begint zich wel héél dwars te gedragen.

6. Vuurtorenberichten (Jazmina Berrera)

Mexicaanse schrijfster Jazmina Barrera droomt ervan om de trotse eigenaar van een vuurtoren worden. Dat is haast onmogelijk: de meeste vuurtorens zijn in het bezit van nationale overheden en wie er toch één verwerft, moet vuurtorenwachter worden. En dan kan je niet zomaar even het licht doven om op vakantie te gaan. In haar essaybundel Vuurtorenberichten bezoekt Barrera zes vuurtorens. Zes bakens die telkens als houvast dienen voor haar diepzinnige analyses over de verhouding tussen zee en toren, tussen water en steen, duisternis en licht. Pas op het einde lost ze meer emotie en begrijp je plots waarom ze net door vuurtorens zo geobsedeerd is – wie verliefd is op een reddingsboei, zwalpt op een zee van verdriet. Vuurtorenberichten behoort nu al tot de klassiekers.

5. Gehuwde rotsen (Jan Lauwereyns)

Jan Lauwereyns is een man van wetenschappelijke en literaire experimenten. In Gehuwde rotsen graaft hij, op zoek naar de betekenis van de zelfmoord van zijn moeder, in het verleden van zijn familie en gaat hij een discussie aan met andere schrijvers. Gehuwde rotsen is geen easy read. Het boek bevat foto’s, oudere gedichten en een lange stream of consciousness die deels in het Antwerps en zonder hoofdletters of punten een zo getrouw mogelijke weergave wil zijn van ons verwarde, maar tezelfdertijd ook voldoening schenkende denken.

4. Stemvorken (A.F.Th van der Heijden)

In zijn nieuwe roman brengt A.F.Th. van der Heijden zijn twee grote romancycli, De tandeloze tijd en Homo Duplex, voor het eerst bij elkaar. Met succes. Hij slaagt erin hoofdpersonage Zwanet en Corinne, een goede vriendin van Zwanets man, honderden bladzijden lang te laten vrijen zonder in herhaling te vallen. Zo verbindt hij beide cycli: de liefde tussen de vrouwen staat immers niet los van het verhaal over een kattenvrouw die Zwanet tijdens haar werkuren tegenkomt – ze is interim-chef van de afdeling Ongediertebestrijding van de Amsterdamse Gezondheidsdienst. Stemvorken is een gewaagd experiment, gelukkig dartelt bijna-zeventiger van der Heijden nog steeds door de taal als een veulen door de wei.

3. Tropismen (Nathalie Sarraute)

In een nieuwe frisse vertaling bruist Tropismen, de iconische nouveau roman van Nathalie Sarraute, als nooit tevoren. Sarraute wordt tegenwoordig als grondlegster van de nouveau roman beschouwd. Toch is haar experimenteel debuut geen literair laboratoriumexperiment, maar een oprechte benadering van wat ze de ‘ondefinieerbare roerselen aan de rand van ons bewustzijn’ noemt. Tropismen lijkt op een losse verzameling poëtische scènes waarbij je zelden kunt achterhalen wie nu precies aan het woord is – soms wisselt het vertelperspectief haast onopgemerkt in één alinea. Een raadselachtige maar uitdagende parel.

2. Grensgebieden (Gerald Murnane)

Een man verhuist van een grote stad naar een afgelegen dorp. Hij maakt er dagelijks een wandeling, waarbij hij mateloos gefascineerd raakt door dat ene raampje, eentje in melkglas ingemetseld in een protestant kerkje. Elke dag werpt hij stiekem – staren, zelfs naar een raampje, is onbeleefd – een blik op het glas en daarbij raakt hij verstrikt in de nevelen van zijn verleden. Het vergt bakken talent om de mijmeringen van Grensgebieden boeiend te houden, en talent heeft Gerald Murnane in overvloed. De Australische auteur schept grootse literatuur door eindeloos scherp te stellen op kleine gedachten.

1. Drie mannen en een stoel (Christian Oster)

Marie wil haar stoel terug. Twee jaar na hun relatiebreuk belt ze haar ex Serge op, die, blij verrast door haar telefoontje, pardoes moet gaan zitten. Op de stoel in kwestie. Serge heeft na al die tijd nog steeds een boontje voor haar en gaat dan ook gretig op haar aanbod in om langs te komen op Corsica om het meubel te brengen – de tweedaagse rit vanuit Parijs neemt hij er graag bij. Voor Serge het goed en wel beseft, zit hij in de auto met zijn tennisvriend Marc en de voormalige koorddanser Kontcharski over de liefde te keuvelen, met, vastgesjord op de achterbank, de bewuste stoel. Franse auteur Christian Oster laat Drie mannen en een stoel vonken als een vuurkorf op een lauwe zomeravond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content