Woensdag 24.04, VRT Canvas, 21u20 (volledige reeks op VRT Max)
De archiefbeelden in ‘Hier en toen’ tonen de moed van vrouwen en meisjes tijdens de Tweede Wereldoorlog
Programma - Hier en Toen
Wanneer en waar uitgezonden - Woensdag 24.04, VRT Canvas, 21u20 (volledige reeks op VRT Max)
Of hij nog een tip heeft voor collega’s die neergeschoten worden boven vijandelijk gebied? Ivan Davies, voormalig piloot van de Royal Australian Air Force, denkt even na. ‘Zorg ervoor dat je eerste contact een vrouw is’, antwoordt hij resoluut. Hun inlevingsvermogen is groter, maar vooral, benadrukt hij, ze zijn zo veel moediger.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog dacht een deel van het verzet daar anders over. Men vreesde dat vrouwen te kwetsbaar waren om veel te betekenen. Het is een van de redenen waarom de Brugse verpleegster Andrée – Dédée – De Jongh in 1941 de Comètelijn organiseerde, een ontsnappingsroute voor neergeschoten geallieerde piloten. In totaal zouden ze 800 mannen naar Engeland repatriëren. Davies was een van hen.
In 1983 werd De Jongh – ze was toen 66 – door de openbare omroep geïnterviewd, samen met medestanders en voormalige piloten. Veertig jaar bleven de opnames onbekeken. Tot nu. Voor Hier en toen besloot de VRT in eigen archief te duiken en de overblijfselen van bewaard historisch materiaal op te rakelen.
Terwijl de getuigen in de archiefbeelden vertellen, zie je in het hier en nu familieleden of experts in plastic bewaardozen grabbelen om er foto’s, brieven, telegrams of postkaarten uit te halen. De nakomelingen van boer De Voegt uit Boechout, die Jack Newton een nacht in huis nam, wandelen dan weer langs een veld en beelden met wapperende armen uit waar de neergehaalde piloot zich precies verstopt had.
Op 5 augustus 1941 werd die Jack Newton neergeschoten boven de luchthaven van Deurne. Zijn zoon en dochter lezen het telegram voor die hun moeder toen ontving. Haar ‘husband was missing’. Zes maanden later zou hij weer thuis zijn, dankzij de ontsnappingskunsten van De Jongh en haar netwerk van moedige vrouwen en meisjes.
Of ze het opnieuw zou doen, wil de interviewer weten. Ze kijkt hem niet-begrijpend aan. ‘Het is wie ik ben.’
‘Ze spraken geen Frans, die arme idioten’, vertelt Andrée Dumon, ‘Nadine’ in het verzet, ondertussen 101 en het laatste nog levende lid van Comète. Zij begeleidde de piloten op de trein van Brussel naar Parijs en moest er vooral voor zorgen dat ze zichzelf niet verraadden door te praten. Meestal adviseerde ze hen om luidruchtig te eten of te doen alsof ze doofstom waren. ‘Dat zal onze vader niet leuk gevonden hebben’, mijmeren de kinderen van Newton.
Op 11 augustus 1942 werd Nadine in haar huis opgepakt. ‘Handen omhoog’, werd haar bevolen, maar dat weigerde ze. ‘Misschien zouden ze me in de benen schieten, maar ze wilden me niet doden, want ze hadden informatie nodig.’ Informatie die ze niet loste. De rest van de oorlog bracht ze met haar vader in een concentratiekamp door. Welk dat was, wordt niet vermeld, net zomin als de ellende die zij doorstond om uiteindelijk weer thuis te raken. Of ze het opnieuw zou doen, wil de interviewer weten. Ze kijkt hem niet-begrijpend aan. Het antwoord is voor haar te vanzelfsprekend. ‘Het is wie ik ben.’
22 keer stak Andrée De Jongh de Pyreneeën over, te voet, op espadrilles om zo geruisloos mogelijk te lopen. Ronald Emeny werd in 1944 als laatste gered. Veel vertelde hij er nooit over. Om te ervaren wat hun vader meemaakte, proberen zijn kinderen en een kleindochter zo nauwgezet mogelijk het pad door de bergen te volgen. In tegenstelling tot de verzetsvrouwen van Comète doen ze het overdag, met stapschoenen en voldoende bagage om comfortabel te slapen.
De Jongh maakte die laatste overtocht niet meer mee. Zij werd een jaar eerder opgepakt en naar een concentratiekamp gebracht. Het netwerk werkte ook zonder haar gewoon door. Boven op de berg, met zicht op de grens tussen Spanje en Frankrijk, voelt de familie Emeny maar één ding: diepe dankbaarheid voor de onbekende mensen die hun vader en grootvader hielpen overleven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier