Soms was Constant Permeke bijna Picasso
Het onlangs heropende Permekemuseum laat zien dat Constant Permeke meer was dan een somberende plattelandsschilder.
Het eerste wat opvalt wanneer je het woonhuis van Constant Permeke aan de Gistelsteenweg in Jabbeke betreedt, is het licht. Zelfs op een natte, grijze en koude voorjaarsdag stroomt het rijkelijk binnen door de grote glaspartijen van de modernistische villa. Dat donkerte onlosmakelijk verbonden lijkt met de kunstenaar die als twintiger samen met Léon Spilliaert en James Ensor ‘de heilige drievuldigheid van de Oostendse schilderkunst’ werd genoemd, is het eerste cliché dat ontkracht wordt in het na drie jaar renovatiewerken heropende Permekemuseum. Er zullen er nog volgen.
Uit de bezoekersbrochures en het nieuwe aan Permeke gewijde kunstboek van uitgeverij Hannibal Books leer je bijvoorbeeld dat de zogenaamde peetvader van het Vlaamse expressionisme niet zo heel erg Vlaams was. Én dat hij eigenlijk ook geen echte expressionist was. Eigenzinnig is een juister woord om de vooruitstrevende kunstenaar mee te omschrijven. Ook daarvan is het museumgebouw zelf een uitstekend voorbeeld. Vandaag is de Gistelsteenweg een oer-Vlaams gegeven. Een typische N-weg waarop je voordat je bij het huis van Permeke komt eerst passeert langs een Okay-supermarkt, een vestiging van Torfs en een resem privéwoningen die stuk voor stuk lijken te solliciteren naar een plekje op de blog Ugly Belgian Houses. Maar toen de toen al gevierde schilder er in 1928 het woonhuis De Vier Winden liet bouwen, was het een nog erg landelijke plek vol boerderijen. Tussen die traditionele gebouwen, in dat Vlaanderen van ‘doe maar gewoon, da’s al zot genoeg’, liet de kunstenaar een gigantische modernistische kubus bouwen. Een huis met internationale uitstraling voor een man met een on-Vlaamse artistieke ambitie.
De zogenaamde peetvader van het Vlaamse expressionisme was niet zo heel erg Vlaams. En eigenlijk ook geen echte expressionist.
Permeke bleek niet alleen iets te eigenzinnig om voor een ‘gewone Vlaming’ te kunnen doorgaan. Ook de jas van expressionist zat de schilder, beeldhouwer en tekenaar niet helemaal als gegoten. Volgens curator Inne Gheeraert werd de term destijds gebruikt als een weinig precieze verzamelnaam voor ‘allerlei vormen van vernieuwende kunst.’ Het concept ‘Vlaams expressionisme’ was volgens haar ook eerder een marketingterm die toeliet om Belgische kunstenaars zoals Permeke en zijn vakbroeders Gust De Smet en Frits Van den Berghe ‘beter te kunnen positioneren op de kunstmarkt’. Permeke voelde zich een buitenbeentje zonder ‘behoefte om tot een stijlrichting te behoren. De associatie met de Vlaamse identiteit en de regionale cultuur ondermijnde bovendien zijn internationale ambities’.
Ze zijn er wel, daar in Jabbeke, de even zwaarbeladen als zwaarbewolkte zeezichten en de figuren met hun fors uit de Vlaamse kluiten gewassen ledematen waar we Permeke doorgaans mee associëren. In het hartverscheurend mooie werk Leonie zie je enerzijds een voorbeeld van het soort eenvoudige mensen dat Permeke inspireerde, en anderzijds hoe het onderwerp ondergeschikt bleef aan compositie, experiment en techniek. De melancholie die het schilderij uitstraalt, zit meer in de lichaamshouding van de afgebeelde vrouw dan in haar expressie. Het aards getinte werk is misschien wel geworteld in een Vlaamse schildertraditie, het heeft meer gemeen met een portret van Picasso dan met Bruegels Boerenbruiloft.
Het beeld van Constant Permeke dat in het vernieuwde Permekemuseum doelbewust naar voren wordt gebracht, is er een van een progressieve moderne kunstenaar die meer was dan ‘de schilder van boeren en vissers in donkere, sombere kleuren’. Dat lijkt volkomen terecht. Als het werk van Permeke vandaag nog steeds relevant is, is dat omdat de kunstschilder het etiket van ‘Vlaamse expressionist’ op veel manieren oversteeg.
Permekemuseum
Gesloten op dinsdag. Alle info: permekemuseum.be
Constant Permeke
Uit bij Hannibal Books.
Constant Permeke
Geboren op 31 juli 1886 in Antwerpen.
Wordt in 1914 ingelijfd als soldaat in het Belgische leger en raakt zwaargewond.
Doet in 1927 samen met onder meer James Ensor, Frits Van den Berghe en René Magritte mee aan een baanbrekende tentoonstelling over Belgische modernistische kunst in Grenoble.
Verhuist in 1929 naar het later als museum herbestemde landhuis De Vier Winden in Jabbeke.
Exposeert in de jaren twintig en dertig in heel Europa, maar krijgt in 1941 een schilderverbod opgelegd omdat de Duitse bezetter zijn kunst als ‘ontaard’ beschouwt.
Overlijdt op 4 januari 1952 in Oostende en wordt onder grote publieke belangstelling begraven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier