Regisseur Stef Lernous las Franz Kafka’s Het proces, zwierde het boek op de brandstapel, verbrandde het, smeerde de resteerde as uit over de speelvloer, liet dan een meute spelers-in-witte-kleren (liefhebbers én professionelen) aanrukken, beval hen om zich in de as te rollen en absurde situaties te bedenken. Zo ongeveer moet het creatieproces van dit maffe stuk gegaan zijn.
The Play = Het proces
Gezelschap = Abattoir Fermé
In een zin = U beleeft een theatrale orgie wortelend in Kafka’s Het proces. Het enige jammere is dat alle focus op het beeld ligt en de woorden vooral benzine lijken om de stroom beelden aan te stuwen. Lernous’ pen bezit niet de veerkracht die zijn beelden bezitten en al helemaal niet de sobere scherpte die Kafka’s pen typeert.
Hoogtepunt = De French kiss-scène van David Dermez en Tania Van der Sanden, waarbij Van der Sanden zich zowat vastzuigt aan de lippen van Dermez, zich kreunend een weg naar beneden lebbert om dan, geheel voldaan, in zwijm te vallen…
Meer info: www.abattoirferme.be
Stef Lernous’ Het proces – in januari ingezet door bruine enveloppen naar tienduizend Mechelaars te versturen – laat zich beleven als een guilty pleasure. Want eigenlijk is het zo dat, we halen onze plechtige woorden even van stal, een doorwrochte analyse van Kafka’s in 1925 gepubliceerde meesterwerk moet leiden tot een theaterstuk dat een dramaturgisch hoogstandje en een maatschappijkritisch pamflet is. Voilà, we kunnen de dure woorden terug op stal zetten. Want niets van dat alles in de versie van Abattoir Fermé.
De deugnieten van dit Mechelse collectief spitten het oeuvre van Kafka minutieus uit en bleven haken aan het woordje ‘absurd’. Dat woord liet hun fantasie op hol slaan. Het gevolg? Beeld u een zwart-witte tegelvloer in. De glans is vervangen door zwarte roetvegen en een plakkerig patina. Centraal op die vloer: een krakkemikkig smeedijzeren bed. Op dat bed: een dunne matras die zo versleten is dat er zelfs geen huisstofmijten meer in willen wonen. Op die matras (of wat ervan rest) smoezelige lakens. Onder die lakens: acteur David Dermez alias Mijnheer Jozef K. De brave man is een modelhuurder en wordt dus heel graag gezien en in de watten gelegd door zijn huisbazin en kokkin.
Die kokkin wordt vertolkt door een waarlijk briljante Tania Van der Sanden. En zij is niet de enige die vol flair en onstuimigheid een prachtvertolking neerzet. Ook Bob De Moor – hier in de rol van advocaat én jonge actrice – zagen we zelden zo ravissant over een scène schuifelen ende draven. En de vaste cast van Abattoir Fermé (Tine Van den Wyngaert, Chiel Van Berkel en Kirsten Pieters) toont zich evengoed van de beste karikaturale kant. Dat Lernous een begeesterend acteursregisseur is blijkt echter vooral uit de manier waarop hij de jonge actrices én de liefhebbers regisseert. Elke acteur – er host een dertienkoppige bende over de scène – staat overtuigend én geestig op de tegelvloer.
Op die vloer is het een komen en gaan van dolgedraaide personages. Lernous’ Het proces lijkt bij momenten een wrange deurenkomedie. Verdwijnt het ene uit een of andere horrorfilm weggeholde scharminkel door de ene deur, dan opent een ander vreemd wezen de andere deur. De resem absurde arrestaties en zittingen waardoorheen Mijnheer K. zichzelf moet slepen (of beter: zichzelf gesleept ziet) leveren scènes op die we tot de meest geschifte én vinnige scènes van dit jaar mogen rekenen: hoe Tania Van der Sanden zich vastzuigt aan de lippen van Dermez, hoe de lange Gert Jochems als een duivel uit een doosje telkens een deel van het publiek (dat langs weerszijden van de tegelvloer zit als een soort volksjury) de stuipen op het lijf jaagt, hoe Bob De Moor van stervende advocaat switcht naar ‘sexy’ actrice, hoe … Enfin, dit stuk – inclusief satirische kameropera… – is een zak snoepgoed voor de toneelliefhebber.
Het laatste snoepje is evenwel een zuurtje, dankzij een imposant decorstuk dat we hier niet verklappen. Dat decorstuk verbeeldt hoe mensen die platgewalst worden door een bureaucratische mallemolen zich moeten voelen.
‘En reflecteert Lernous over die bureaucratische mallemolen anno 2017?’, vraagt u zich beleefd en terecht af. Amper. Lernous uit zich hier, net als inColossus waarin hij ook een theaterhit maakte met een monstercast, als een theatermaker die plezier wil maken en geen sociologische of politieke analyses wil opvoeren. De overjaarse leerplannen staan in kartonnen dozen aan de ingang van de speelzaal – door het imposante decor speelt Het Proces enkel in kunstencentrum KC Nona – en er dwarrelen wat alternatieve feiten rond maar de knipogen naar de bureaucratische absurditeiten zijn vooral moddervet. U krijgt hier geen kritische noch samenvattende of actualiserende lezing van Kafka’s Het proces. U beleeft een theatrale orgie wortelend in het boek. En zulk een sensuele, speelse theaterbeleving is exact wat iemand die het slachtoffer wordt van allerhande absurditeiten nodig heeft. Even ontspannen, in het theater. Het enige jammere is dat alle woorden vooral benzine lijken om de stroom beelden aan te stuwen. Lernous’ pen bezit niet de veerkracht die zijn beelden bezitten. Dat is een werkpunt maar laat dat het feestje allerminst drukken. De voorstellingenreeks is uitverkocht, aan u om zich op kafkaiaanse wijze binnen te bluffen.
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier