In ‘Noch engel, nog beest’ toont Hanna Vandenbussche de hedendaagse relevantie van Blaise Pascal aan

4 / 5
© Getty

Hanna Vandenbussche, Houtekiet

Noch engel, noch beest

200 blz, 22,00 euro

4 / 5

Vierhonderd jaar geleden werd Blaise Pascal geboren. Heeft zo’n oude filosoof ons vandaag nog iets te zeggen? Ja, toont Hanna Vandenbussche, veel meer dan je denkt.

Toen Hanna Vandenbussche in de zomer van 2012 aan het Leuvense Hoger Instituut voor Wijsbegeerte haar licentiaatsverhandeling over de zeventiende-eeuwse filosoof Blaise Pascal verdedigde, kreeg ze van een jurylid de vraag wat de hedendaagse relevantie van die man was, en of je ook iets positiefs met zijn denken kon doen. Ze stond wat beteuterd te kijken. Een decennium en heel wat denkwerk later, komt ze met een antwoord op die vragen, in het boek Noch engel, noch beest.

Blaise Pascal (1623-1662) werd vanwege twee heel verschillende zaken bekend. Enerzijds bewees hij het bestaan van het vacuüm, wat leidde tot de pascal als eenheid voor druk, en deed hij fundamenteel werk op het vlak van de integraalleer, de projectieve meetkunde en de waarschijnlijkheidsberekening. Anderzijds was hij ook de schrijver van Pensées, een wanordelijke reeks gedachten over mens, God en wereld die pas na zijn dood werden gevonden. Het waren wanordelijke gedachten omdat Pascal ervan overtuigd was dat de wereld een wanordelijk oord was, aldus Vandenbussche, een oord vol onmacht en ongeluk. Nee, een lachebekje was Pascal allerminst, en voor het primaat van de rede of een pleidooi voor zelfontplooiing ben je bij hem ook al aan het verkeerde adres.

Mensen zijn fundamenteel irrationeel, zei Blaise Pascal, en lopen de hele tijd achter modes en fantasietjes aan.

Vandenbussche, naast doctor in de wijsbegeerte ook Belgisch kampioene veldlopen en halve marathon, koppelde in haar debuut Het lot van Atalanta hardlopen aan filosofie. Het was een bijzonder fascinerend en toegankelijk boek. Noch engel, noch beest gaat op hetzelfde elan verder. Doorslaggevend voor Pascals ontnuchterende kijk op de realiteit was zijn bewondering voor de Ieperse bisschop Jansenius, schrijft ze, een streng-religieuze man die het moment waarop Adam van de appel at en dus gelijk aan God wilde worden als het begin van alle ellende zag. De liefde voor God was weg en er bleef alleen nog eigenliefde over – en zelfzorg, zo koppelt Vandenbussche de theorie meteen terug naar de huidige tijd. De mens zou voortaan zichzelf maken, ‘yes he can’, maar is dat meer dan een illusie waar hij alleen maar ongelukkiger van wordt? En zo slaat het boek wel meer brugjes naar vandaag. Pascal vond het rationalisme en materialisme van zijn tijdgenoot René Descartes flauwekul. Nee, zei hij, mensen zijn fundamenteel irrationeel en lopen daardoor de hele tijd achter modes en fantasietjes aan – of achter populisten, voegt Vandenbussche eraan toe.

Tegenover de pretentie van veel filosofen die denken het licht gezien te hebben, poneerde Pascal de voorzichtigheid. In gedachten, maar ook in daden: ‘We zijn noch engel, noch beest,’ schreef hij, ‘en het ongeluk wil dat als je voor engel speelt, je je onvermijdelijk als beest gedraagt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content