In ‘Art nouveau, kunst met de K van Kongo’ ontrafelt Lucas Catherine de link tussen art nouveau en kolonialisme

3 / 5
© Belga

Lucas Catherine, EPO

Art nouveau, kunst met de K van Kongo

120 blz, 19,00 euro

3 / 5

In Art nouveau, kunst met de k van Kongo vraagt Lucas Catherine zich af in hoeverre onze ex-kolonie de art nouveau gemaakt heeft, en dat blijkt meer dan een beetje te zijn.

Kongo lag rond 1890 niet goed bij veel Belgen, die er vooral een kostenpost in zagen. De kolonie kon dus wel wat promo gebruiken en daarom werd in 1897 in Tervuren een koloniale tentoonstelling opgezet waarbij de organisatoren ivoor, zilver en tropisch hout kosteloos ter beschikking stelden aan art-nouveaukunstenaars. Bezoekers zagen daardoor niet alleen drie Kongodorpen, maar ook Philippe Wolfers’ De streling van de zwaan, een rechtopstaande olifantstand waar een bronzen zwaan haar hals omheen kronkelt, en ze waren meteen verkocht. De aversie tegen Kongo smolt de jaren nadien als sneeuw voor de zon, wat van Leopold II, de man met meer dan een vinger in de koloniale pap, meteen de peetvader van de art nouveau maakte.

Door de koloniale handel rijk geworden bankiers en industriëlen raakten aan de klap met totaalkunstenaars als Paul Hankar en Victor Horta, die hun somptueuze stadspaleizen ontwierpen.

In Art nouveau, kunst met de k van Kongo vraagt Lucas Catherine zich af in hoeverre onze ex-kolonie de art nouveau gemaakt heeft, en dat blijkt meer dan een beetje te zijn. Het Afrikaanse exotisme deed van rijkdom en luxe dromen en in Brusselse clubs als de Société de la Table Ronde en de Half Pint Club raakten door de koloniale handel rijk geworden bankiers en industriëlen aan de klap met totaalkunstenaars als Paul Hankar en Victor Horta, die daarop hun somptueuze, fraai versierde stadspaleizen ontwierpen. De olifant dook opeens overal op, op bierflesjes en chocoladeverpakkingen, en niet in het minst in de vorm van zijn slagtanden, waarvan tussen 1897 en 1907 maar liefst 2333 ton werd ingevoerd via de haven van Antwerpen, goed voor 13.255 gedode dieren. Lianen waren al net zo populair, en wat te denken van het bolerovestje gemaakt van gorillabont waarvan er een foto in Catherines boek staat?

Catherine houdt van leuke details. Het recept voor olifantenslurf in madeirasaus dat hij geeft – en dat van de kok van Leopold II zou komen – is daar een mooi voorbeeld van. Die joligheid slaagt er echter niet in een fundamenteel gebrek aan diepgang te verbergen. Zo springt Catherine constant van de hak op de tak, beschouwt hij de art nouveau te veel als een louter Belgisch fenomeen, wijst hij niet op de link met eerdere bewegingen zoals bijvoorbeeld de Britse arts and crafts, wat het succes van de Half Pint Club zou kunnen verklaren, en laat hij zich soms meeslepen door zijn eigen enthousiasme. Zo schrijft hij dat de dood van Leopold II in 1909 rechtstreeks tot het einde van de art nouveau leidde. Een boude bewering als je weet dat ook de verwante Duitse jugendstil, het Catalaanse modernisme, de Glasgow School en zelfs de Wiener Secession toen een stille dood stierven. Misschien hing er in de aanloop naar WO I iets anders in de lucht en had de stijl zichzelf gewoon uitgeleefd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content