‘Lou Reed: Berlin’ en andere concertfilms die zowel muziek- als filmliefhebbers gezien moeten hebben

Met de heruitgave van Lou Reed: Berlin komt er nog eens een concertfilm in de cinemazalen, toch wel een apart genre. De beste voorbeelden combineren een geweldig muziekoptreden met een cinematografisch knap schouwspel. Filmmakers regisseren concerten, muzikanten gedragen zich op het podium als theateracteurs.

Wanneer Lou Reeds album Berlin uitkwam in 1973 werd het langs alle kanten de grond in geboord wegens ‘te deprimerend’. ‘Het enige excuus dat Lou Reed voor dit onding kan aanvoeren, is dat hij zin had om zijn eens veelbelovende carrière eigenhandig de nek om te wringen. En daar is hij in geslaagd. Goodbye, Lou!’, schreef cultuurmagazine Rolling Stone in december 1973. Dertig jaar later plaatste datzelfde magazine het klassieke rock album in zijn eregalerij van de 500 Beste Platen Aller Tijden.

Berlin is een muzikale parel, een cultuurklassieker, maar is tegelijkertijd moeilijk om naar te luisteren. De conceptplaat vertelt het heel donkere, tragische verhaal van Caroline en Jim waar thema’s als drugsverslaving, huiselijk geweld en zelfmoord centraal staan. Vernieuwend en ambitieus, maar vrolijk word je er niet van.

In 2006 bracht Reed zijn ‘geflopte’ Berlin voor het eerst live. Doorgaans doet hij liever niet aan nostalgie, maar toen hij jaren terug hoorde hoeveel de plaat voor sommige mensen had betekend, besloot hij een uitzondering te maken. De vijf opeenvolgende concerten in St. Anna’s Warehouse in New York werden geregisseerd en gefilmd door Julian Schnabel (Before Night Falls, At Eternity’s Gate). Vijftig jaar nadat de plaat uitkwam en tien jaar na Reeds overlijden brengt verdeler Lumière een re-release van Schnabels concertfilm Lou Reed: Berlin (2007) opnieuw in de cinemazalen.

Niet zomaar een concertfilm

Geen enkele film kan een livemuziekervaring evenaren – toch niet tot ze met VRconcertfilms afkomen. Toch komen enkele concertfilm meesterwerken aardig dicht in de buurt.

De allereerste concertfilm, of toch de oudst bekende, dateert van 1948 en draagt de titel Concert Magic. Virtuoze violist Yehudi Menuhin speelt samen met andere muzikanten muziek van onder andere Bach, Beethoven en Schubert in de Charlie Chaplin Studios. De opnames worden gemonteerd tot een volwaardige film die verschijnt in de cinema.

In The Winterland Ballroom uit Scorseses concertfilm ‘The Last Waltz’ mogen 5000 gelukkige fans aan tafel schuiven voor een kalkoendiner.

In de jaren ’60, ’70 en ‘80 verschijnt de ene na de andere concertfilm. Grote cineasten wagen zich aan het bijzondere format en genreklassiekers worden geboren. The Last Waltz (1978) van Martin Scorsese (Taxi Driver, Goodfellas, The Wolf of Wall Street) wordt beschouwd als de beste concertfilm aller tijden. Het is dan ook een film over een van de meest legendarische concerten aller tijden: het afscheidsconcert van The Band.

Aan het begin van de film krijgt de kijker een disclaimer te zien: ‘This film should be played loud!’ Na zestien jaar ‘on the road’ te leven, besluit The Band om er een punt achter te zetten, en dat doen ze in stijl. Op de avond van de Amerikaanse feestdag Thanksgiving, in The Wilterland Ballroom in San Francisco, mogen 5000 gelukkige fans aan tafel schuiven voor een kalkoendiner. Vervolgens wordt de vloer vrijgemaakt voor wie even wil ballroomdansen. Pas daarna gaat het effectieve concert van start. The Band heeft een hoop vrienden uitgenodigd om het einde van het avontuur te vieren. Op het podium passeerden onder andere Ronny Hawkins, Bob Dylan, Muddy Waters, Eric Clapton, Joni Mitchell en Neil Young. Scorsese filmde de hele bedoening en zette met The Last Walz de toon voor zijn opvolgers.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Stop Making Sense (1984) van Jonathan Demme (The Silence of the Lambs, Philadelphia) is ook zo’n klassieker. Talking Heads tourde met hun nog steeds meest succesvolle album Speaking in Tongues. De choreografie van de cameramannen is duidelijk heel goed ingeoefend en voorbereid. Je hebt tijdens een concert ten slotte geen eindeloze kansen om een goede take te nemen zoals bij gewone filmopnames. Demme had welgeteld drie kansen, want het beeldmateriaal komt uit drie verschillende shows. De ene show werd volledig langs één kant van het podium gefilmd, en de show de avond erna langs de andere kant. Op die manier bleef het aantal camera’s in beeld beperkt. Het uiteindelijke resultaat is niet zomaar een concertfilm, maar cinematografisch sterk werk. Demmes Stop Making Sense won daarom de Grand Prix op het Internationaal Film Festival Gent in 1985.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ook van Jonathan Demme’s Stop Making Sense verschijnt binnenkort een heruitgave.

Mits gezongen intermezzo’s

De concertdocumentaire, of in het geval van rockmuziek; rockumentary, is een subgenre van de concertfilm. Er bestaat geen duidelijke afbakening, maar doorgaans combineert de regisseur in een documentaire opnames van het concert met meer ‘achter de schermen’beelden en interviews met de muzikanten, producers, andere belangrijke personen.

Summer of Soul won maar liefst 71 filmprijzen, waaronder een Oscar en een Golden Tomato.

De meest indrukwekkende recente concertdocu is Summer of Soul (2021), gemaakt door Questlove, de drummer en leider van muziekgroep The Roots. Hij vond veertig uur aan nooit eerder geziene cameraopnames van The Harlem Cultural Festival, ook bekend als ‘The Black Woodstock’, dat plaatsvond in 1969 in New York. Een grotendeels zwart publiek is in de zomer van ’69 afgezakt naar het Marcus Garvey Park (toen nog Mount Mossis Park). Daar aanschouwden ongeveer 300 000 mensen zes memorabele gratis openluchtconcerten van internationaal gekende acts als Nina Simone, Stevie Wonder en Sly Stone & the Family Stone. Questlove combineert de originele opnames met hedendaagse interviews. Samen met monteur Josh Pearson heeft hij maanden aan al het beeldmateriaal geknipt en geplakt. Het resultaat van  een hartverwarmende twee uur lange film die maar liefst 71 filmprijzen won, waaronder een Oscar, een BAFTA, een Grammy, twee Sundance Awards en een Golden Tomato Award van Rotten Tomatoes.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een tweede, en onverwacht, subgenre van de concertfilm is – kwestie van volledig te zijn – de stand-up comedyshow, mits die gezongen intermezzo’s bevat. Cinematografisch weinig interessant, maar toch een leuk voorbeeld is Bo Burnham’s show Make Happy (2016). Burnham behandelt in zijn standuproutine het leven, de dood, seksualiteit, hypocrisie en mentale gezondheid. Dit doet hij aan de hand van ondertussen welgekende muzieknummers Lower Your Expectations, over het vinden van liefde, en Can’t Handle This, waarin Burnham zingt hoe zijn hand niet in een Pringles-koker past.

Hoewel de meeste hedendaagse concertfilms cinematografisch weinig vernieuwend zijn, blijven ze bijzonder leuk om naar te kijken. Denk aan Ed Sheeran: Jumpers for Goalposts (2015) geregisseerd door Paul Dugdale (Adele: One Night Only), waarin we niet zien hoe het publiek, maar Ed Sheeran zelf drie dagen Wembley beleeft. Of documentaire Homecoming: A film by Beyoncé (2019), waar we naast de spectaculaire show op Coachella in 2018 Beyoncé op een meer intieme manier te zien krijgen achter de schermen.

Schnabels Lou Reed: Berlin (2007) is, net zoals het concert, vooral sober en puur. Schnabel maakte noch een standaardconcertfilm noch een klassieker. Enerzijds zorgen de impressionistische filmpjes die tijdens het optreden werden geprojecteerd, gemaakt door Schnabels dochter, voor mooie beelden, net als Schnabels kleurfilterspel. Anderzijds zien we, in de woorden van recensent David Moats; ‘Reeds achtergrondmuzikanten [die] eruitzien als iemands vaders dinosaurusrockband die optreedt op een bar mitswa.’ Daarbovenop blijft de muziek voor velen moeilijk om naar te luisteren.

Toch legde Schnabel een uniek moment vast dat slechts een handvol mensen hebben mogen meemaken. Uiteindelijk is dat waar een concertfilm om draait: mensen die er niet bij waren laten meegenieten. En die concertervaring wekt Lou Reed: Berlin zonder twijfel op. Zeker op het grote scherm.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De heruitgave van Lou Reed: Berlin (2007) van Julian Schnabels is nu te zien in de cinema.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content