
Sire, er zijn nog Belgen in Cannes
Voor een titanische tiende keer dingen de broers Dardenne naar de Gouden Palm, en in hun zog duiken nog drie andere Belgische langspeelfilms in Cannes op.
Lees alles over Cannes 2025 in ons dossier.
Jean-Pierre en Luc Dardenne – Jeunes mères
Met Jeunes mères kunnen de broers Jean-Pierre en Luc Dardenne de Gouden Palm voor de derde keer winnen – als eersten in de geschiedenis. ‘Dat een regisseur nooit is geselecteerd voor Cannes betekent uiteraard niet dat hij of zij geen grote films heeft gemaakt. En het is niet omdat je film in Cannes in competitie zit dat hij groter of beter is dan een andere. Maar Cannes is wel een buitengewone vitrine. Cannes kan je maken of kraken. We vertrekken van het idee dat het goed zal verlopen’, zegt Luc Dardenne.
Festivaldirecteur Thierry Frémaux vond het nodig om de kritiek te pareren dat de broers Dardenne er altijd bij zijn. ‘Ik ga dat niet becommentariëren’, zegt Jean-Pierre Dardenne. ‘Wellicht heeft hij het willen kaderen. Ik ben net een roman van Erri De Luca aan het lezen. Een van de hoofdpersonages is een man op leeftijd. Wat hij ook doet of zegt, mensen reageren met: “Encore?” Wij hebben dat ook. Wij zijn met onze cinema op het punt aanbeland dat mensen zeggen: encore?’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Jeunes mères portretteert vijf tienermoeders in een moeder-kindhuis. ‘In het leven zijn er twee grote gebeurtenissen: het einde en het begin’, zegt Luc Dardenne. ‘Het begin is normaal gezien het mooist. Maar soms is het niet vanzelfsprekend om je te hechten aan je kind of je er verantwoordelijk voor te voelen. Het is mysterieus dat je niets voelt voor het kleine lichaam dat op het jouwe ligt maar we weten dat het gebeurt. Dat zijn fundamentele zaken. In zo’n moeder-kindhuis proberen opvoedsters jonge moeders – en soms ook jonge vaders – te helpen met de komst van een nieuw leven. Dat is het begin van alles, geloof ik, en dat hebben we proberen te filmen.’
Dat er vier Belgische films naar Cannes mogen, vinden ze geen toeval. ‘Zonder publieke steun zou de Belgische cinema niet zo veelvuldig en systematisch op internationaal niveau bestaan’, stelt Jean-Pierre Dardenne. Met opzet spreken ze over Belgische cinema en niet Vlaamse of Waalse. ‘Onze film is een coproductie met The Reunion, het bedrijf van de broers Lukas en Michiel Dhont’, merkt Luc Dardenne fijntjes op.
Jeunes mères
Vanaf 04.06 in de bioscoop.
Alexe Poukine – Kika
‘Dit is mijn allereerste interview dus ik heb nog geen pasklare antwoorden, maar ik dénk dat ik een tragikomedie heb gemaakt’, zegt Alexe Poukine lachend. Haar eerste fictiefilm is geselecteerd voor La Semaine de la Critique, het nevenfestival dat focust op nieuw talent. In Kika blijkt een jonge vrouw na het verlies van haar partner zwanger. Ze heeft al haar veerkracht nodig om het hoofd boven water te houden. ‘Het is een vrouwenportret zoals je ze niet vaak ziet – met veel dingen die mij alvast doen lachen – terwijl het over ernstige onderwerpen gaat, zoals eenoudergezinnen, alleenstaande vrouwen en instellingen voor mensen in een precaire financiële situatie.’
Poukine verloor haar hart twaalf jaar geleden aan Brussel. Volgens Google is ze Belgische. ‘Maar ik ben Frans. Niet dat het mij stoort met jullie geassocieerd te worden.’ De voorbije weken werd ze dagelijks wakker met de gedachte: wauw, ik ben voor Cannes geselecteerd. ‘Het is ook een belangrijke erkenning, hopelijk voel ik me voortaan geen indringer meer, want ik kom niet uit een filmmilieu.’ Sommige regisseurs waarschuwen Poukine voor de poeha en de kitsch van Cannes. ‘Ik weet niet goed wat ik moet verwachten. Er worden daar veel regisseurs ontdekt, maar ik zal al blij zijn als de financiering van mijn volgende film dankzij Cannes vlotter loopt.’
Kika
Vanaf 25.06 in de bioscoop.
Valéry Carnoy – La danse des renards
‘Ik weet niet goed wat me te wachten staat’, zegt Valéry Carnoy. Zijn eerste langspeelfilm gaat in wereldpremière op La Quinzaine des Cinéastes, het in 1969 opgerichte nevenfestival dat de carrières van onder anderen Werner Herzog, Chantal Akerman, Claire Denis en Martin Scorsese lanceerde. ‘Ik begrijp dat het prestige geniaal is voor de carrière van je film, maar het leukste is de kans om straks alles samen met mijn jonge, onervaren acteurs te beleven.’
La Quinzaine is géén competitie. ‘Ik hoop met heel mijn hart dat de jonge acteurs gewaardeerd zullen worden voor hun grote openheid. En voor mezelf hoop ik dat de kritieken niet té hard zijn’, zegt Carnoy lachend.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
In La danse des renards wordt een jong bokstalent na een levensgevaarlijk incident op een sportinternaat overmand door angstgevoelens. ‘Ik snij een belangrijk thema aan: psychosomatische pijn. Pijn die niet echt is, maar in je hoofd zit. De film is een verlenging van mijn kortfilm Titan. We kruipen opnieuw in de huid van jonge mensen om het te hebben over thema’s als pijn en verwondingen die ze zichzelf toebrengen.’
Als kleine jongen wilde de Brusselaar al dolgraag schrijven. ‘Het idee om filmregisseur te worden kwam niet eens in me op. In mijn familie oefent niemand zo’n beroep uit. Het leek totaal onbereikbaar. Dus studeerde ik psychologie. Dankzij mijn vriendin begon ik te fotograferen en te filmen. Ik schreef me alsnog in aan Insas, de tegenhanger van jullie Ritcs, ook in Brussel. En die studie psychologie is best handig. Het helpt me om de mens te zien voor wat hij is. Ik weet dat we allemaal hetzelfde zijn en dat is een grote hulp als filmregisseur.’
La danse des renards
Releasedatum nog onbekend.
Laura Wandel – L’intérêt d’Adam
Vier jaar na het alom geprezen Un monde – Adolescence, maar dan op de lagere school – keert Laura Wandel terug naar Cannes. Haar tweede film opent nevenfestival La Semaine de la Critique. ‘De film krijgt dus zeker aandacht. In Cannes zijn alle journalisten, festivaldirecteurs, kopers en andere actoren uit de filmwereld aanwezig. Er is geen grotere filmmarkt. Daar moet je bij zijn’, zegt het Brusselse talent. In L’interêt d’Adam staat de hoofdverpleegkundige toe dat een jonge moeder haar vierjarige, ondervoede zoon vaker bezoekt dan de rechter oplegt. ‘Het is een verstilde onderdompeling in de wereld van de pediatrie. Zelf zie ik het als een ode aan het verplegend personeel. Tijdens observaties werd ik vooral geraakt door de grote rol van de ouders: je kunt niet voor het kind zorgen als je er de ouders niet bij betrekt.’ Un monde kreeg veel bijval en raakte op de shortlist van de Oscar voor beste internationale film. Dat schept verwachtingen. ‘Natuurlijk is de druk dit keer groter, maar ik probeer daar niet aan te denken. Het is beter om niet te vergelijken, te doen alsof je van nul herbegint en een zo juist mogelijke film te maken.’ Voor L’interêt d’Adam kreeg Wandel ondersteuning van het productiehuis van de broers Dardenne. ‘Ik vind het heel normaal dat ze zo’n grote plaats innemen. Tot ver buiten de landsgrenzen zijn zij dé referentie. We zouden nog fierder op hen mogen zijn.’ Maar de Belgische weelde, vier films in Cannes, is volgens Wandel niet te danken aan ons ideale filmklimaat. ‘Het toont wel dat er iets gebeurt in de Belgische cinema. Dat hier verschillende culturen en nationaliteiten samenkomen, is een grote troef.’
L’intérêt d’Adam
In het najaar in de bioscoop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier