Waarom iedereen even mag ophouden met goede tv-series te maken
Lang was er zo goed als niets op televisie, nu is er zoveel dat het niet meer te overzien is. Hoe het steeds grotere aanbod van kwalitatief hoogstaande tv-reeksen een boemerangeffect dreigt te creëren.
Boardwalk Empire Elke maandag op Canvas
Are You Series? Van 10 tot 12/5 in het PSK, Brussel. Bozar.be
Het derde en vierde seizoen van Breaking Bad. Het eerste en tweede seizoen van Justified. Het eerste en tweede seizoen van The Big C. De miniserie Parade’s End. Het eerste en tweede seizoen van Community. Het derde seizoen van Borgen. Het eerste seizoen van Revenge. Het eerste seizoen van Once Upon a Time. Het vijfde seizoen van True Blood. Dat is wat er allemaal uitkomt op dvd. In de maand mei. Nooit gedacht dat ik dit nog eens zou schrijven, maar: misschien wordt er vandaag wel te veel goede televisie gemaakt.
Het kleine stroompje dat rond de eeuwwisseling nog voor het grootste deel bestond uit The Sopranos, The West Wing en Six Feet Under is ondertussen uitgegroeid tot een vloedgolf van nieuwe titels, waarin het steeds moeilijker is om je weg te vinden. Om maar te zeggen: in 2010 maakten we met Knack Focus een extra nummer, waarvoor ik een lijst opstelde van de 100 beste tv-series die zijn uitgekomen sinds 2000. Van de titels die daarnet zijn opgesomd, stonden daar alleen Breaking Bad en True Blood al in.
Sinds The Sopranos eind 1999 de kurk uit de champagnefles sloeg, is het aanbod gestaag groter geworden, maar de laatste jaren gaat het alleen maar harder. Dat komt in de eerste plaats doordat er in de VS alsmaar meer spelers op de markt zijn gekomen die zich willen profileren met televisieseries.
In het begin van de 21e e eeuw had je de grote zenders (ABC, NBC, Fox, CBS), aangevuld met het aanbod van HBO en hier en daar nog wat kleinere kanalen die af en toe met iets moois op de proppen kwamen. Dat was overzichtelijk en eenvoudig te volgen als je er wat tijd in stak. Maar na het wereldwijde succes van The Sopranos, Lost en 24 probeerden steeds meer zenders en producenten te scoren met reeksen, van Showtime (Dexter, Weeds, Homeland) over FX (The Shield, Sons of Anarchy, American Horror Story) tot AMC (Breaking Bad, Mad Men, The Walking Dead).
In zijn opiniestuk How Much Good TV Is Too Much citeerde de Amerikaanse tv-criticus Alan Sepinwall enkele weken geleden cijfers die hij had opgevraagd bij zender FX. Daaruit bleek dat het aanbod van dramaseries in de VS in tien jaar tijd, tussen 2002 en 2013, bijna verdrievoudigd was, van 28 naar 77. En dat ging dan enkel maar over de reeksen op de Amerikaanse kabelzenders, zoals FX, HBO of AMC; de output van de grote vier, die ook nog altijd flink hun best doen, is er niet eens bij geteld.
Het houdt ook niet op, er blijven maar nieuwe producenten bij komen: Sundance Channel heeft in de VS zopas zijn eerste eigen dramaserie gelanceerd, Rectify, een reeks van de producenten van Breaking Bad die – verrassing – op lovende kritieken wordt onthaald. (Geen paniek: tegen de zomer zal ze op het Vlaamse Sundance-kanaal te zien zijn).
Ook niet-zenders mengen zich steeds meer in de strijd, zoals webwinkel Amazon, die onlangs een vijftiental pilotafleveringen online zette en de shoppers laat aangeven van welke serie ze meer willen zien. Of streamingdienst Netflix, die tot voor een paar jaar dvd’s verhuurde en later films streamde, maar zich nu ook opwerpt als een belangrijke producent van tv-series: met Lilyhammer (onlangs nog te zien op Canvas), met het politieke drama House of Cards en met Arrested Development, de cultcomedy die dankzij het bedrijf eind mei opnieuw tot leven wordt gewekt.
Netflix houdt zich trouwens niet aan het traditionele zendschema waarin je één aflevering per week te zien krijgt, maar zet een volledig seizoen in één keer op het internet – 15 afleveringen in het geval van Arrested Development. Tv-kijken wordt zo nog een beetje meer een duursport. En dan heb ik het nog niet eens over de vele goede series uit het Verenigd Koninkrijk (de nieuwe Ricky Gervais-sitcom Derek bijvoorbeeld), de Scandinavische fictiegolf of de dappere pogingen van Vlaamse tv-zenders om ook hun steentje bij te dragen.
Van sommige series hoef je natuurlijk niet elke aflevering te zien om een beeld te krijgen van hun kwaliteit – CSI’s en aanverwanten – maar dat deel wordt alsmaar kleiner. De meeste reeksen, zeker die van de kleinere Amerikaanse zenders, zetten net in op langlopende verhalen, die dan met wat geluk/ongeluk ook nog eens over meerdere seizoenen lopen. Bovendien komen er steeds meer tv-series uit waar een zeker prestige aan vasthangt, waar grote namen aan meewerken, en die je dus op zijn minst een kans moet geven. Als David Fincher met Kevin Spacey een reeks maakt (House of Cards), als Gus Van Sant meeschrijft aan een politieke serie (Boss van Starz) of als Jane Campion een misdaaddrama regisseert (Top of the Lake van BBC en Sundance) moet je als liefhebber wel gek zijn om niet te willen kijken.
Ik wil hier dan ook allerminst een klaagzang afsteken: alleen al de opsomming van de grote namen in de vorige zin laat je weer beseffen hoezeer het medium televisie volwassen is geworden in het laatste decennium. En het is ook opvallend hoe er dezer dagen in de wijde omgeving drie afzonderlijke festivals worden georganiseerd waarin ‘de tv-serie’ op een piëdestal wordt geplaatst: in Parijs is net de vierde editie van Séries Mania afgelopen, bij het Brusselse Bozar is er binnenkort Are You Series? en Amsterdam heeft eind mei voor het eerst een Series Weekend.
Het wordt alleen maar moeilijker om het overzicht te bewaren, je wordt steeds vaker verplicht om dingen te laten vallen en net daardoor is het lastiger om een serie echt naar waarde te schatten. Enerzijds omdat je moet kunnen vergelijken met wat er voor de rest beschikbaar is, anderzijds omdat je geduld sneller op de proef wordt gesteld, terwijl het net belangrijk is om een tv-serie te laten groeien.
Het perfecte voorbeeld voor mij is Boardwalk Empire, dat sinds kort weer op Canvas loopt: dat is een reeks die alle elementen heeft van een topper – een geweldige cast, complexe verhaallijnen, donkere thema’s… En toch heeft de serie, op sommige uitstekende scènes en afleveringen na, nooit echt indruk op mij kunnen maken, is de ‘klik’ die je moet voelen altijd uitgebleven, zodat het meer en meer een last wordt om te blijven kijken.
Aan de andere kant: misschien komt het net doordat er een heel peloton andere veelbelovende series zitten te roepen om je aandacht dat je je begint te ergeren als iets niet snel genoeg gaat, als het niet meteen raak is. Je kunt je afvragen of The Sopranos – dat ook zijn dode momenten had – of The Wire – waarbij je pas op het einde van het eerste seizoen echt doorhad waar de makers naartoe wilden – vandaag nog evenveel tijd zou krijgen als tien jaar geleden.
Ook het kijkplezier lijdt eronder. Een gloednieuw seizoen van Arrested Development zou een bron van vreugde moeten zijn, maar nu betrap ik mezelf erop dat ik al in mijn hoofd zit uit te rekenen hoeveel uur ik nodig zal hebben om die 15 extra afleveringen te bekijken. Maar het is niet alleen een persoonlijk probleem van iemand met te weinig tijd en te veel afleveringen op de te-bekijkenlijst, het overaanbod aan kwalitatief hoogstaande televisie begint ook zijn tol te eisen op… kwalitatief hoogstaande televisie.
Je merkt op veel vlakken dat het publiek voor goede reeksen begint te fragmenteren, waardoor het moeilijker wordt om opgemerkt te worden en aan te slaan. Zeker voor series op de grote Amerikaanse zenders, die het dubbele nadeel hebben dat ze afhankelijk zijn van reclame-inkomsten – en dus van hoge kijkcijfers – en dat ze snel weer afgevoerd kunnen worden als ze geen succes hebben. Dat leidt tot een catch 22, zoals The Washington Post het onlangs omschreef: mensen zijn bang dat een nieuwe serie snel stopgezet zal worden, programmeren dus hun digicorder in plaats van te kijken en zorgen er zo voor dat de cijfers te laag zijn. Een van de recentste slachtoffers daarvan was Last Resort, een prestigieus thrillerdrama van Shawn Ryan, die met The Shield een van dé klassiekers van het afgelopen decennium maakte. Ondanks goede kritieken ging die na 13 weken weer in de schuif.
Ook de kleinere kanalen en betaalzenders in de VS – die minder afhankelijk zijn van kijkcijfers en meer de luxe hebben om series te laten groeien – komen in de problemen. De laatste maanden zette Starz bijvoorbeeld een punt achter Boss, na twee meer dan uitstekende seizoenen, en haalde HBO de hakbijl boven voor het prachtige Enlightened – ook al hielden de verzamelde Amerikaanse critici een pleidooi om de reeks nog een kans te geven.
Toen de betaalzender Luck afvoerde nadat enkele paarden waren gestorven op de set, deed ook al het gerucht de ronde dat de bazen de ongelukkige omstandigheden hadden aangegrepen om een reeks waar ze niet echt meer in geloofden het nekschot te geven. En dan hebben we het wel over een serie van Michael Mann en David Milch, mét Dustin Hoffman in de hoofdrol. Dus misschien, heel misschien, moeten we even op pauze duwen, iedereen de schade laten inhalen, en dan weer verder gaan?
Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier