Unesco erkent Aalst Carnaval als cultureel erfgoed
Naast Aalst Carnaval heeft Unesco ook Houtem Jaarmarkt en het Krakelingenfeest en de Tonnekensbrand op zijn lijst geplaatst.
Unesco, de cultuurtak van de Verenigde Naties die samenzat in de Keniaanse hoofdstad Nairobi, heeft Aalst Carnaval, het Krakelingenfeest en de Tonnekensbrand (Geraardsbergen) en Houtem Jaarmarkt (Sint-Lievens-Houtem) toegevoegd aan het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid.
Op de Representatieve Lijst staan het Ros Beiaard en de Ommegangsreuzen van Dendermonde en de Heilig Bloedprocessie van Brugge al. De Lijst wordt samengesteld op basis van de Unesco Conventie 2003 voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed.
Het gaat voornamelijk om tradities, feesten, dansen, rituelen, verhalen, oude ambachten en geneeswijzen. Doel is om de culturele diversiteit in de wereld te vrijwaren en in beeld te brengen. En om de ontwikkelingslanden te helpen om die vormen van cultuur te beschermen.
Langetermijnbeleid
Minister van Cultuur Schauvliege feliciteert de gemeentebesturen, maar wijst op een zwakte in Vlaanderen. “De aandacht voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen groeit”, aldus Schauvliege. “Vlaanderen heeft onder meer aandacht voor het culinaire erfgoed, voor streekgebonden gastronomie en voor oude recepten en bereidingswijzen, maar ook voor traditionele sporten en zaken als het sinterklaasfeest.”
Toch vindt de minister het beleid nog te versnipperd. “Ik wil in mijn langetermijnbeleid kansen geven aan erfgoedgemeenschappen opdat zij ons immaterieel cultureel erfgoed kunnen koesteren en verder
doorgeven.”
Burgemeester: “Beloning voor de Aalsterse carnavalisten”
Volgens burgemeester Ilse Uyttersprot vormt de erkenning “een beloning voor de Aalsterse carnavalisten”. “We zijn heel blij met de erkenning, al hoopten we dat die er vorig jaar al zou geweest zijn”, aldus burgemeester Ilse Uyttersprot (CD&V). “Het is in de eerste plaats een beloning voor de carnavalisten zelf. Zij maken het volksfeest. We zijn fier dat er zoveel creatieve mensen zijn die zich een jaar lang inspannen om van drie dagen Aalst carnaval een feest te maken.”
Dat er maar één kandidaat is voor prins carnaval 2011, is volgens Uyttersprot geen domper op de feestvreugde. “Integendeel, ik denk dat dit een tijdelijk probleem is.” Intussen denkt de stad Aalst er luidop aan de erkenning te verzilveren. “We willen graag een carnavalsmuseum dat in Aalst als educatief centrum kan gebruikt worden. We hebben al een klein carnavalsmuseum, maar dat zou cultureel en historisch veel uitgebreider kunnen worden.”
Burgemeester: “Toekomst van Houtem Jaarmarkt verzekerd”
“De toekomst van Houtem Jaarmarkt, de grootste Belgische jaarmarkt, is verzekerd”, stelt burgemeester Lieven Latoir (Nieuw Houtem). Op 11 en 12 november worden in Sint-Lievens-Houtem gemiddeld 1.500 runderen en 700 paarden verhandeld. De laatste twintig jaar werden veel inspanningen geleverd om de markt te behouden, al zijn een aantal tradities verdwenen. “Het dierenwelzijn en de veiligheid van de bezoekers gingen er op vooruit”, zegt Latoir. “De markt is een visitekaartje voor verkopers geworden.”
Een bijzondere traditie op de jaarmarkt is de verkoop met handklap. “De verkopers slaan op elkaars hand om tot een akkoord over de verkoopprijs te komen, een gebruik dat van vader op zoon wordt overgedragen.”
Houtem Jaarmarkt blikt intussen terug op een duizend jaar oude traditie. In 1007 maakten de monniken van de Sint-Pietersabdij een bedevaartsoord van het graf van de Heilige Livinus, een Ierse monnik die er sinds 607 begraven ligt. Keizer Karel verbood echter de massale bedevaart van Gentenaars, omdat ze in een feestroes terugkeerden. Toch bleef de traditie bestaan.
Internationale erkenningen
Op internationaal vlak werd onder andere de gastronomische maaltijd van de Fransen, met alle bijbehorende rituelen en presentatie, erkend. Het is de eerste keer dat gastronomie voorkomt op de werelderfgoedlijst. Volgens het comité gaat het om een “sociaal gebruik dat als doel heeft om de belangrijkste momenten in het leven van individuen en groepen te vieren.”
Ook de traditionele cultuur van de Oeigoerse minderheid in China, de “meshrep”, werd erkend. Deze culturele, muzikale, en artistieke bijeenkomsten hadden traditioneel gezien als doel om de kennis op de jongere generatie over te dragen. De Oeigoeren zijn een Turks volk uit de Chinese autonome regio Xinjiang.
In totaal omvat de lijst nu reeds 166 elementen uit 77 landen.
Elien Haentjens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier