Guido Lauwaert
Theater: MOOI HUIS – van een skieven architec
Esthetisch oogt het mooi, maar als geheel is HUIS ( * * * ), de nieuwe productie van Josse De Pauw bij LOD, zwak.
Josse De Pauw heeft een zwak voor Michel de Ghelderode. In zijn nieuwste productie naait hij twee eenakters aan elkaar. In Le Cavalier bizarre zijn de mannen aan de macht, in Les Femmes au tombeau delen de vrouwen de lakens uit. De muziek is speciaal voor deze productie gecomponeerd door Jan Kuijken. Esthetisch oogt het mooi, maar als geheel is HUIS ( * * * ) zwak.
De Ghelderode [1898-1962] staat bekend als de voorloper van het absurd theater. Dat heeft hij vooral te danken aan de ‘echte’ absurdisten, met Beckett en Ionesco als kroondragers. Het is niet zo dat hun werk geïnspireerd is op dat van de Brusselaar. Hun werk brengt dat van De Ghelderode in herinnering. Toneelstukken kan je ze eigenlijk niet noemen. Daarvoor ontbreekt het hun aan de klassieke theaterwetten. Wat ze daarentegen wel hebben, en dat maakt het absurde er van uit, is een mix van burleske spreektaal, een antiklerikaal gevoel, een macabere bouwgrond en een groteske stijl.
Het genre toneel dat De Ghelderode schreef zit in de genen van het interbellum. Het heeft en kent zijn hoogtepunt in Berlijn. Waar de dictatuur oprukt, verzuurt het protest en zet zich om in confituur, in theatertaal, cabaret. In dat genre toneel is alles mogelijk, zelfs antitoneel. De Ghelderode is daar meesterlijk in. Het is dus niet verwonderlijk dat hij zijn beste werk vóór de Duitse bezetting schreef. Erkenning heeft hij niet geoogst. Dat maakte hem bitter en eenzelvig. Het gekke is dat de doorbraak wel kwam na de Tweede Wereldoorlog. Niet vanuit zijn geliefde Brussel, maar vanuit Parijs waar de eerder genoemde absurdisten doorbraken. Te laat echter voor De Ghelderode. Hij voelde dat hij vanuit de schaduw kwam. Dat is niet bevorderlijk voor de crematie van de bitterheid. Integendeel, die wordt er maar door versterkt.
Geloof, Hoop en Liefde
Josse De Pauw zal dit allemaal worst wezen. Wat hem interesseert is de sprookjesachtige teint en het zotte poppenspel van De Ghelderode’s stukken, gekruid met de geesten van Edgar Allen Poe, Jean Ray, James Ensor en – niet toevallig net als hij twee Brabantse schilders – Breugel de Oude op Jeroen Bosch geplakt. Het is duidelijk te merken aan de enscenering.
Het eerste deel van HUIS speelt zich af in een oudemannenhuis en heeft connecties met De Apocalyps of Openbaring van Johannes. Ze wachten op de dood. Bij nacht hoort een van de ouderlingen, de wijste van de club, gespeeld door Josse De Pauw, een ruiter naderen. De anderen horen niets. Zijn obsessie slaat over op de anderen. Het paard is behangen met bellen en klokken. Zijn het doodsklokken? Wie komt hij halen? Als hij hun zaal passeert en een kind ophaalt, valt de spanning van hen af en zet zich om in een feest. Om het dode kind wordt niet getreurd. Quantité négligeable.
Wisseling van de wacht in het tweede deel. Een huis in Jeruzalem. De vrouwenclub van Jezus zit na zijn kruisiging, dood en begrafenis samen en pleegt overleg. Naar het graf gaan of wachten. Zelfs een dode geliefde moet verwend worden. Gewassen, gepoederd en geparfumeerd. En wie doet wat? Wie hij het liefst had, heeft voorrang, daarover wordt gediscuteerd. Maar wie is dat? Uiteindelijk besluiten ze te gaan, maar blijven staan als Jezus’ moeder kermend binnenkruipt. Tableau. Ja, zij was zijn geliefde. Stilte. Stilstand.
Wat het de mannen aan ontbreekt, hebben de vrouwen in overvloed: Geloof, Hoop, en vooral Liefde.
Winnaars en verliezers
Esthetisch is Huis een mooie voorstelling. Jammer genoeg is de wrede waanzin die De Ghelderode in zijn stukken stak, en dus ook in Le Cavalier bizarre en Les Femmes au tombeau, zo goed als overboord gegooid.
Het eerste deel is traag. Al te traag. Te zwaar aangezet. Kaal en nasaal. De verveling ligt op de loer. Het enige dat blinkt is de muziekscore. Jan Kuijken begint bij de late romantiek; Gustaf Mahler is niet ver. Hij eindigt bij een muziekbreiwerk refererend aan de componisten van Les Ballets Russes van Sergej Daghilev, onder meer Stravinsky, Milhaud en Debussy.
In het tweede deel zit er meer snelheid, het is luchtiger. Dankzij een gevarieerd spel, met als uitblinkers Reinhilde Decleir, Blanca Heirman en Els Olaerts. De vrouwenclub bereikt wat de mannenclub niet voor elkaar heeft gekregen: een kerkhofkermis. Een lichte kluchtigheid, leunend tegen de sotternie. En een beter samenspel. Wat de spanning ten goede komt.
Te scheve beentjes
Ongetwijfeld heeft Josse De Pauw met zijn concept en regie gestreefd naar een architectuur en taal- en muziekspel van hoog niveau. Dat bereikt hij niet. De productie staat kaarsrecht, maar heeft helaas te scheve beentjes. Wat schoon is, wordt erdoor beschadigd en dreigt te kapseizen. Is hij in zijn producties vaak een Bloeiende Kerselaar, in Huis is hij, om het op z’n Brussels te zeggen, een Skieven Artitec.
Guido Lauwaert
HUIS – productie LOD – coproductie o.m. deSingel Antwerpen – regie en concept Josse De Pauw – www.LOD.be
Smaakmaker:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier