Paul Baeten
‘Ik ben de arrogantie en komische sérieux van het hele voetbalwereldje beu’
Paul Baeten, schrijver van onder meer Wanderland, Straus Park, de nieuwe novelle Een smerig dier en de tv-reeks Over water, duikt elke week in de populaire cultuur.
Voetbal zonder publiek is zoals seks met condoom: het zal wel heel veilig zijn, maar je moet je durven afvragen of het dan nog wel de moeite is.
Grapje, jongeren, wees niet dom! Altijd voetbal spelen zonder publiek!
Bovendien is voetbal zonder publiek natuurlijk ook een pak minder racistisch. Maar eerst even dit:
Op de radio ging het over de kernuitstap, een van de meest relevante politieke discussies van deze tijd. En dat moest kort gehouden worden, want Queen Elizabeth was op haar toilet gestorven aan een overdosis fentanyl. Ah nee, het was nog belangrijker: hobbyclub OHL speelde tegen FC De Trage Vissers en dat moest live gaan want in die wedstrijd was er op dat moment lekker niks aan het gebeuren. En dan nog snel over naar een andere topwedstrijd tussen Tremelo-Camping en West-Retie waar, wat een spanning, ook geen hol te beleven viel. De dag erna keek ik nog eens naar het journaal. Dat ging zeventien minuten lang over ‘al het nieuws in de wereld’ en de overige dertien minuten over ‘lokaal voetbal’.
Ik ben de arrogantie en komische su0026#xE9;rieux van dat hele voetbalwereldje beu.
Voetbal kan ongelooflijk plezant zijn. Vrienden uitnodigen, koud bier drinken, de emoties, de spanning. Heerlijk. En dat zeg ik zonder de minste ironie. Ten bewijze: ik stopte in juni speciaal in de minst gastvrije doch duurste stad ter wereld, Basel, en ging er op hotel om België-Portugal niet op de radio te moeten volgen. Fantastische avond.
Maar sport blijft ook maar een spel. Dat lijken we te vergeten. In die zin vind ik Simone Biles de grootste atlete van deze jonge eeuw, om wat zij op haar eentje voor sport en mentale gezondheid deed op de laatste Olympische Spelen. Atleten zijn mensen. Competitie is leuk en soms verslavend, maar het is tegelijk ook máár dat.
Maar voetbal lijkt nog niet zo ver te zijn.
Ik ben de overdreven aanwezigheid ervan in de media beu. Ik ben die lelijke taal van al die rare sportjournalisten beu, trouwens stuk voor stuk wannabe-shotters met een coltrui. Ik ben het beu om te doen alsof goede voetballers halve goden zijn in de plaats van gewoon wat ze zijn: goede voetballers. Ik ben de arrogantie en komische sérieux van dat hele wereldje beu. Persconferenties alsof het staatszaken zijn. Doe gewoon, gasten. Echt waar. Doe gewoon. Het is niet omdat jullie clubs hobby’s zijn geworden voor verveelde miljardairs en er zoveel geld mee is gemoeid, dat het spel ook echt belangrijk is.
De enige reden waarom ik de stadions zou openhouden, is het racisme. Enfin: omdat het ons een ongefilterde kijk geeft op de realiteit ervan. Er is daar iets heel geks aan de gang. Voetbal heeft een probleem met racisme, zeggen mensen. Euhm, oké. Want iedereen die zo’n supportersvak inloopt wordt racist. En na negentig minuten valt dat masker spontaan weer van hen af.
Het stadion is niet het probleem. Een stadion is gewoon de plek waar mensen hun bek durven open te trekken omdat hun sociale remmingen door alcohol en groepsgevoel afnemen. En blijkbaar is het niveau, eens je alle lagen vernis eraf veegt, nog altijd ‘bruine apen’. Welkom in het nieuwe jaar, het is net als het oude jaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier