
Tamino schreef zijn nieuwe plaat in New York: ‘Ik heb in Amerika mijn Vlaamsheid afgeleerd’

Stilstaan is niets voor Tamino. Het afgelopen jaar schreef hij een nieuwe plaat, verhuisde hij naar de Verenigde Staten én vond hij het recept voor een succesvolle tournee. Met dank aan Mitski.
‘Betekent dat dat je intussen al warm water hebt?’
Tamino kijkt me vragend aan. We zitten in een kamertje in hotel The Hoxton in Brussel en ik herinner hem eraan dat hij Dissolve, een nummer op zijn nieuwe plaat, schreef in een appartementje zonder warm water in Williamsburg, New York. ‘Oh. (lacht) Dat was een fout geboekte Airbnb. Ik woon nu in de East Village.’
Net zoals artiesten als Patti Smith, Andy Warhol en Bob Dylan zocht Tamino-Amir Moharam Fouad de buzz, anonimiteit en creativiteit op van The Big Apple. New York is een stad waar hij onbekend kan zijn, waar hij nog niet als een vaste waarde gezien wordt en waar mensen zijn muziek nog kunnen ontdekken. In België is dat anders, zei hij onlangs in een interview met het Amerikaanse magazine Nylon. ‘Ik werd veel op de radio gedraaid met een trage, lange song. Het zorgde ervoor dat mensen me leerden kennen, maar ze kregen soms ook het gevoel dat mijn muziek hun werd opgedrongen.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
En dat was wel een beetje zo. Toen Tamino in 2016 deelnam aan een Radio 1-sessie van Het Zesde Metaal en begin 2017 De Nieuwe Lichting won, was zijn debuutsingle Habibi (die ‘trage en lange song’) niet van de radio weg te slaan. Hij speelde op de grote festivals en bracht in 2018 zijn eerste plaat, Amir, uit. Je moest al erg je best doen om nog nooit van Tamino te hebben gehoord. En sindsdien is het alleen maar bergopwaarts gegaan. Hij nam zijn tweede plaat, Sahar, op met bassist Colin Greenwood van Radiohead, speelde het voorprogramma van Lana Del Rey, werd afgelopen herfst geboekt door David Byrne op diens minifestival Amazing Humans Doing Amazing Things, stoomde zijn derde album, Every Dawn’s a Mountain, klaar en hij verhuisde dus naar New York.
‘Ik heb de voorbije jaren veel getourd en vond het fijn om op veel verschillende plekken te komen. Maar ik voelde me tot geen enkele stad zo aangetrokken als tot New York’, legt hij uit. ‘Elke keer als ik er was, wilde ik er niet meer weg. Er was nog zo veel te ontdekken. Dus telkens wanneer ik een paar weken vrij had, probeerde ik naar New York te gaan. De eerste keer vond ik het best eng om alleen naar zo’n stad te reizen. Maar zelfs al was het soms een struggle, New York bleef mij aantrekken. Ik wist dat mij een zeker ongemak te wachten stond op een nieuwe, wilde, absurde en gekke plek zoals New York, maar ik wist ook dat dat goed zou zijn voor mij.’
‘Te veel comfort is een voedingsbodem voor onverschilligheid.’
‘De komende jaren wil ik meer situaties opzoeken die me beangstigen’, zei je in 2022 aan Knack Focus. Heeft dat er ook iets mee te maken?
Tamino: Ja. Ik vind comfort gevaarlijk. Te veel comfort leidt tot stilstand en stilstand is voor mij een soort dood. Te veel comfort is een voedingsbodem voor onverschilligheid. Ik weet dat ik vanuit een geprivilegieerde positie spreek en er heel wat mensen zijn die net een leven lang proberen om comfort te hebben. Het gaat mij ook niet zozeer over luxe, over een groot huis of zo. Maar wel: welke vragen stel ik niet meer omdat ik in een comfortabele positie zit? Ben ik nog aan het groeien?
Over wat voor vragen gaat het dan?
Tamino: Ik denk dat je bepaalde dingen vanzelfsprekend begint te vinden als je te lang in je comfortzone zit. Je stelt je dan bijvoorbeeld geen vragen meer bij sommige aspecten van je persoonlijkheid. Maar op een plek als New York wordt duidelijk dat je persoonlijkheid deels cultureel bepaald is. Ik heb in Amerika mijn Vlaamsheid afgeleerd. Dat was al een beetje het geval toen ik in Amsterdam woonde (tijdens zijn studie aan het conservatorium, nvdr.), maar nu nog veel meer.
‘Ik heb in Amerika mijn Vlaamsheid afgeleerd.’
Wat bedoel je met je ‘Vlaamsheid’?
Tamino: (denkt na) Ik wil niet te hard zijn voor België, maar sommige aspecten van onze cultuur zijn heel beperkend. Ik denk dat een bepaalde bescheidenheid niet zozeer van een authentieke plek komt, maar ons wordt aangeleerd. Wij houden elkaar graag klein. En dat werkt gewoon niet op een plek als New York. De stad verplicht je om authentiek te zijn. Om al die laagjes opgelegde cultuur van je af te werpen en zo tot je ware zelf te komen. ‘New York reveals your secret self’, las ik in een mooi artikel over Edward Hopper in The New Yorker. De stad stelt de vraag: wie ben je zonder de muren van je cultuur om je heen? En dat is best, euhm…
Bevrijdend?
Tamino: Immens. Maar dat zal iedereen zeggen. Ook Amerikanen die van een klein dorpje naar de stad trekken.

Veel nummers op je nieuwe plaat gaan over ‘thuis zijn’, en wat dat betekent. Zie je New York intussen als je thuis?
Tamino: Ken je die quote van Naguib Mahfouz (Egyptische schrijver die in 1988 de Nobelprijs voor de Literatuur won, nvdr.)? ‘Home is not where you were born. Home is where all your attempts to escape cease.’ New York is momenteel de plek waar ik niet wil uitbreken. Dus volgens die definitie is het mijn thuis, ja.
○ ○ ○
‘Hier, er was niet veel keuze.’ Tamino’s pr-manager komt binnen met een croque-monsieur – het is intussen bijna halfdrie en Tamino heeft honger gekregen van alle interviews. Hij heeft altijd een paar sessies nodig om erin te komen, vertelt hij, daarna gaat het vanzelf. Met zijn kenmerkende Antwerpse accent praat hij zelfbewust en bedachtzaam over de thema’s van zijn nieuwe plaat. Every Dawn’s a Mountain is een album over verlies, over loslaten, de brokstukken lijmen en verdergaan. En over liefde en heartbreak, dat ook. Veel geeft hij er niet over prijs, maar Tamino had een poosje een relatie met de Nederlandse singer-songwriter Pitou.
‘Kissing the blade / I missed this pain’ zing je in het openingsnummer My Heroine. Dat klinkt een beetje zelfdestructief.
Tamino: De songtitel speelt met de woorden ‘heroine’, heldin, en ‘heroin’, de drug. Ik vond het fijn om de plaat te beginnen met een soort inzicht over liefde. Het nummer gaat over hoe je een persoon, of de liefde in het algemeen, soms te veel beschouwt als je redding. Dat kan niet leiden tot een gezonde relatie. En zoals bij een verslaving weet je wel dat het niet goed voor je is, maar kun je het ook niet niet doen. Soms kun je achteraf de pijn van zo’n relatie zelfs missen. Ik denk dat veel mensen zich daarin kunnen herkennen.

Over het algemeen doe je veel aan zelfreflectie op Every Dawn’s a Mountain. ‘I’m turning every corner of my past / Clouded by the trails of burning grass’, zing je in Amsterdam. Hoort dat bij ouder worden? Ik word 29 deze zomer en vond het best herkenbaar.
Tamino: Ben je ook van ’96?
Ja.
Tamino: Goe joar. (denkt na) Ja, al is ouder worden relatief, hè. Ik ken mensen die jonger zijn dan ik en al heel wijs en doorleefd overkomen, en mensen van twintig jaar ouder die nog niets geleerd lijken te hebben.
Toen je nog maar twintig was, werd over jou al geschreven dat het leek alsof je veel wijsheid had.
Tamino: Als ik daar nu op terugkijk, denk ik toch: goh, dat weet ik nog zo niet. (glimlacht) Ik denk dat het te maken heeft met in beweging blijven en stilstand vermijden – waar we het in het begin van dit gesprek over hadden. Ik heb daar een natuurlijke intuïtie voor. En dat terugblikken is daar het resultaat van.
○ ○ ○
Als je Tamino’s nieuwe album vergelijkt met het vorige, Sahar, vallen twee dingen op. Eén: Every Dawn’s a Mountain is geschreven in een heel andere context. Toen Tamino aan Sahar werkte, was zijn tournee wegens corona gecanceld en zat hij voor het eerst in jaren weer thuis in Antwerpen zonder al te veel verplichtingen. Hij ging kickboksen en sloot zich af van sociale media. ‘Verveling is enorm belangrijk als je aan het schrijven bent’, klinkt het. ‘Als je een nummer schrijft, lijkt het alsof je kleine cadeautjes krijgt zonder te weten waar ze vandaan komen. Je verkleint de kans op zulke momenten als je de hele tijd afgeleid bent door sociale media.’
In tegenstelling tot Sahar schreef Tamino zijn derde album onderweg, tussen het touren in Amerika met Mitski door, in hotelkamers en studio’s in New Orleans, New York en Brussel. ‘Maar waar ik ook was, of ik nu op tournee was of niet, het gevoel dat ik op dit album een plaats wilde geven was heel sterk. Dat heeft een immense vaart, een grote urgentie gegeven aan het maken van de plaat.’

Twee: Sahar was het album waarop Tamino voor het eerst de oed bespeelde, het oosterse snaarinstrument dat hij leerde beheersen met behulp van een muzikant die voor de oorlog in Syrië naar België was gevlucht. Op de plaat staan zowel oed-nummers als klassiekere songs. Op Every Dawn’s a Mountain is zo goed als elk nummer rond de oed ontstaan.
Voel je je intussen vertrouwd met dat instrument?
Tamino: Meer dan toen ik Sahar schreef. Maar ik denk dat ik om de zoveel jaar ga terugblikken en denken: oei, toen was ik nog niet zo goed. Maar dat hoort erbij, en dat is ook mooi. Het is belangrijk dat je die groei durft te tonen. Ik ben gewoon een student en in mijn studie zal ik er almaar meer vertrouwd mee worden.
Is de oed een uitzonderlijk moeilijk instrument om te bespelen?
Tamino: Het is moeilijk, ja. Maar het gaat om meer dan alleen het bespelen van het instrument. Daar ben ik best goed in. Ik had de motoriek vrij snel onder de knie. Als je Arabische muziek wil spelen, moet je de taal leren. Dat geldt voor alle muziek, maar het is hier nog belangrijker omdat de vorm van Arabische muziek minder duidelijk is. Het westerse systeem is diatonisch: er zijn twaalf noten. Dat is veel rechtlijniger dan Arabische muziek. Niet dat die geen vorm heeft, maar die is bijna alleen mondeling over te brengen. De meeste Arabische muzikanten leren nummers spelen door goed te luisteren, niet zozeer aan de hand van partituren. Als ze improviseren, lijkt het alsof ze willekeurige melodieën spelen, maar in wezen zitten die specifieke melodietjes zo hard verweven in hun muzikale onderbewustzijn dat het ook die zinnetjes zijn die naar buiten komen. Je kan het vergelijken met een rapper die freestylet. Je kan alleen maar freestylen als je de taal waarin je rapt heel goed kent. Alleen dan komen er dingen naar boven vanuit je onderbewustzijn.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Je vertrekt binnenkort op tournee. Hoe houd je het hoofd koel tijdens zo’n drukke periode?
Tamino: Ik vond het vroeger heel stresserend om onderweg te zijn. Van hotel naar hotel gaan, vliegtuigen, treinen en bussen nemen: ik deed het niet graag. Nu heb ik daar een schoonheid in gevonden en vind ik het eigenlijk wel fijn. Als het niet te lang is.
Je moet gewoon leren relativeren. Het is allemaal niet zo serieus. Ieder concert was voor mij te belangrijk. Ik weigerde in te zien dat touren een groot deel van mijn leven was geworden. En dat het belangrijk is om je ook tijdens een tournee te durven lostrekken van het professionele. Vroeger ging ik na een concert nooit uit. Ik ontmoette wat fans, maakte enkele foto’s en ging daarna meteen naar bed. En ook al won ik zo misschien vijf procent aan stemkwaliteit, ik verloor vijftig procent aan emotionele kwaliteit. Ik liet het leven niet toe. Het was wachten, spelen, slapen. Elke dag opnieuw. Nu probeer ik het leven toe te laten, ook op tournee. En gewoon te aanvaarden dat ik af en toe iets heser klink.
Wat doe je zoal tussen de shows door om te ontspannen?
Tamino: Aquariums.
Aquariums bezoeken?
Tamino: (lacht) Nee, ik maak een grapje. Wandelen, uitgaan, op café gaan, vrienden zien – wherever the night takes me. Hoe langer je tourt, hoe meer mensen je in verschillende steden kent. Die kun je dan bezoeken, en dat is fijn.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Je bent op tournee geweest met Mitski, die ook te horen is op Sanctuary. Heb je van haar iets geleerd op dat vlak?
Tamino: Ja. Ze kwam vaak naar mijn set kijken, wat ik heel cool en vleiend vond. Ik doe dat niet. Ik pik ook wel eens een nummertje of twee mee van mijn support, maar ik moet even in mijn eigen wereld zitten voor een show. En ik denk dat Mitski daar ook behoefte aan heeft. Maar toch kwam ze kijken. ‘Vanavond voelde je het niet, hè?’ vroeg ze toen ik een slechte dag had. Ik vertelde dat ik het moeilijk vind om mijn nummers te blijven herbeleven. Ik ben geen road dog die ervan houdt om onderweg te zijn en avond na avond dezelfde nummers te spelen. Dat voelt soms heel performatief en verkeerd aan. Alsof ik aan het acteren ben.
‘Een show moet mensen iets doen voelen, en that’s it. Zo serieus is het allemaal niet.’
‘It’s important to remember that it’s not about you’, zei ze. Het gaat niet om jou. Als je optreedt, dan dien je het publiek. Mensen gaan niet naar een show om getuige te zijn van je gemoedstoestand. Ze willen je liedjes horen. Ze willen bewogen worden, ze willen gemotiveerd worden. Soms willen ze zelfs gewoon geëntertaind worden. Dat is een heel belangrijke les geweest. Soms lijkt het alsof je een concert voor jezelf geeft – alsof je er alleen maar bent om je werk, je platen te verkopen. Maar het doel van een tournee is niet dat je avond na avond dezelfde nummers herbeleeft. Dat gaat ook gewoon niet. De functie van een show is dat je mensen iets doet voelen, en that’s it. Zo serieus is het allemaal niet.
Every Dawn’s a Mountain
Uit op 21.03 via Djinn Records / Communion Records. Op 31.10 speelt Tamino in Vorst Nationaal.
Tamino
Geboren in 1996. Zijn ouders dopen hem Tamino, naar het hoofdpersonage uit De toverfluit.
Groeit op in Mortsel.
Speelt vanaf zijn veertiende in punkrockgroepjes. Maakt dan al indruk met zijn kenmerkende kopstem.
Wint in 2017 met Habibi De Nieuwe Lichting van Studio Brussel.
Debuteert in 2018 met het album Amir, in 2022 gevolgd door Sahar, en bouwt razendsnel een internationale carrière uit.
Werkt voor zijn nieuwe plaat, Every Dawn’s a Mountain, samen met Mitski en muzikanten van Bon Iver en Arcade Fire.
Is de kleinzoon van de bekende Egyptische acteur en zanger Moharam Fouad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier