Bring Me the Horizon is een arenarockband geworden, en maar goed ook

4 / 5
© Wouter Van Vaerenbergh
4 / 5

Artiest - Bring Me the Horizon

Locatie - Pukkelpop

Tobias Cobbaert

Vijftien jaar geleden had niemand kunnen voorstellen dat Bring Me the Horizon op het hoofdpodium van Pukkelpop zou spelen. De epische nu-metal van de boyband in metalvermomming bleek echter op maat gemaakt te zijn voor de main stage.

Weinig bands kennen zo’n bizarre carrièreloop als Bring Me the Horizon. In de begindagen was het een snoeiharde, maar niet bijzonder goede deathcoreband. Op hun derde plaat, het pompeus getitelde There is a hell, believe me I’ve seen it, there is a heaven, let’s keep it a secret begon de groep haar sound echter open te trekken en de synthesizers en veel grotere rol toe te bedelen. Die aanpak wierp vooral haar vruchten af op het volgende album, Sempiternal, waarop de groep atmosferischer dan ooit klonk en aan een soort ruigere Deftones deed denken. Op de twee albums daarna begon de slinger weer door te slaan, en op enkele sterkere singles na verviel de groep wat in goedbedoelde, maar slappe experimentjes.

© Wouter Van Vaerenbergh

Twee jaar geleden verrasten de Britten echter opnieuw met de sterke ep Post human: survival horror, haar sterkste werk tot nu toe. De beste elementen van Linkin Parks oude geluid worden erop uitvergroot en kregen een moderne, stevigere update. De sound is ongegeneerd episch, maar dankzij de beukende riffs en de korrel die altijd in Oliver Sykes’ stem aanwezig blijft, wordt het nooit kitscherig.

Boyband in metalvermomming

Dat de sound van Bring Me the Horizon ondertussen groots genoeg is om volledige festivalweides te vullen, bewezen ze meteen met opener Can you feel my heart. De emotionele synthesizers schalden zweverig door de speakers, de gitaren zorgden voor een stevige fundering en Oli Sykes wist met zijn schorre stem de menigte naar zijn pijpen te doen dansen. Pathetische teksten als ‘I can’t drown my demons, they know how to swim’ moest je er wel bijnemen. Schrijnende schrijfsels, qua kwaliteit is het zowat de enige constante in Bring Me the Horizons oeuvre.

© Wouter Van Vaerenbergh

Als het met genoeg overtuiging gebracht wordt, hoeft dat echter geen gigantisch struikelblok te zijn. En op dat vlak kwam Bring Me the Horizon er vlotjes mee weg. Oliver Sykes stelde zich op als een licht arrogante, licht dreigende frontman in zijn zwarte hoodie. ‘You call that a moshpit? You’re going to embarass your country,’ sprak hij het publiek jennend toe. Niet bepaald vriendelijk, maar die attitude hielp wel om de muziek harder te doen aankomen. Het springerige Teardrops of het razende Dear diary kregen er een extra scherp randje door.

Al ging het duidelijk om gespeelde arrogantie. Doorheen de set contrasteerden de zwarte outfits van de groep mooi met de roze LED-schermen vol hartjes. Tijdens het emotionele Drown liet Oliver Sykes zijn schild van arrogantie zakken en sprong hij het publiek in om handjes en knuffels uit te delen. Het benadrukte nogmaals wat de beukende doch toegankelijke sound van de groep al lang duidelijk maakte: eigenlijk is Bring Me the Horizon een boyband in metalvermomming. En daar is niets mis mee, want popmuziek met een harde fundering kan verdomd lekker klinken.

Wel een waarschuwing voor eventuele nieuwe fans die Bring Me the Horizon na haar passage op Pukkelpop gewonnen heeft: skip die eerste twee platen. Vertrouw ons.

© Wouter Van Vaerenbergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content