Ze heeft er lang op moeten wachten, maar in 2025 mocht Rose Gray de plakkerige dansvloer eindelijk inruilen voor het podium. Met dank aan haar vrienden, raves in Hackney en een break-up met Harris Dickinson. ‘Ik ben altijd blijven manifesten dat er íéts zou gebeuren.’
‘Oh my gosh! Ik zag net een auto supergevaarlijk uitwijken…’
Rose Gray zit in de auto wanneer ze ons belt. Haar camera staat uit – ze wordt wagenziek als ze naar haar telefoonscherm kijkt, en de roekeloze chauffeurs op de weg helpen niet. De voorbije zomer stonden meer dan 20 optredens op haar programma. In juli was ze op tournee met Kesha, ‘a hardworking icon’, daarna volgden grote shows in Chicago en New York. Straks start haar eerste headlinertournee door Europa. ‘De laatste drie weken had ik even pauze en ik voelde dat ik het touren al miste’, zegt ze. ‘Ik ben verslaafd, vrees ik.’
Sinds de 28-jarige Britse in januari haar zelfverzekerde debuutplaat uitbracht, groeide Gray uit tot een van de popsensaties van het moment. Louder, Please is hedonistische dancepop die klinkt alsof Kylie Minogue haar nachten doorbracht in een vettige ravekelder. Net als Charli XCX’s Brat verzoent Gray undergroundgeluiden van onder meer Sega Bodega (Caroline Polachek, FKA Twigs) met vlot verteerbare pop die je ook in de betere Spaanse strandbar kan terugvinden. Met Party People, een stuiterende liefdesbrief aan ‘party people who fuck’, diende ze al in hartje winter een overtuigende kandidaat in voor song of the summer. En het introspectieve Everything Changes (But I Won’t) werd, volgens Gray, recent nog gepromoveerd tot openingsdans voor een ‘beautiful gay couple in Barcelona’. Deze maand volgt een deluxe remixplaat, met samenwerkingen met Mel C., JADE en Shygirl. Ze heet A Little Louder Please, een nogal beschaafde titel voor een collectie van nummers die zij zelf beschrijft als ‘agressief, duister, emo en sexy.’
Rave on
Het succes komt niet uit het niets. Gray werkt er al haar hele leven naartoe. Ze groeide op in een creatief gezin in Walthamstow, in het noordoosten van Londen. Haar ouders zijn allebei acteurs, zij speelt al van kinds af aan piano. Op haar zestiende tekent ze haar eerste platencontract. Maar: het blijkt een wurgcontract te zijn. Met de hulp van een advocaat krijgt ze haar vrijheid terug. De honderd indiepopnummers die ze al had gemaakt, is ze voorgoed kwijt. ‘Ik heb me lang geschaamd voor wat ik toen geschreven heb. Ik was nog zo jong en heel erg into singer-songwritermuziek. Pas nu kan ik daar de kleine stapjes in horen die me uiteindelijk hebben gebracht waar ik nu sta. Zelfs een nummer als Hackney Wick is in essentie een singer-songwriterachtig gedicht over feesten.’
Ze verwijst naar misschien wel het vreemdste, maar tegelijk meest centrale nummer van haar plaat. Hackney Wick is deels song, deels slampoetry. ‘I wrap my coat ’round your shoulders / There’s this mad energy in East tonight. Why does the city get me so well?’ vraagt ze zich af op een pulserende beat. Zo hard lachen dat je op de grond valt, te weinig kleren dragen, spontaan mensen beginnen te kussen: wat ze beschrijft, kon eender welke clubavond uit haar twintigerjaren zijn. Vanaf haar negentiende werkt ze in Fabric, een bekende Londense club. Na haar shifts verkent ze de warenhuizen van Hackney Wick. ‘Er gebeurde iets in die buurt wat ik nergens anders vond. Hier woonden alle creatievelingen en muzikanten. Nu staat het vol flatgebouwen en is het helemaal gegentrificeerd, maar toen was het er wild en ruw.’
Beste vrienden
Rond haar 25e worden die warenhuizen haar tweede thuis. Het was net uit met haar jeugdlief, Harris Dickinson, de acteur uit Babygirl én kersvers regisseur van Urchin. Intussen zijn ze alweer jaren samen, en recentelijk verloofd, maar in de korte tijd zonder elkaar valt ze volledig terug op haar vrienden. ‘Ik weet dat iedereen dat zegt, maar ik heb de beste vriendengroep ooit. We kennen elkaar al van toen we tieners waren, maar zijn nog altijd close. Iedereen werkt ook in het nachtcircuit. Of het nu gogodansen, dj’en of performen is. Mijn goeie vriendin Charlie heeft bijvoorbeeld een grote invloed op mij gehad: zij zit achter het feestcollectief Queer House Party en is allicht de eerste die me meenam naar de queer undergroundscene. Met sommige van die vrienden heb ik al langer een relatie dan mijn huidige partner. Louder, Please is een plaat vol liefdesliedjes, maar vele zijn niet voor mijn partner, maar voor hen.’
‘Nu ik succes heb, besef ik pas hoe gefrustreerd ik was de afgelopen vijf jaar.’
Of ze raven per definitie als een collectieve ervaring ziet, vragen we tot slot. ‘Samen uitgaan kan zo krachtig zijn, maar anderzijds: niets gaat boven een lekker individualistisch momentje in de club. Ik ben al een paar keer op mijn eentje uitgegaan, en dat was best fijn. Het kan niemand iets schelen dat ik daar alleen ben.’ Bovendien is het soms gemakkelijker om je gedachten de vrije loop te laten met de lichten uit en enkel pompende bassen als gezelschap. ‘Het klinkt misschien wat diep, maar nu ik succes heb, besef ik pas hoe gefrustreerd ik was de afgelopen vijf jaar. Ik bracht goede songs uit, maar er kwamen geen shows, geen doorbraak. Het voelde alsof niemand luisterde. Soms was uitgaan mijn manier om die frustratie over mijn carrière te verwerken.’
Als ze heel eerlijk is, had ze zelfs geen hoge verwachtingen meer van haar debuut. ‘Maar ik ben altijd blijven manifesten dat er íéts zou gebeuren. En nu het er is, voelt het heel goed.’
Rose Gray
Geboren op oudejaarsavond, 1996, in Londen.
Werkt vanaf haar 19e in een nachtclub en blijft plakken.
Combineert haar liefde voor Robyn en Madonna met haar liefde voor raves.
Is verloofd met Harris Dickinson, haar jeugdlief, die twee van haar videoclips regisseerde.