Apathische intimiteit en spookachtige douchegordijnen bij Sega Bodega in le Botanique
Artiest - Sega Bodega
Datum - 08/05/2022
Locatie - Le Botanique
Op schuchtere wijze pakte Sega Bodega de Botanique in met zijn alternatieve r&b, waarin extroverte beats nochtans schering en inslag waren.
Sega Bodega is een druk bezet man. Aan de lopende band produceert hij beats voor artiesten als Shygirl, Oklou, FKA twigs en Zebra Katz. Daarnaast smeert hij ook regelmatig zijn stembanden om bijvoorbeeld op nummers van Dorian Electra te zingen. U zou haast vergeten dat hij ook onder zijn eigen naam muziek uitbrengt. Onterecht, want het vorig jaar uitgebrachte Romeo was een erg mooie plaat, waarin extroverte beats en ingetogen zanglijnen een benevelende combinatie vormden. Met dat nieuwe werk onder de arm zakte Bodega af naar de Brusselse Botanique.
Zweverige boswandeling
Publieksopwarmer van dienst was Bby Eco, een jonge artiest uit Amsterdam. Dankzij het zweverige sfeertje van zijn bubbelige beats en zijn bewerkte vocals deed zijn sound ons wat aan het Zweedse Drain Gang-collectief denken. Waar die Scandinaviërs vaak erg doorleefd en depressief klinken, had de muziek van Bby Eco echter iets heel puurs. Alsof je een boswandeling op paddo’s maakte en de natuur weer veer de eerste keer mocht ontdekken. Zelf noemt de artiest zijn microgenre dan ook ‘ecopop’, waar naar eigen zeggen de schoonheid van de natuur het centrale thema vormt.
Er waren dus twee manieren waarom deze artiest zichzelf ‘baby’ gedoopt kan hebben: zijn hoge stemmetje en de verwondering die zijn muziek uitstraalt. Live werden de bassen wel iets harder aangedikt, waardoor de keteldrums van hyperpopproducers als Umru soms in de achtergrond lonkten. Toch bleef het geheel altijd heel zweverig, en was het erg fijn om op deze warme lentedag ook in een donkere concertzaal van de zaligmakende natuur te kunnen genieten.
Abstracte pathetiek
Sega Bodega kwam moederziel alleen op, al konden we verder niet van een leeg podium spreken. Drie doorzichtige lappen stof bezetten de volledige bühne, waarachter Bodega schuchter in zijn microfoon zong. Precies of hij zich enkel comfortabel voelde wanneer hij onder de douche kon zingen, en dan maar de gordijnen uit zijn badkamer meegenomen had.
Het creëerde een bepaalde afstand tussen zanger en publiek, die behoorlijk goed bij de muziek paste. De show werd geopend met Effeminacy, waarin harde, licht-abstracte emoties uitmondden in grootse pathetiek. Het bleek exemplarisch voor de rest van de show, waarin de apathische uitstraling van Bodega clashte met de intieme thema’s van de songs en de extroverte beats. Vreemd genoeg versterkten al die elementen elkaar, in plaats van te vloeken.
Spookachtige douchegordijnen
Na een nummer of drie kroop Bodega alsnog naar voren, waardoor de barrière van het douchegordijn doorbroken werd. Dat wil nog niet zeggen dat de zanger zich open begon te stellen. In zijn grijze sweater, alsof hij snel nog de laatste trui uit zijn kast had geplukt, staarde hij naar zijn schoenen terwijl hij zijn beats zijn werk liet doen. Zo bleken de UK garage-ritmes van Only Seeing God When I Come de perfecte soundtrack om te huilen in de club, terwijl de neurotisch bewerkte zanglijnen van Luci bizar aanstekelijk klonken.
Wanneer de opgehangen lakens niet als bescherming dienden, liet Bodega er een windmachine door blazen waardoor ze spookachtig gingen wapperen. Ook dat element paste uitstekend in de show, want Bodega gedroeg zich zelf ook als een geest op het podium. Door zijn benevelde uitstraling zou u bijna vergeten hoe intiem zijn materiaal is. Op twee nummers na bestond de hele setlist uit nummers van zijn nieuwste plaat Romeo, zijn beste tot nu toe. Bovendien is het een album waarop interessante instrumentals hand in hand gaan met emotionele teksten over zelfontplooiing, liefde en eenzaamheid.
Apatisch-intieme tweestrijd
De laatste twee nummers vatten de dualiteit van Bodega’s show goed samen. Het trage I Need Nothing for You diende haast als kampvuurmomentje, mochten het wiegende ritme en Bodega’s bewerkte stem niet zo bevreemdend klinken. Als afsluiter kregen we dan weer het stomende Cicada, waarvoor Bodega samenwerkte met de experimentele diva Arca. Over een krioelende beat die inspiratie put uit Latijns-Amerikaanse dansmuziek legde Bodega zijn apathische, gebroken hart bloot.
Wie op voorhand niet wist welke show die ging bezoeken, zal door Sega Bodega’s optreden wellicht geen fan zijn geworden. Daarvoor was zijn verschijning te apathisch. Wie Romeo al had grijsgedraaid, zal daarentegen met nog meer appreciatie voor die plaat naar buiten zijn gekomen. Bodega begreep de tweestrijd van zijn materiaal maar al te goed, en vertaalde die live naar een apatisch-intieme show.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier