Jade Mintjens wil een rolmodel voor seuten zijn: ‘Maar er zitten ook coole mensen bij mij in de zaal’

Jade Mintjens in de Arenbergschouwburg te Antwerpen © Anneke D’Hollander

Als kind wilde ze Maria zijn, de ster van de processie. Nu is Jade Mintjens de koningin van de Vlaamse comedy en is ze niet weg te slaan van het televisiescherm. ‘Door humor kan ik met het leven omgaan.’

‘Ha, maar ik turf! Wacht, ik zoek mijn bierkaartje even.’

Jade Mintjens rommelt in haar rugzak en begint, nadat ze het bewuste bierviltje heeft opgediept, in een diepe concentratie te tellen. ‘Vijf, tien, twintig, vijftig, honderd… 124 keer! Zonder de try-outs.’

Zo veel keer speelde Mintjens Bedankt om te komen dus al, haar eerste avondvullende voorstelling, die anderhalf jaar geleden in première ging en waarmee ze sindsdien zowat elk cultuurcentrum in Vlaanderen heeft aangedaan. De Melkerij in Zemst, De Schakel in Waregem, Palethe in Pelt, noem een cc en Mintjens heeft het uitverkocht. Eind dit jaar volgt ook nog eens de Lotto Arena in Antwerpen.

Schijnbaar geruisloos is Mintjens ontpopt als de koningin van de Vlaamse comedy. ‘Het is allemaal heel snel gegaan’ zal ze tijdens ons gesprek meer dan eens zeggen.

© Anneke D’Hollander

We zitten op het podium van de Arenbergschouwburg in Antwerpen. Het is vrijdagochtend, de zaal is leeg. ‘Hier voel ik me het best’, zegt Jade Mintjens. ‘Op een podium.’

Ook op tv is de Kempense inmiddels een vaste waarde. Dit voorjaar was ze te zien als sidekick en actrice in De ideale wereld en samen met haar bestie Charlotte Sieben in de rubriek ‘Ongezien’ in het vernieuwde Man bijt hond. En dan zouden we haar deelname aan Kamp Jeroom nog vergeten. Hebben we hier te maken met een brutale machtsovername?

Het bierviltje gaat opnieuw de rugzak in.

‘Als ik ergens nieuw ben, ben ik vrij stil’, zegt Mintjens. ‘Maar zodra ik me op mijn gemak voel, moeten ze me vaak intomen.’

***

Jade Mintjens houdt van regels. Hoe meer regels, hoe beter. Ze brengen rust, en ruimte in het hoofd. Op school heeft ze naar eigen zeggen nooit iets gedaan wat niet mocht, nog steeds niet eigenlijk. ‘Ik snap bijvoorbeeld niet waarom je dat doet, te snel rijden. Ik vind het heel gemakkelijk als er een leidraad is die je kunt volgen.’

© Anneke D’Hollander

Vijf jaar geleden bekende ze in dit blad dat ze zich stilaan klaar voelde ‘om headliner te zijn’. Het lijkt alsof ze sindsdien naadloos het parcours heeft gevolgd om die ambitie waar te maken. En toch zegt Jade Mintjens nu: ‘In vergelijking met de andere comedians heb ik een totaal verschillend traject afgelegd.’

Hoezo?

Jade Mintjens: Ik heb om te beginnen nooit aan een open mic meegedaan, mijn eerste optreden was al meteen betaald. Het is supersnel gegaan allemaal, ik begrijp het zelf soms nog niet goed. Na een van mijn eerste avondvullende shows zat ik in mijn loge en besefte ik opeens: deze mensen zijn speciaal voor mij naar hier gekomen, ze hebben hun hele avond rond mijn show gebouwd, en ik kon me op het podium blijkbaar nog veel permitteren ook. Dat was een totaal ander gevoel dan wanneer ik nog voorprogramma’s deed, van Bart Cannaerts of Xander De Rycke.

‘In de toneelschool zeiden ze vlakaf: Ik weet niet of het podium je plek is.’

Waarom is net jou dit overkomen?

Mintjens: Ik weet het niet. Omdat ik het zelf ook heel graag wilde, denk ik. (zwijgt even) Tijdens mijn drie jaar aan de kunsthumaniora had ik voor het eerst in mijn leven het gevoel dat ik ergens bijhoorde, het schooljaar ervoor lag ik heel slecht in de groep en werd ik uitgesloten. We zaten maar met honderd man op die school en je kon alleen muziek of woord volgen. Dat was lachen van ’s morgens tot ’s avonds. Spelen, zonder zorgen of een idee van wat ‘het echte leven’ was. Daarna ben ik naar de toneelschool getrokken en daar zeiden ze vlakaf: ‘Ik weet niet of het podium je plek is.’ Een keiharde slag in mijn gezicht. Ik was zo blij dat ik even later een herkansing kreeg in het VRT-programma Voor de leeuwen en zo werd opgepikt. Ik studeerde toen nog wel filosofie. Ik kan me een moment herinneren dat ik tegen mijn mama zei: ‘Ik ben hier mijn tijd aan het verdoen.’ Ik ben een beetje een seut, maar ik heb toen toch de stap gewaagd.

‘Ik ben een beetje een seut’ is wel een redelijk confronterende vaststelling om over jezelf te maken, niet?

Mintjens: O, maar dat vind ik helemaal niet erg. Ik vind het zeer oké om een seut te zijn. Op den bureau bij De ideale wereld wordt daar soms mee gelachen, als ik bijvoorbeeld vertel dat ik ’s avonds altijd al mijn kleren voor de volgende dag klaarleg, in plaats van zoals de meeste mensen ’s ochtends vroeg pas alles bij elkaar te rapen. Ik vind mezelf een seut, maar ik vind mezelf voor alle duidelijkheid ook heel cool.

‘Ik vind het zeer oké om een seut te zijn.’

En ook seuten hebben een rolmodel nodig.

Mintjens: Voilà! En die rol wil ik graag op mij nemen.

Ziedaar de sleutel van je succes: er zijn in Vlaanderen heel veel seuten.

Mintjens: Inderdaad, de zalen zitten er vol mee. Al ben ik nu aan het denken: ik heb af en toe, links en rechts, ook wel al coole mensen zien zitten. Maar het is zeker waar, mijn stijl is veel minder hard dan die van bijvoorbeeld Vincent Voeten, mijn beste vriend. Als je me kent van tv, weet je min of meer wat je in mijn zaalshow kunt verwachten.

Je hebt nog nooit iemand halverwege je voorstelling ontgoocheld zien opstappen?

Mintjens: Soms staan er mensen op om naar het toilet te gaan, maar tot nog toe heb ik ze altijd allemaal opnieuw naar binnen zien komen.

Hoe ziet de gemiddelde Jade Mintjens-fan eruit?

Mintjens: Wel, daar ben ik dus supertrots op: het gemiddelde comedypubliek in Vlaanderen bestaat uit mannelijke dertigers, maar bij mij is er echt een grote variatie. Van zestienjarigen tot oude mensen, mannen én vrouwen, grootouders met hun kleinkinderen… Ik ben blij dat ik zo’n breed publiek aanspreek. En ik ben deze show zelf ook nog altijd niet beu, al ken ik hem nu zo goed dat ik hem de komende tien jaar van begin tot eind uit het hoofd kan opzeggen. Ik probeer elke avond te blijven improviseren, zodat het echt spelen blijft, acteren eigenlijk, en ik het ook voor mezelf spannend houd.

© Anneke D’Hollander

Je hebt ooit gezegd dat je ervan droomt om de maagd Maria te zijn.

Mintjens: Ik heb me ondertussen laten ontdopen, na alle schandalen over kindermisbruik in de kerk, maar de opflakkering om te willen acteren en spelen is volgens mij begonnen in de kerk. Ik zat op een katholieke school, we gingen elke maand naar de kerk, en daar wilde ik altijd de teksten voorlezen. Ik heb ook ooit Melchior gespeeld in het kerstspel – ik had slechts één woord tekst, ‘Sjaloom’, en ik heb daar toch nachten niet van geslapen, door de zenuwen. En in het dorp liep ik elk jaar mee in de Leonardusprocessie. Moeder Maria had een lange sleep, die werd vastgehouden door een hoop kinderen, en ik weet nog dat ik toen dacht: ooit wil ik Maria zijn, de ster van de processie. Die rol wil ik. Ondertussen hebben ze me de rol al aangeboden, maar het paste toen niet in mijn agenda en ik wil ook niet de BV zijn die de hele processie rond haar doet draaien. Dan gun ik het liever iemand uit het dorp.

Alles wat bij mijn job komt kijken, hoeft eigenlijk niet voor mij. Onlangs was ik met Charlotte Sieben op uitstap in Nederland en op restaurant werden we onvriendelijk behandeld. Heerlijk! Daarom ga ik ook zo graag op reis, dan word ik weer behandeld als een stuk stront. (lacht) Zodra je een beetje bekend bent, merk je dat iedereen opeens veel vriendelijker tegen je doet. Ik merk dat ik daardoor gereserveerder door het leven ga. Nu, ik snap het natuurlijk: als Sergio Quisquater ergens zou binnenkomen, of Hanne Verbruggen van K3, dan zou ik ook beginnen te fluisteren en te staren. (lacht)

Joris Hessels vertelde me dat hij vaak met Dieter Coppens wordt verward. Herkenbaar?

Mintjens: O, ja! Onlangs zat ik in mijn auto en kwam er een oudere dame op het venstertje kloppen. ‘Ik herken u van Thuis’, zei ze. (lacht) Ik heb het spel meegespeeld, zodat zij tevreden naar huis kon. En in het begin werd ik vaak verward met Amelie Albrecht. Twee blonde comédiennes, wat wil je? Wat ik wel jammer vind, is dat organisatoren ons bijna nooit samen op de line-up zetten. ‘Ah nee, er is al een blonde comédienne.’ Daardoor speel ik bijna nooit met Amelie samen. Terwijl we inhoudelijk totaal verschillend zijn.

© Anneke D’Hollander

‘Vrouwen die op een podium stappen, worden vaak geseksualiseerd, ook en zeker in stand-upcomedy’, zei professor bedrijfseconomie Eline Jammaers onlangs in De Standaard. ‘Niet alleen vanuit het publiek maar ook bij organisatoren of collega-comedians’.

Mintjens: (denkt even na) Iedereen beleeft wat hij of zij beleeft en ik ben de laatste om te zeggen dat dit niet waar is, maar zelf heb ik me nog nooit behandeld gevoeld als ‘de vrouw’. En dan heb ik het vooral over mede-comedians, die me naar mijn gevoel niet anders behandelen dan een man. De gesprekken verlopen even vettig als ik erbij ben, ik ben nog nooit uitgelachen of wat dan ook. Soms krijg je zelfs meer kansen, net omdat je een vrouw bent.

Positieve discriminatie kan ook wraakroepend zijn.

Mintjens: Omdat cultuurcentra aan hun quota moeten komen, zullen ze soms misschien nog snel een vrouw boeken. Ik kan me voorstellen dat dat gebeurt, ja. Maar ik denk altijd: als je goed genoeg je best doet en je materiaal is goed, kom je er wel. Of je nu man of vrouw bent, een handicap hebt of niet.

Maar waar winnaars zijn, zijn er ook verliezers. Wie weet, krijgt iemand anders – een blanke man van 65, ik zeg maar wat – minder kansen omdat jij als jonge vrouw wel kansen krijgt.

Mintjens: Dat snap ik, maar dan zou ik toch nog eerder denken dat die man aan zijn materiaal moet werken om relevant te blijven. Als je goed genoeg bent, zijn er voldoende speelplekken, daar ben ik van overtuigd. Hans Cools is bijvoorbeeld ook een witte man van in de dertig en die is het toch ook gelukt om een indrukwekkend parcours neer te zetten? Comedy is zo populair in Vlaanderen, en mensen gaan ook naar meerdere comedians kijken, dat er volgens mij plaats genoeg is voor iedereen.

© Anneke D’Hollander

Nog heel even over dat onderzoek: het vrouwelijke lichaam wordt volgens Eline Jammaers ofwel verstopt op het podium, ofwel overgeseksualiseerd, ofwel naar voren geschoven als voortplantingsmachine. De clichés van ‘de non, de hoer en de moeder’ zeg maar. Ik moest aan jou denken toen ik het las, met je maagd-Mariadroom.

Mintjens: (lacht en denkt na) Het zou allemaal kunnen, maar ik werk zelf nooit mee aan zulke onderzoeken omdat ik de dingen ook niet wil overanalyseren. Het grootste verschil tussen mannen en vrouwen is gewoon dat je als vrouw heel vaak de vraag krijgt hoe dat nu is, als vrouw in de comedy. Ik ben simpelweg comedian, en zo word ik naar mijn gevoel ook behandeld. Word ik soms achteruitgestoken of juist voorgetrokken boven iemand anders? Dat zal wel, maar dan denk ik: dit is nu eenmaal het lijf dat ik gekregen heb. Stop met neuten, stop met weer eens een onderzoek te maken over vrouwen in de comedy, analyseer het allemaal niet plat, je hebt gewoon ook veel mensen die verzuurd zijn of die snel op hun tenen getrapt zijn, het leven is te kort om daarmee bezig te zijn. Ik vind vrouwenrechten superbelangrijk, maar ik zou me dan liever inzetten voor onderwerpen die ik belangrijker vind: vrouwen die uitgehuwelijkt worden, meisjes die niet naar school kunnen gaan… Ik vind het fijn wanneer er meisjes naar mij komen om te zeggen hoe goed het is dat er eindelijk een vrouwelijk rolmodel is in de comedy, maar zelf had ik dat niet nodig. Ik wil me dus niet wentelen in mijn vrouw-zijn. ‘Toen heb ik eens een scheve blik gekregen, of toen geloofden ze niet in mij omdat ik een vrouw ben’, dan denk ik: ga op het podium staan en bewijs iedereen het tegendeel.

Voor een seut klinkt dat vrij baldadig.

Mintjens: Dat wel, ja. (lacht) Als ik ergens achter sta… Komaan, denk ik vaak, pak het nu gewoon zelf eens vast.

***

Als kind wilde Jade Mintjens Peter Van den Begin worden. Ze zag hem Risjaar Drei spelen in Het Toneelhuis en daarna Debby in Debby & Nancy op VTM, en ze was op slag verkocht. De combinatie van ernst en humor, theater en tv trok haar aan. ‘En hij is gewoon ook een heel aantrekkelijke, charismatische mens’, zegt ze. ‘Toen hij te gast was in De ideale wereld was ik helemaal starstruck.’

Het stond in de sterren geschreven dat ze zou gaan toneelspelen. ‘Mijn ouders zeggen het nog vaak: ik speelde vroeger alleen maar met de verkleedkoffer. En zie, bij De ideale wereld verkleed ik me nu ook nog elke dag.’

© Anneke D’Hollander

Je hebt al vaker getuigd over de angststoornis die rond je veertiende bij je werd vastgesteld, maar in je voorstelling komen die angsten niet aan bod. Waarom niet?

Mintjens: Omdat die niet passen bij de vibe die ik op het podium wil brengen. Ik vermijd grote statements en politieke humor, omdat ik niet wil polariseren. Ik vind het belangrijk om over mentale gezondheid te praten, maar heb tot nu toe nog geen nood gehad om dat in mijn set te verwerken. Zodra je iets zegt over mentale gezondheid heb je ook altijd weer mensen die reageren met ‘de jeugd kan ook niets meer aan’, en daar heb ik geen zin in. Veel comedians hebben last van angsten, en daarom heb ik indertijd ook over mijn angsten gesproken. Als je zelf met angsten kampt, is het fijn om te weten dat je niet alleen bent. Maar ik wil het onderwerp niet groter maken dan het is. De angsten blijven sluimeren, het is iets waar ik elke dag mee zit en wat me in het dagelijkse leven erg hindert, al wordt het weer beter nu de lente is begonnen. Maar ik heb van mijn moeder geleerd om te relativeren. Ik ga echt niet doen alsof mijn leven zoveel zwaarder is dan dat van iemand anders.

Voor De ideale wereld moet je wel de actualiteit op de voet volgen: ook geen pretje.

Mintjens: (lacht) Voor mij is dat net goed. In de middelbare school kon ik het nieuws nooit volgen, omdat ik het me zo aantrok dat ik er ’s nachts van wakker lag en niet kon eten. Ooit heb ik in Telefacts of in een of ander luguber Canvasprogramma iets gezien over de grootste prostitutiewijk van India, waar kinderen in een soort machine worden gelokt waar ze nooit meer uitraken of zelfs als baby al worden geprostitueerd: ik heb daar een week niet door geslapen en moest naar de dokter. Door er nu over te praten ga ik er vanavond misschien weer aan denken. Ik trek me de dingen nog altijd fel aan, maar dat heeft ook mooie kanten. Ik kan bijvoorbeeld – dat zal nu veel te diep of kunstzinnig klinken – een traan laten bij een schilderij, maar het helpt als ik iets met de actualiteit kan dóén. Ik denk nu bij elk dramatisch nieuwsbericht: zit hier een sketch in? (dit interview vond plaats vóór de commotie over ‘De Casastrook’-sketch, nadien wilde Jade Mintjens hier niet meer op reageren, omwille van de harde reacties online, nvdr.)

‘Ik denk nu bij elk dramatisch nieuwsbericht: zit hier een sketch in?’

Het is een huizenhoog cliché, maar humor is je redding?

Mintjens: Jazeker. Door humor kan ik met het leven omgaan.

***

In de comedywereld voelt Jade Mintjens zich ondertussen zo thuis dat ze elk jaar een kerstfeestje voor al haar collega’s organiseert, compleet met Secret Santa en al. Een hechte groep, noemt ze het, het woord ‘familie’ valt nog net niet.

© Anneke D’Hollander

Comedians worden wel eens ‘troosters’ genoemd, maar wie troost de troosters?

Mintjens: Wij troosten elkaar, denk ik. (zwijgt even) Soms vragen mensen wie de minst sympathieke collega is, maar ik zou met elk van hen gerust een week naar de Ardennen kunnen gaan. Het liefst met allemaal tegelijk. Dat zou nog eens een goed format voor een televisieprogramma zijn.

Het zou wel een serieuze chalet moeten zijn. Zodat ze er allemaal in kunnen. Met hun ego’s erbij.

Mintjens: (lacht) Daar zou je nog van schrikken. In de wereld der artiesten zijn de comedians de kneusjes. Driekwart van ons is gepest of heeft een lastige schooltijd gehad, het valt dus nog wel mee met die ego’s. Hout vasthouden, want er komen er natuurlijk elke dag bij. En wat je ego sowieso ook klein houdt: de ene dag sta je in een volle Stadsschouwburg in Antwerpen en voel je je de vrouw van het moment, maar de volgende dag moet je optreden voor een Rotaryclub van weet ik veel waar, zonder warm water of spiegel, en is het eten koud. Echt gebeurd.

‘Als iemand komt vertellen dat die grote fan van me is, denk ik: pak iemand die zijn leven wel op orde heeft, Pommelien Thijs of zo.’

Tot slot toch nog even: wanneer heb je voor het laatst een traan gelaten bij een schilderij?

Mintjens: In Wenen was ik erg onder de indruk van het werk van Egon Schiele. En in Berlijn was ik ontroerd bij het zien van het schilderij Zirkusvorstellung van Paul Friedrich Meyerheim, uit 1861. (toont een foto op haar telefoon) Een circus met een zwarte olifant trekt door de dorpen, zie je? Ik vond dit werk zo ontroerend omdat er ook echte, gewone mensen op staan, en sowieso ben ik gevoelig voor alles wat met geschiedenis te maken heeft. Hoe die olifant indertijd van dorp tot dorp moet zijn getrokken, terwijl de meeste mensen toen nog nooit een olifant gezien hadden. Nu ik het schilderij zo nog eens goed bekijk: het vertelt eigenlijk ook wat ik doe. Ik trek ook van dorp tot dorp, de meeste mensen hebben me nog nooit in het echt gezien, en doorgaans zijn ze blij me eindelijk eens te ontmoeten. (lacht) Maar als iemand me na een show komt vertellen dat hij of zij een grote fan van me is, denk ik wel nog altijd: pak dan toch een ander voorbeeld! Pak iemand die zijn leven wel op orde heeft, Pommelien Thijs of zo. Maar in elk geval niet mij.

Bedankt om te komen

Jade Mintjens brengt de show op 20.06 in de Coretec Dôme in Oostende en op 27.12 in de Lotto Arena, Antwerpen.

De ideale wereld

Van maandag- tot donderdagavond op VRT Canvas.

Jade Mintjens

Geboren in 1998 in Turnhout.

Verschijnt voor het eerst op tv in 2017 in het comedyprogramma Voor de leeuwen (VRT 1). Jade Mintjens was de jongste deelnemer.

Is sidekick en actrice in De ideale wereld, waar ze ook vast redactielid is.

Trekt door Vlaanderen met haar comedyshow Bedankt om te komen.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content