Het Eenzame Westen worstelt met Slawomir Mrozeks satire uit 1961. Gelukkig redden spelplezier én het sappige Oostendse dialect de boel.
The Play = In volle zee
Gezelschap = Theatermakery Het Eenzame Westen
In een zin = Een absurde komedie-in-wording gespeeld op een vlot dat dobbert op een grijs plastic zeil én op heel veel spelplezier.
Hoogtepunt = De speeches van de drie dames.
Quote = ‘êk van uus is op zen eigen’
Meer info: www.heteenzamewesten.be
Ilse De Koe staat in een oerlelijk, door het zeewater aangevreten mantelpakje voor een omgekeerde blauwe ton. Af en toe houdt ze zich vast als het vlot waarop ze staat iets te hevig op en neer gaat. Jawel, op een vlot. De speelvloer oogt dankzij een groot grijs zeil als een gestolde, stormachtige zee. Te midden die zee is een bewegend vlot gebouwd. Het is geweldig om te zien maar of het ook zo geweldig is om op te spelen, is de vraag.
Tijdens de eerste scènes spelen de acteurs – naast De Koe zijn dat Lien De Graeve, Isabelle Van Hecke en Tom Ternest (die ook regisseerde) – iets te stroef. Behoedzaam omdat de grond onder hun voeten letterlijk beweegt én omdat ze een taaltje spreken – sappig Oostends – waar je toch even aan moet wennen. Gevolg: tijdens die eerste scènes wordt het spel iets te uitdrukkelijk aangezet. De drie drenkelingen – ontsproten aan de fantasie van de Poolse Slawomir Mrozek die met dit stuk op een satirische manier politieke spelletjes hekelt – worden karikaturen die dialect uitbraken.
Maar dan! Door een gebrek aan proviand beslissen de drie – gekleed in mooie kleren die aangetast zijn het dagenlang dobberen op zee – dat een van hen zal opgepeuzeld moeten worden. Niemand offert zich op, uiteraard. Dus worden er verkiezingen georganiseerd en elk van hen mag in een speech aantonen waarom zij absoluut onmisbaar is op deze wereld (of absoluut geen smakelijke hap is). Die toespraken leveren de mooiste scènes op. Dan nemen de actrices wél de tijd om spreektaal en lichaamstaal perfect op elkaar af te stemmen of net niet. Soms maskeert de sappige taal hun zure bedoelingen, soms is de taal het bonte uithangbord van hun onzekerheid.
Dit is een groeivoorstelling. Het Eenzame Westen zet per productie – steeds vertrekkende vanuit een repertoiretekst – in op een West-Vlaams dialect dat past bij het stuk. Bij een stuk over drenkelingen op zee past Oostends, dachten ze. Dus verdiepten ze zich maanden en maanden in die taal en vertaalden Mrozeks stuk naar het Oostends. Een karwei. Op de première zag je de acteurs nog iets te veel worstelen met elkaar, het decor en de heldere dictie van die taal. Je went er nochtans snel aan. En je krijgt zelfs een schattig ‘kallepingsje’ (een schriftje) mee waarin alle moeilijke woorden en uitdrukkingen netjes vermeld staan. Die zorgzaamheid zit ook in de regie en het spel maar het voelt allemaal nog wat houterig. De acteurs moeten nog ’thuiskomen’ op hun benepen speelvloer en met iets meer rust in het hele verhaal duiken. Dat verhaal heeft echt niet zoveel om het lijf. Het is een satire uit 1961 die de intussen gekende politieke trucen smakelijk belachelijk maakt. De verrassing moet dus niet van het stuk maar van de enscenering komen. Alle ingrediënten zijn aanwezig maar het is nog wat wennen aan en afstemmen op elkaar.
Op volle zee is een absurde komedie-in-wording gespeeld op een vlot dat dobbert op een grijs plastic zeil én op heel veel spelplezier.
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier