‘Art Brussels is de Batibouw van de kunstwereld’

© David Plas

Kunstbeurs Art Brussels viert zijn veertigste verjaardag met maar liefst 23.310 vierkante meter kunst. Rinus Van de Velde en enkele verzamelaars, galeristen en curatoren vertellen alles wat u moet weten voor uw bezoek aan Brussels Expo.

Goed hydrateren en gepast ­schoeisel voorzien. Het lijkt advies voor wie de marathon van Brussel wil lopen, maar de goede raad komt van ­galeriste Sofie Van de Velde en vormt wellicht de voornaamste tip voor wie van plan is een bezoek te brengen aan Art Brussels, de grootste kunstbeurs voor hedendaagse kunst in België.

Daar valt ook dit jaar weer heel wat te ontdekken. De veertigste editie van Art Brussels brengt 177 galeries uit 31 landen bijeen. Samen goed voor een vloeroppervlakte van 23.310 vierkante meter (om bij de sportvergelijkingen te blijven: bijna vijf voetbalvelden). Die schaalgrootte is meteen ook een van de grootste voordelen van een inter­nationale kunstbeurs. Philippe Leeman, die twaalf jaar lang voor­zitter van de Vrienden van S.M.A.K. was, ­bezoekt jaarlijks minstens een zestal art fairs. De gepassioneerde verzamelaar ziet niet meteen een handigere manier om een overzicht te krijgen van wat er leeft in de hedendaagse kunst. ‘Op één plek krijg je in een à twee ­dagen een staalkaart van het wereldwijde galeriegebeuren. Nergens anders kan je zoveel contacten leggen met ­galeristen, curatoren en soms zelfs met de kunstenaars zelf. Bovendien krijg je via discovery-secties vaak een heel goed beeld van wie de opkomende namen zijn. Zelfs wie niet de intentie heeft iets te kopen, kan een beurs ook gewoon als een heel uitgebreide tentoonstelling bezoeken.’

© David Plas


Toch heeft de grootte niet alleen voordelen. Beeldend kunstenaar ­Rinus Van de Velde ontdekte op een beurs in Parijs al een kunstenaar zoals Tobias Pils, die hij voordien niet kende en nu tot zijn favorieten ­rekent, maar hij kan ook weleens moedeloos worden van de overdosis kunst die tijdens zulke ­evenementen op je afkomt. ‘Het is een dubbel ­gevoel’, zegt de Antwerpse artiest. ‘Je kunt op één plek on­gelofelijke ontdekkingen doen en je kunt er ­werken zien voordat ze “verdwijnen” in privé­verzamelingen, maar zo’n beurs blijft toch ook een beetje de Batibouw van de kunstwereld.’ ­Kunstenaars ­hebben het vooral moeilijk met de presentatie van hun werk. ‘Daar denk ik voor tentoonstellingen in de ­galerie of in musea lang over na’, zegt Van de Velde. ‘Ook op een beurs stopt mijn galerist Tim Van Laere veel tijd in het cureren van zijn stand, welke werken hij toont en hoe ze hangen, maar de mogelijkheden met die twee meter hoge valse wandjes blijven nu eenmaal beperkt.’


Ook galeriste Sofie Van de Velde, die wanneer we haar spreken onderweg is naar de Milanese kunstbeurs Miart, raakt op een beurs weleens overprikkeld. Ze raadt bezoekers dan ook simpelweg aan om zich goed voor te bereiden. Dat je de plattegrond moet gebruiken, tipte ze al in haar boek ­Expeditie Kunst. ‘Duid erop aan welke galeries en welke werken je aan­spreken, maar blijf ook openstaan voor de verrassing’, adviseert Van de Velde. Ook randevenementen zoals de ­presentatie van ­bijzondere collecties of artist talks beveelt ze aan. En daar zijn er steeds meer van. ‘De ­beleving wordt op kunstbeurzen steeds ­belangrijker.’ Dat bevestigt Ana Zoe Zijlstra van de Brusselse galerie Xavier ­Hufkens. ‘Beurzen ­hebben een commercieel doeleinde, daar kan je niet om heen, maar het zijn ook ­echte evenementen ­geworden die een allroundervaring aanbieden. Musea en galeries openen tegelijkertijd belangrijke tentoonstellingen en sommige verzamelaars zijn bereid hun privé­verzameling te tonen.’

Een beurs als Art Basel Miami Beach is pas geslaagd wanneer Beyoncé en Jay-Z er komen shoppen.


Kunstbeurzen zijn de laatste ­jaren hoe dan ook steeds hipper en talrijker geworden. Het ­Amerikaanse zakenblad Forbes constateerde in 2016 al een enorme toename van het aantal internationale kunstbeurzen en zag dat het klassieke verdien­model van de kunstmarkt, gebaseerd op transacties in ­galeries, steeds meer bepaald wordt door het ­economische model van kunst­beurzen. En het publiek ­verandert ook mee. Sommige ­celebrity’s ­pochen nog steeds graag met hun nieuwe Bentley, maar ­anderen ­pakken tegenwoordig liever uit met hun nieuwe Basquiat. Een beurs als Art Basel Miami Beach is pas ­geslaagd wanneer ­Beyoncé en Jay-Z er komen shoppen. En ­wanneer het powerkoppel een werk koopt, ziet de kunstenaar in kwestie daarna zijn order­boekje doorgaans flink vol­lopen. Dat brengt ons bij die ­andere nieuwe gast: de investeerder. ­Speculanten hebben hun weg van de klassieke beurs naar de kunstbeurs gevonden. Philippe Leeman voelt hun intrede naar eigen zeggen vooral in zijn porte­monnee. Volgens de verzamelaar is niet de ­functie van beurzen veranderd, maar de kunstmarkt zelf. Voor hem en zijn collega’s met een even grote passie voor kunst wordt het moeilijker om betaalbaar werk aan te kopen. Al valt dat laatste net op Art Brussels, dat niet bekendstaat als de duurste beurs van de kunstmarkt, nogal mee. Jazeker, je kunt er voor de prijs van een personen­wagen een schilderij of tekening oppikken, maar een mooie editie van Arpaïs Du Bois of Katrien De Blauwer heb je al voor de prijs van een combiticket Rock Werchter.


Galeristen ontkennen het ­belang van het commerciële aspect van beurzen uiteraard niet, maar ze bena­drukken dat een kunstbeurs ­meerdere doeleinden dient. ‘Galeries betalen heel veel geld voor een plek’, zegt Sofie Van de Velde. ‘Dus moet elke vierkante meter renderen. Maar dat rendement kan zowel financieel als artistiek zijn. Een beursstand is meer dan een winkeltje. Je hebt als galerist ook een verantwoordelijkheid naar je kunstenaars toe en je aanwezigheid op beurzen dient ook om je artiesten in nieuwe ­netwerken onder te brengen.’ Ook Ana Zoe ­Zijlstra beschouwt het sociale aspect van kunstbeurzen als een belang­rijke tegenhanger van de ­commerciële kant. ‘Je bouwt er internationale lange­termijnrelaties op die je via mail niet op dezelfde manier kunt onderhouden.’ Voor haar schuilt de verantwoordelijkheid van de galerist niet enkel in de verkoop, maar vooral ook in het zichtbaar maken van het werk. ‘Kunstenaars willen gezien worden, zowel door de jonge kunststudent als door een toegewijde verzamelaar. Bezoekers die hun bewustzijn over hedendaagse kunst willen aanscherpen, kunnen dat op een beurs op een toegankelijke manier doen. Je krijgt een heel uitgebreid en divers aanbod op één locatie en één moment.’


Het zijn overigens niet alleen de ­galeristen die de steeds breder wordende functie en het steeds diversere publiek van kunstbeurzen vaststellen. Zeynep Kubat, die vorig jaar als ­curator op Art Brussels nog de non-profitstand van de ­Fédération Wallonie-Bruxelles invulde met werk van Laurie Charles, ziet een verschuiving. ‘Kunst is meer dan de kunstmarkt of het ­museum alleen. Er zit nog heel veel tussenin dat ook aandacht verdient, en dat op beurzen die aandacht steeds vaker krijgt. Natuurlijk moet er op een beurs ­verkocht worden, maar ook minder ­direct verkoopbare werken vinden tegenwoordig hun weg naar de beurshal. Op gerenommeerde ­internationale beurzen zoals de Frieze Art Fair in ­Londen komt er meer aandacht voor performance en voor video- of ­installatiekunst.’

© David Plas


Ondanks de opkomst van ­speculanten en de interesse van de super­rijken, ziet de in ­Brussel ­gevestigde curatrice en schrijfster ook een toegenomen toegankelijkheid. ‘De inkomprijzen zijn meestal heel schappelijk (voor 25 euro heb je een standaardticket beet, nvdr.) en je krijgt er héél veel voor te zien. In gecureerde secties worden bepaalde kunstenaars of stromingen in de ­kijker gezet, er zijn lezingen en debatten, en het is ook altijd de moeite om buiten de ­muren van de beurs te gaan kijken. De ­lopende ­programma’s van kunstencentra, musea, ­collecties en exporuimtes van artiesten ­worden vaak op de website van een kunstbeurs gedeeld onder de noemer van een “off-programma”. Zo heb je meteen de hele agenda.’ Voor Kubat is een kunstbeurs een van de plekken waar je in ­beperkte tijd en ruimte heel veel kan zien en veel mensen kan spreken, al betwist ze niet dat er vaak nog een poenerig sfeertje hangt. Maar als Sofie Van de Velde al aanraadt om on­beschroomd je sneakers aan te trekken, gaat Kubat nog een stapje verder voor wie zich het lunchmenu van restaurant Gédéon niet kan veroorloven: ‘Dan neem je toch gewoon je boter­hammen mee?’

Art Brussels

25-28.04, Brussels Expo. Alle info: artbrussels.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content