Waarom ook u de Japanse Willy Vandersteen moet leren kennen

Een tekening van Osamu Tezuka op het stripfestival van Angoulême © Jorge Fidel Alvarez
Gert Meesters
Gert Meesters Stripjournalist voor Knack Focus.

Het internationale stripfestival van Angoulême ruimt dit jaar extra plaats in voor de Japanse strip. Blikvangers zijn exclusieve tentoonstellingen over Osamu Tezuka en Naoki Urasawa als vertegenwoordigers van het verleden en het heden van de manga.

Osamu Tezuka (1928-1986) is een soort Japanse Willy Vandersteen: een auteur die direct na de Tweede Wereldoorlog populair werd en in tien jaar tijd een bijna-monopolie uitbouwde in zijn taalgebied. Zijn eerste grote succes was Astroboy, over een robot met het uiterlijk van een kind. Zes bundels van die superheld op zijn Japans verschenen vijftien jaar geleden ook in het Nederlands.

Halverwege de jaren zestig raakten Tezuka’s kindvriendelijke strips wat voorbijgestreefd. Donkerdere strips voor een volwassen publiek, de zogenaamde gekiga, waren toen meer in de mode in Japan. Tezuka paste zich aan en maakte vanaf eind jaren zestig enkele van zijn beste reeksen, die ook in vertaling verschenen zijn: Ayako, over een meisje dat in de kelder opgesloten wordt en uiteindelijk zorgt voor het verval van een fiere landelijke familie; Kirihito, over een mysterieuze botziekte waardoor mensen er als honden gaan uitzien of Boeddha, zijn gefictionaliseerde biografie over de stichter van het boeddhisme.

Terwijl de bezoeker bij Tezuka in bewondering staat voor de veelzijdigheid en de avontuurlijke paginacomposities, moet je bij Urasawa echt in de verhalen duiken .

De tentoonstelling over Tezuka in het Musée d’Angoulême toont honderden originele tekeningen en strippagina’s uit zijn hele carrière. Voor wie het allemaal wil lezen, leggen de curatoren in de begeleidende tekstkadertjes ook uit welke dingen voor Japanners vanzelfsprekend zijn, maar Europese lezers ontgaan.

Zo opent de tentoonstelling met een tekst waarin uitgelegd wordt dat Tezuka’s koosnaampje ‘manga no kamisama’, ‘god van de manga’, voor Japanners een minder superlatieve betekenis heeft dan voor Europeanen. In een land dat sinds mensenheugenis wordt beheerst door een religies met meerdere goden betekent zo’n bijnaam uiteraard iets anders dan in het monotheïstische Europa. Dat neemt niet weg dat Tezuka nog steeds een overweldigende invloed uitoefent op de huidige Japanse productie.

Goeroe

Dat blijkt ook in de tweede Japanse expositie op het festival van Angoulême over Naoki Urasawa (1960-),een van de succesvolste manga-auteurs van deze eeuw en iemand die zwaar beïnvloed werd door Tezuka.

Urusawa is vooral bekend door zijn thrillers Monster en 20th Century Boys. In Monster, dat integraal in het Nederlands verscheen, redt een goedhartige Duitse chirurg het leven van een jongen in plaats van dat van de burgemeester. Later blijkt de jongen een psychopathische seriemoordenaar. De dokter achtervolgt hem door Europa en ontdekt gaandeweg waarom de jongen zo kwaadaardig werd. De adembenemende thriller werd in 2003 al genomineerd voor het beste scenario in Angoulême.

De auteur legt in een video uit dat hij tientallen pagina’s van een verhaal samen wou tentoonstellen zodat de bezoeker het verhaal kon lezen op de originele tekeningen.

Een jaar later won Urasawa zelfs de prijs voor de beste serie met 20th Century Boys, waarin een goeroe aanstuurt op het einde van de wereld. De goeroe blijkt in zijn jeugd onbewust getraumatiseerd te zijn. Zijn vroegere vrienden proberen hem op te sporen en tijdig tegen te houden. Van 20th Century Boys werd maar twee derde in het Nederlands uitgebracht.

In de tentoonstellingen zijn ook Urasawa’s minder bekende reeksen te zien, zoals Yawara! over judo of Happy! over tennis. De relatief korte serie Pluto is een directe verwijzing naar Urasawa’s grote voorbeeld Tezuka, want hierin hervertelt de auteur op zijn manier een bekend verhaal van Astroboy. Kers op de taart is Mujirushi, een in Europa nog ongepubliceerd verhaal in opdracht van het Louvre waarin hij een klassiek mangapersonage opvoert als slechterik. Urasawa is zich met andere woorden voortdurend bewust van zijn Japanse voorgangers en doet interviews met collega’s voor Japanse tv.

Opvallend is de presentatie van zijn werk. De auteur legt in een video uit dat hij tientallen pagina’s van een verhaal samen wou tentoonstellen zodat de bezoeker het verhaal kon lezen op de originele tekeningen. Dat zou een betere connectie tussen auteur en lezer tot stand moeten brengen dan de vaak slecht gedrukte mangatijdschriften.

Urasawa beseft dat hij in de eerste plaats een verteller is. Terwijl de bezoeker bij Tezuka in bewondering staat voor de veelzijdigheid en de avontuurlijke paginacomposities, moet je bij Urasawa echt in de verhalen duiken om zijn magistrale talent helemaal te appreciëren.

In het officiële programmaboekje van het festival kondigt de artistieke directeur aan dat toekomstige festivals altijd een Japans onderdeel zullen hebben, omdat Japan nu eenmaal een van de drie belangrijkste domeinen is van de hedendaagse stripproductie, naast Europa en Noord-Amerika. Er is waarschijnlijk geen beter moment om zo’n voornemen openbaar te maken dan tijdens een festival met tentoonstellingen over Tezuka én Urasawa.

Osamu Tezuka, manga no kamisama, Musée d’Angoulême, tot 11 maart

L’art de Naoki Urasawa, Espace Franquin, Angoulême tot zondag 28 januari, nadien te zien in Parijs van 13 februari tot 31 maart

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content