‘Kwallen hebben geen oren’ van Adèle Rosenfeld: een slimme analyse van de kracht van taal

4 / 5
© Getty

Adèle Rosenfeld, De Bezige Bij

Kwallen hebben geen oren

Oorspronkelijke titel: Les méduses n'ont pas d'oreilles, 224 blz, 22,00 euro

4 / 5
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Louise leeft tussen haakjes. Op een dag zal de stilte haar volledig inkapselen. Debutante Adèle Rosenfeld geeft haar een krachtige stem.

Louise krijgt een koptelefoon op haar oren gedrukt. Een lage stem fluistert woorden richting haar trommelvlies, woorden die ze moet herhalen ‘als een halvegare papegaai’. De stem wordt steeds zachter, tot die in de mist verdwijnt, ruis wordt, waarna haar verbeelding het overneemt. In haar hoofd, tussen de doffe granaatinslagen van de taal, ziet ze een soldaat over een slagveld zwerven, een verloren ziel die zijn vrouw mist, aan de lente denkt en aan de fruitmand die thuis op tafel stond. Sprak de fluisterstem over citroenen? Over loopgraven?

Het oordeel – hoe toepasselijk kan een woord zijn? – van de audioloog is genadeloos: haar gehoor is opnieuw drastisch verminderd, met 15 decibel om precies te zijn. Links is Louise helemaal doof, rechts probeert haar oor met alle macht nog tonen uit de wereld te schrapen.

Er bestaat een oplossing: Louise komt in aanmerking voor een cochleair implantaat, een apparaat dat de hersenen rechtstreeks stimuleert en zo slechthorendheid een beetje verhelpt. De ingreep is onomkeerbaar, en niet zaligmakend. De kans blijft groot dat ze op termijn volledig doof wordt. Louise staat voor een moeilijke keuze.

Liegen heeft een mooie kant, het geeft je de kans nog hoop te koesteren.

Ondertussen probeert ze zich te beredderen. Ze kan liplezen, mits iedereen netjes articuleert, en de techniek werkt niet in pakweg het schemerdonker van een café. Haar vriendin Anna probeert haar op te monteren en sleurt haar mee naar een feestje waar collectief drugs wordt genomen. Opnieuw neemt haar fantasie het over: ze kust met de fictieve soldaat en er duikt ook een halfblinde hond op die niet meer van haar zijde wijkt. ’s Morgens wordt ze naakt wakker, blijkbaar draaide de roes uit op groepsseks. De taal van het vlees heeft even soelaas geboden. Maar samen met het genot deemsteren ook de laatste woorden weg. De stilte wint elke dag terrein.

Toch strijdt Louise dapper verder. Op haar werk wordt ze overgeplaatst naar het archief, waar ze overlijdensaktes moet digitaliseren. Best toepasselijk, al die stille doden. Maar haar collega’s bekijken haar met een scheef oog. Er dreigt een reorganisatie en kwatongen beweren dat Louise door haar handicap van ontslag gevrijwaard blijft. En de waanzin loert om de hoek: de denkbeeldige soldaat wordt steeds echter, samen met de droomhond, die nu ook wildvreemden begint te bijten.

De Franse Adèle Rosenfeld haalde met deze fijnbesnaarde roman de shortlist van de Prix Goncourt du premier roman. Haar relaas is geen tranentrekkend epos over een vrouw met een handicap, maar een ode aan een moedige amazone die in de stilte dreigt te stikken. Kwallen hebben geen oren is tegelijk een slimme analyse van de kracht van taal: haar roman bulkt van de ontwrichtende zinnen en de literaire spielereien die je doen nadenken over de betekenis van woorden. Is ware communicatie mogelijk of is het leven slechts een rits misverstanden? Rosenfeld laat het laatste woord aan u.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content