Stany Crets en Peter Van den Begin maken vanaf deze week de zondagavond weer onveilig. Niet als Debby en Nancy, maar als enkele bewonderaars met een schroefje los, in de docusoap ‘Fans’. ‘Vijf uur in de schminkstoel, het blijft een marteling.’

De corpulente Elvis en Ringo Seghers, die samen met hun moeder Irma – fan van alleman – in een caravan wonen. Plastisch chirurg Renaat Lambeet, die zijn vrouw Beatrijs met graagte voor Leah Thys uit Thuis zou opzijschuiven. En de werkloze Luc en Koen, die wel heel ver gaan in hun bewondering voor hun buurman, bibliothecaris Yves Nuyens. Dat zijn de hoofdpersonages in Fans, een fictieve docusoap waarin Stany Crets en Peter Van den Begin grijnzend de idolatrie van de gewone Vlaming te grazen nemen. Tien weken lang kunnen we volgen hoe Elvis en Ringo hun gehandicapte mama – wier vocabularium beperkt is tot het woordje ‘ Zazawie!’ – blij proberen te maken met een resem bordkartonnen BV’s, of hoe Luc en Koen hun obsessie voor Yves botvieren.

Waar komt het idee voor ‘Fans’ vandaan?

Stany Crets: Eigenlijk waren we gewoon op zoek naar twee vervangers voor Debby & Nancy. Tijdens een brainstorm hebben we dan Elvis en Ringo bedacht, de corpulente broers die samen met hun moeder in een caravan wonen. We wilden eerst een talkshow maken met hen als presentatoren, maar omdat we zoiets al gedaan hadden, zijn we verder blijven denken. En zo kwamen we uit op een parodie op realityprogramma’s, waarin de idolatrie van gewone mensen voor de helden van de televisie gepersifleerd wordt.

Ik las dat jullie de verhalen ter plaatse verzonnen hebben.

Crets: We hebben inderdaad bijzonder veel geïmproviseerd. De grote verhaallijnen lagen vast in het scenario, maar vaak bestonden die uit niet meer dan enkele zinnen. Dat was wel een luxe: normaal gezien moet je gewoon telkens een scène van een minuut of twee spelen, maar nu mochten we letterlijk verder doen tot de tape op was.

Tom Waes zei over ‘Het Geslacht De Pauw’, dat ook grotendeels bij elkaar geïmproviseerd was, dat hij vaak schrok van wat er uit zijn mond kwam zodra hij in zijn personage zat. Was dat bij jullie ook?

Crets: Ik moet toegeven dat er na een tijdje toch onvermoede emoties naar boven kwamen, die er waarschijnlijk niet waren geweest als alles netjes op papier stond. (lacht) Maar het was zeer prettig werken, zeker omdat Peter en ik elkaar zo goed kennen. Wij hebben aan een halve lettergreep genoeg om te weten waar de ander heen wil. En als je een gek idee krijgt, moet je je ook niet afvragen of de ander zal meedoen. Wij volgen elkaar blindelings.

Als jullie zoveel materiaal hadden, was het dan niet moeilijk om een keuze te maken?

Crets: Neen, want dat hebben we aan iemand anders overgelaten. (lacht) We wilden echt werken volgens het stramien van een docusoap en daar kunnen de ‘hoofdrolspelers’ ook niet beslissen welke beelden er de uiteindelijke selectie halen. Wij hebben dus alles in handen van onze regisseur gegeven en zijn er zelf afgebleven. En net zoals bij veel kandidaten uit de echte realityshows was er af en toe een scène waar we ons toch een beetje om schaamden. (lacht)

Eerlijk gezegd, toen ik de eerste foto’s van Elvis en Ringo zag, dacht ik: ‘Die Crets en Van den Begin zitten toch echt wel graag in een schminkstoel.’

Crets:(lacht) Neen, dat is nog altijd een marteling. Maar het is onze eigen schuld natuurlijk. Vooraleer we aan een nieuw programma beginnen, denken we altijd: Wat is er in Vlaanderen nog niet gedaan? En dit soort special effects kom je hier zelden tegen. Maar Elvis en Ringo zijn het extreemste wat we al gedaan hebben. Frans en Claudine (uit ‘Als ’t maar beweegt’, nvdr.), dat ging ook al ver, maar deze keer was het echt ‘een uitdaging’, om in het jargon te blijven. (lacht)

Hoeveel tijd nam de ‘extreme make-over’ dan in beslag?

Crets: We moesten ’s ochtends om vijf uur op de set aanwezig zijn, en dan duurde het zowat vijf uur vooraleer alles in orde was. En daarna moesten we dus nog aan de opnames beginnen hé, in dat kostuum. Ik zweer het je: op den duur is zo’n pak gewoon een sauna. Je vermagert zienderogen.

Hebben jullie aan de verleiding kunnen weerstaan om tussendoor op café een pint te pakken, als Elvis en Ringo?

Crets: Neen, dat hebben we toch maar niet gedaan. Al waren er natuurlijk wel dagen waarop we ‘in het wild’ gingen filmen, en dan zag je voorbijgangers toch maar vreemd opkijken. Omdat er een cameraploeg mee was, wisten de mensen wel dat er iets aan de hand was. Je zag de twijfel in hun ogen, maar iedereen was te beleefd om te reageren.

Waar zou je zelf de humor uit ‘Fans’ situeren?

Crets: Het is redelijk subtiel. Fans is een persiflage, maar we hebben geprobeerd om de ‘lach of ik schiet’-humor te vermijden. Ik denk dat het vooral grappig is omdat het vrij herkenbaar blijft. Al zijn we soms extreem gegaan.

Heb je dan ervaringen uit je eigen leven als BV verwerkt in de reeks?

Crets: Neen, niet echt. Zo extreem als in Fans is het ook nog niet. Koen en Luc, die fan zijn van hun buurman, dat zijn geen bewonderaars meer, maar echte psychopaten hé?! Terwijl we in Vlaanderen voorlopig toch nog niet verder geraakt zijn dan enkele stalksters.

Door STEFAAN WERBROUCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content