Intimistische auteursfilms, verpletterende documentaires, oogstrelende docudrama’s en adembenemende avonturenprenten: de 58e editie van Cannes – tot nader order ’s werelds meest prestigieuze filmfestival – belooft eens te meer een hoogmis te worden voor de devote cinefiel. Een paar kanshebbers voor de Gouden Palm. Door Dave Mestdach

Sin City -Robert Rodriguez, Frank Miller & Quentin Tarantino

Comic book-verfilmingen per definitie kinderachtige avonturenprentjes? Dan heeft u wellicht nooit van Sin City gehoord, een hypergestileerde zwart-witfilm vol cynische gangsters, door de wol geverfde flikken, vrouwelijke pooiers en schietgrage hoeren. Robert Rodriguez ( El Mariachi, From Dusk Till Dawn, Desperado) castte samen met coregisseur en scenarist Frank Miller een indrukwekkende lijst sterren en weefde er met digitale animatietechnieken een film noir-achtig universum van listen, lusten, intriges en andere zonden omheen. In de hoofdrollen herken je Bruce Willis als vermoeide flik die zich opmaakt voor een laatste klus, Clive Owen als hoerenloper die zich laat strikken voor een moorddadige vriendendienst, Jessica Alba als kinky stripteaseuse, Rosario Dawson als ijzingwekkend verleidelijke opperhoer en Mickey ‘nog een plastische ingreep en ik ben Porky Pig’ Rourke als wraakzuchtige gangster. Qua cool-factor kan Sin City dus tellen en dan hebben we het nog niet eens gehad over de bijdrage van ‘special guest director’ en Cannes-chouchou Quentin Tarantino, die zijn buddy Rodriguez assisteerde bij het inblikken van enkele cruciale scènes. De Amerikaanse recensies waren unaniem euforisch en ook aan de box-office maakte Sin City indruk, met een recette van 62 miljoen dollar in minder dan drie weken. Of de energieke en inventieve portie pulp fiction evenveel indruk zal maken in een competitie die nog steeds gedomineerd wordt door ernstige auteurscinema, valt af te wachten.

Lemming -Dominik Moll

Enig chauvinisme is onze Zuiderburen niet vreemd en dus zitten elk jaar weer een paar cineasten van eigen kweek in de hoofdcompetitie. Zo ook Dominik Moll, die het festival op gang mag trappen met Lemming. Kandidaat-Gouden Palm? Zeker is dat Moll uitstekende geloofsbrieven, met de uitstekende socio-thriller Harry, un ami qui vous veut du bien, heeft. Voor Lemming had hij een cast die zó uit Paris Match weggelopen leek, met Charlotte Gainsbourg, Laurent Lucas en Charlotte Rampling. Beslist niet zomaar een Franse excuus-truus, dus.

Free Zone -Amos Gitai

Van een director’s block heeft Amos Gitai duidelijk niet te klagen. Onlangs maakte de Israëlische regisseur nog indruk met Promised Land, in Cannes pakt hij alweer uit met een nieuwe film. Free Zone is een dramatische roadmovie over twee vrijgevochten vrouwen die elkaar per toeval ontmoeten en vervolgens samen per taxi door Israël trekken. Thelma and Louise go middle east, zeg maar, al riskeert een en ander bij Gitai iets zwaarder op de hand te worden. De scène waarin Natalie Portman (de Star Wars-prinses werd in Israël geboren en is na Closer goed op weg om zich als ernstige actrice te profileren) iemand een tong draait tegen de klaagmuur, zorgde bij de orthodoxe joden bijvoorbeeld al voor een golf van verontwaardiging. Benieuwd naar de rest.

Where The Truth Lies -Atom Egoyan

’s Mans vorige films waren zelfs aan de spreekwoordelijke paardenkop niet besteed, maar ons maak je niet wijs dat de Canadese regisseur Atom Egoyan de stiel plots zou zijn verleerd na meesterwerkjes als Family Viewing, Exotica en The Sweet Hereafter. Met frisse moed naar Where The Truth Lies dus, een film noir-achtige bewerking van de gelijknamige roman van Rupert Holmes, waarin een journaliste anno 1950 een moord onderzoekt die een gevierd komisch duo uit elkaar drijft. Onverwerkte verledens, broze banden, complexe liefdesaffaires, de schaduwkant van de glitter en glamour: het klinkt allemaal vintage Egoyan en het wordt nog beter wanneer we de leading-cast onder de loep nemen: Colin Firth, Alison Lohman en Kevin Bacon, die de laatste tijd in bijzonder grote doen is. Egoyans langverhoopte comeback? Wij duimen.

Kiss, Kiss, Bang, Bang -Shane Black

Geen idee of dit het vermelden waard is, maar wie zijn wij om selectieheer Thierry Fremaud tegen te spreken? Kiss, Kiss, Bang, Bang, een van de midnight-screenings buiten competitie, is het regiedebuut van Shane Black, vooral bekend als scenarist van Lethal Weapon, Last Action Hero en het zo mogelijk nóg onnozeler Bruce Willis-vehikel The Last Boy Scout. Klinkt als een zeer gegronde reden tot achterdocht, jazeker, maar toch is er ook goed nieuws. Voor deze komische film noir baseerde Black zich namelijk op een roman van Brett Halliday, een hardboiled scenarist uit de jaren veertig. Bovendien wist hij Val Kilmer en rondwandelende apotheek Robert Downey Junior te strikken voor de hoofdrollen en hadden de Hollywood-watchers van Ain’t it cool het over een inventief, gemeen grappig, naar Hitchcock knipogend gangsterfilmpje. Een twijfelgeval, dus.

Manderlay -Lars von Trier

Met Haneke, Cronenberg, Egoyan en de broertjes Dardenne zette Cannes dit jaar haar poulains in de kijker en dus mocht ook Lars von Trier niet ontbreken. De Deense beeldenstormer had in het verleden al zeven films in de competitie en heeft op de schouw al een Gouden Palm staan voor Dancer in the Dark. Een evidente nominatie dus, zeker als je weet dat Manderlay de opvolger is van het alom bejubelde Dogville – het eerste deel van Von Triers sarcastische trilogie ‘USA Land Of Opportunities’. Toch verliepen de opnames niet zonder slag of stoot. Nicole Kidman, die normaal gezien de hoofdrol had in de hele trilogie, trok zich na Dogville te elfder ure terug wegens tijdgebrek en conflicterende belangen. Exit Kidman en enter Bryce Dallas-Howard dus, de nog piepjonge dochter van Ron Howard die vorig jaar een opmerkelijk acteerdebuut maakte in The Village van M. Night Shyamalan. Ook de draaidagen in een Zweedse filmstudio – de reisschuwe von Trier piekert er nog niet over om het vliegtuig richting de VS te nemen – verliepen bepaald niet vlekkeloos. Halverwege hield John C. Reilly het bijvoorbeeld voor bekeken, naar verluidt omdat von Trier on screen een ezel had laten slachten, een scène die er achteraf zou zijn uitgeknipt. Wat je van het akelig kaal aangeklede Manderlay dan wel mag verwachten? Een drama over de slavenhandel en het reilen en zeilen binnen een katoenplantage in Alabama, waar we anno 1933 opnieuw kennismaken met Grace (Dallas-Howard), die aan het boerengat Dogville wist te ontsnappen.

The Power Of Nightmares: The Rise Of The Politics Of Fear -Adam Curtis

Naast petanquen en wulpse starlets binnendoen, mag men op de Croisette ook graag een potje Bush-bashen. Vraag dat maar aan Michael Moore, die vorig jaar tot ieders verrassing een Gouden Palm kreeg voor Fahrenheit 9/11, zijn fuckyoumentary aan het adres van Dubya. Ook in The Power Of Nightmares wordt de president van de VS van A genadeloos over de hekel gehaald, zij het dan op een gewichtiger manier, zonder pamflettaire lolbroekerij. De akelig goed gefundeerde documentaire was al goed voor een BAFTA-Award en gaat over de perfide en zorgvuldig georchestreerde angstcampagne van de neo-cons, die ervoor gezorgd heeft dat de gemiddelde Amerikaan – je herkent hem aan zijn bolle buik, zijn stars and stripes-shirt, zijn bijbel en zijn Winchester – minstens driemaal daags Osama bin Laden meent te zien. Binnenkort in uw buurt!

Battala In El Cielo -Carlos Reygadas

Na een korte carrière als jurist bij de VN bombardeerde Carlos Reygadas zichzelf drie jaar geleden tot de waardige erfgenaam van Andrei Tarkovski. Zijn debuut Japon was onmiddellijk een schot in de roos: een somber existentieel drama over God, lijden, liefde en seks dat in Cannes meteen goed was voor de Speciale Juryprijs. Of Reygadas een even verpletterende indruk zal maken met zijn jongste prent Battala In El Cielo valt af te wachten. Maar de trefwoorden uit de persmap van deze Mexicaans/Frans/Duits/Belgische coproductie laten wel al het beste vermoeden: ‘misdaad en straf’ en ‘heiligen en hoeren’ in een ‘existentieel drama’ over een berooide taxichauffeur die samen met zijn echtgenote een van zijn neefjes ontvoert. Klinkt goed.

Election -Johnnie To

Hoe zou het zijn met… John Woo? Volgens de laatste geruchten zou de actiegigant intussen zijn afgegleden tot de diepste krochten van Hollywood, maar niet getreurd, want intussen heeft hij met Johnnie To een waardige opvolger. To, een sigarenrokende dandy uit Hongkong die gemiddeld drie actiefilms per jaar draait, maakt in Cannes zijn competitiedebuut met Election, een thriller rond de voorzittersverkiezing binnen een van Hongkongs grootste gangsterbendes. Zijn handelsmerk: snoeiharde actie, verbluffend camerawerk, vileine maatschappijkritiek en kogels die je als een zwerm hongerige kraaien om de oren fluiten. Wie nu al nieuwsgierig is, kan in de videotheek terecht voor The Mission, PTU of Breaking News, die vorig jaar in Cannes werd gepresenteerd. Doen!

L’Enfant -Luc & Jean-Pierre Dardenne

In dit sociaal drama, gedraaid tussen de industriële ruïnes van Seraing, krijgt een jong boefje (Jeremie Regnier) een snelcursus volwassen worden wanneer zijn 18-jarig steuntrekkend liefje (Deborah François) hem een kind schenkt. Veel meer kunnen we voorlopig niet vertellen over de nieuwste competitiefilm van Luc en Jean-Pierre Dardenne, gezien de Waalse broertjes hun lippen naar goede gewoonte stijf op elkaar houden. Toch een tipje van de sluier: volgens mevrouw Luc Dardenne is L’Enfant ‘de meest toegankelijke film’ die haar echtgenoot en schoonbroer tot nog toe maakten. Dat belooft dus, zeker gezien het overdonderende succes van Rosetta (Gouden Palm en beste actrice) en Le Fils (beste acteur)

A History Of Violence -David Cronenberg

Hier kijken we al zo lang reikhalzend naar uit dat we er nú al een stijve nek van hebben. Maar dat nemen we er graag bij, want een film van Cronenberg – de peetvader van de body horror – loont altijd de moeite, al was het maar als staalkaart van de nieuwste mutaties, fetisjen en andere interessante fantasmes. Met A History of Violence waagt Cronenberg zich voor het eerst aan de verfilming van een heuse graphic novel. Hij baseerde zich op het gelijknamige boek van John Wagner en Vince Locke in de Paradox Graphic-reeks, die eerder ook al Road to Perdition opleverde. Als we de persmap mogen geloven, wordt A History Of Violence een ‘beklemmende, existentiële thriller’ vol ‘innerlijke littekens’, ‘sluimerend geweld’ en ‘psychische intimidatie’. We hoeven dus geen superhelden in spandexbroekjes te vrezen, wel een taverne-uitbater die willens nillens tot nationale held wordt gepromoveerd wanneer hij in zijn etablissement een stel maffiosi overhoopknalt. Cronenberg en vooral New Line Cinema mikken met A History Of Violence nadrukkelijk op de mainstream, en verzekerden zich met Ed Harris, William Hurt en Viggo ‘Lord of the Rings’ Mortensen en Maria Bello nú al van de nodige media-aandacht. Op zestien mei in wereldpremière in Cannes, ú zal nog geduld moeten oefenen tot december.

Last Days -Gus van Sant

In Last Days verbeeldt ex-Gouden Palm Gus van Sant de – jawel – laatste dagen van grunge-icoon Kurt Cobain. Niet als een conventionele biopic, maar wel als een poëtisch doemportret, omdat niemand precies weet wat de Nirvana-zanger precies uitvrat voor hij zichzelf een kogel door de harses joeg. Volgens van Sant zelf is Last Days ‘een persoonlijke evocatie van de mentale en fysieke desintegratie die Cobain waarschijnlijk tot zijn wanhoopsdaad dreef’. Wij zagen een elliptisch geconstrueerde ijldroom à la Elephant, door cameraman Harris Savides opnieuw verpakt in onwezenlijk realistische beelden in tv-formaat. In de hoofdrol herken je Michael Pitt, voor de gelegenheid met lange blonde haren, een stoppelbaardje, een slobbertrui en een doffe junkie-blik. De vereenzaamde en wartaal mompelende zanger wordt wel aangesproken als Blake – kwestie van een afstand te scheppen en juridisch gekrakeel te vermijden, want met Courtney ‘zwijg of ik zwier mijn tieten in je gezicht’ Love weet je natuurlijk maar nooit.

Quando Sei Nato Puoi Piu Nasconderti -Marco Tullio Giordana

Ofwel: ‘Eens geboren, kan je je niet langer verstoppen.’ Marco Tullio Giordana kent u als de man achter de grootste arthouse-hit van de afgelopen jaren, de familiekroniek La Meglio Gioventu. Voor Quando Sei Nato Puoi Piu Nasconderti trok hij naar Lombardije en Griekenland, om er de gelijknamige coming of age-roman van Maria Pace Otteri te verfilmen. In de film wordt ingezoomd op de 13-jarige Sandro, een rijkeluisnest dat tijdens een woelig boottochtje langs de Griekse kust overboord stuikt. Ze wordt opgevist door een visserssloep vol Albanese vluchtelingen die de Italiaanse laars hopen te bereiken en daar een en ander leert over schrijnende ongelijkheid en de echte waarden in dit leven. Eens te meer een must-see voor don Silvio Berlusconi, met andere woorden, al valt het te betwijfelen of die nog een prive-screening zal krijgen voor de wereldpremière in Cannes. De zonnebankbruine dictator ligt al een hele tijd met Giordana overhoop, zeker sinds hij La Meglio Gioventu hoogstpersoonlijk van de publieke omroep RAI liet bannen.

Land Of The Dead -George A. Romero

Met zombies ben je nooit klaar en met hun geestelijke vader George A. Romero – de man die het ondode genre met zijn Dead-trilogie enig serieux wist in te blazen – al helemaal niet. Precies twintig jaar na Day of the Dead komt Romero, de Eisenstein van de zombiefilm, in Cannes zijn langverwachte nieuwe film Land of the Dead voorstellen. Of tenminste: het eerste kwartier ervan, want op de volledig afgewerkte film blijft het voorlopig nog een paar weken wachten. Hier komt de film allicht pas in het najaar in de bioscopen, maar toch maken we nú al met graagte gewag van de comeback van het jaar, want intussen doemt ook Romero’s Stephen King-verfilming The Girl who Loved Tom Gordon al dreigend op aan de einder – de film is voorzien voor 2006. May the dead be with you.

Le TemPs Qui Reste -François Ozon

Een vlijtige jongen die Ozon, want terwijl wij nog zitten na te hijgen van zijn aangrijpende huwelijksdrama 5×2, pakt de Franse wonderboy alweer uit met Le Temps Qui Reste. Hoofdpersonage is een 30-jarige fotograaf (Melvil Poupaud), die aan een ongeneeslijke ziekte lijdt en volgens zijn arts nog maar enkele maanden te leven heeft. Gestileerd sentiment verzekerd, dus, met Valeria Bruni-Tedeschi en grande dame Jeanne Moreau in de voornaamste bijrollen.

Crossing The Bridge û The Sound Of Istanbul -Fatih Akin

‘Een tussendoortje om de batterijen weer op te laden’, zo omschreef de Duits-Turkse regisseur Fatih Akin het maken van zijn eerste muziekdocumentaire. En dat had de Gouden Beer-laureaat ook wel verdiend na alle controverse en euforie rond zijn prachtfilm Gegen Die Wand. Toch zou het ons allerminst verbazen mocht Crossing The Bridge opnieuw boordevol vitalisme, sociaal engagement, politieke standpunten en roots-issues zitten. De documentaire gaat niet voor niets over de hedendaagse muziekcultuur van Istanbul, over het botsen van traditie en vernieuwing en over de samenvloeiing van oosterse en westerse invloeden aan de Bosporus. Head on!

Cache -Michael Haneke

Ofwel valt hem een striemend fluitconcert ten deel ( cf. Le Temps du Loup) ofwel doet hij zelfs de vrolijkste Frans ineenkrimpen van de existentiële walging ( cf. La Pianiste). We hebben het over Cache, natuurlijk, de nieuwste film van de Oostenrijkse beroepsmisantroop Michael Haneke. Het verhaal? Een tv-presentator (Daniel Auteuil) en diens echtgenote (Juliette Binoche) vinden plots een reeks videobanden in de bus vol akelige prive-opnames, een mindfuck waar de politie evenwel niks tegen vermag. Hou de prozac en het vlugzout dus maar bij de hand.

The King -James Marsch

De Britse filmmaker James Marsch heeft duidelijk iets met Elvis. Zes jaar geleden maakte hij de hilarische documentaire The Burger and the King: the life and cuisine of Elvis Presley, nu is er The King, een fictief drama waarin Elvis wordt vertolkt door Gael Garcia Bernal, de angelieke Mexicaan van Amores Perros, La Mala Educacion en The Motorcycle Diaries. Toch een waarschuwing vooraleer u heupwiegend, met knoerten van bakkebaarden en in een satijnen pak richting Croisette trekt: The King vertelt het verhaal van een Texaanse jongen die uit de Navy wordt ontslagen en terugkeert naar zijn geboortedorp en zijn dominante vader (William Hurt). Juist: niet die Elvis.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content