Hollywoodveteraan Ridley Scott is er intussen 72, maar denkt voorlopig niet aan zijn pensioen. Net gaf hij de legende van Robin Hood nog een forse uppercut: wég zijn de groene maillots, gevederde boswachterhoedjes en broeder Tuck in de openingsfilm van het Filmfestival van Cannes. Zet u schrap voor royale porties bloed, modder, politieke intriges en een verbeten vertolking van Russell Crowe – volgens Scott de ultieme Robin Hood. ‘Van op vijftien meter jaagt hij je een pijl tussen de ogen.’

De man die u Alien (1979), Blade Runner (1982), Gladiator (2000) én Apples iconische 1984-reclamefilmpje bracht, werkte voor zijn negentiende langspeelfilm voor de vijfde keer samen met Crowe. Hoewel de twee niet bepaald zachtaardig met elkaar omgaan, lijkt die harde aanpak hen wel te liggen. ‘We weten dat het ook zonder ruzie kan,’ glimlacht Scott, ‘maar zo werkt het nu eenmaal voor ons. We zijn gelukkig geen binnenvetters. Het gaat het ene oor in en het andere oor uit.’

Rid en Rus zijn niet alleen berucht om hun gespannen omgang, ook hun maniakale researchdrift is legendarisch. Tien jaar geleden bliezen ze het gladiatorfilmgenre nieuw leven in door het relaas van de Romeinse keizer Marcus Aurelius uit te pluizen en daarmee Gladiator de nodige geloofwaardigheid te geven – met vijf Oscars als resultaat. Nu beogen ze hetzelfde effect met de legende van Robin Hood. Gladiator met pijl en boog, zeg maar.

‘Dit verhaal is een legende, geen mythe’, benadrukt Scott. De bebaarde Brit mag de zeventig dan voorbij zijn, hij praat en beweegt met de energie van een dertiger. ‘Een mythe heeft zijn wortels in fantasie, en ik ben er vrij zeker van dat er ooit in Europa een Robin Hood rondliep. Hij komt voor in geschriften van 900 tot ongeveer 1400: vijf eeuwen lang, asjeblief. Soms heette hij Robin Longstride, dan weer Robert Loxley of Robin van Sherwood. Er moet iemand geweest zijn wiens exploten de verbeelding prikkelden en die het vuur aan de lont gestoken heeft. Anders ga je geen vijf eeuwen mee. Het is waarschijnlijk één van de oudste verhalen in de Engelse taal.’

Hoe verschilt deze Robin Hood van vorige versies?

Ridley Scott: In deze film is hij een mens van vlees en bloed, geen malloot die breed glimlachend van boom naar boom zwiert en en passant Maid Marian binnendoet. Ik heb alles écht gemaakt, zoals ik dat deed met Gladiator. Geef toe: vroeger waren die gladiatorfilms toch een tikje té hollywoodiaans. Als kind begreep ik niet waarom die jongens rokjes droegen.

Hoe gaf je ‘Robin Hood’ de ‘Gladiator’-behandeling?

Scott: Door van nul te herbeginnen. De deur uit met de clichés! Ik zocht een punt in de geschiedenis waarop de gebeurtenissen het slechte gedrag van de aristocratie plausibel maken om dan een outlaw te introduceren die ertegen rebelleert. In dit geval focuste ik me op het begin van de 12e eeuw, toen Richard Leeuwenhart bij zijn kruistochten in het Heilige Land stevig tekeerging. Bij de vorige filmversies ergerde ik me telkens aan het feit dat koning John en de sheriff van Nottingham als de slechteriken werden afgeschilderd, en Leeuwenhart als een goeie peer. Dude, je moest eens weten: C£ur de Lion zaaide dood en verderf op zijn kruisvaarten, en dreef zijn eigen land in het bankroet om ze te bekostigen. In Akra, Israël, liet hij 2.700 krijgsgevangenen onthoofden omdat Saladin, de leider van het moslimverzet, hem geen losgeld wilde betalen. Om maar te zeggen: een echte smeerlap.

En wat levert dat op in je film?

Scott: We verzonnen een verhaal waarin hij op de terugweg van het Heilige Land de Franse kastelen platloopt, om oude schulden te innen zodat hij niet met lege handen naar huis terugkeert. Wanneer een van de kastelen zich verzet, volgt een belegering van drie dagen. De kasteelkok vindt een kruisboog en schiet van achter de kantelen een man op een wit paard los in de keel. Inderdaad: Richard Leeuwenhart. Een kok die een koning doodt – en Robin Longstride die erbij is als een van diens beste boogschutters: dat vond ik een mooi startpunt. Vervolgens zien we hoe Longstride terugkomt in een land op sterven na dood, en hoe hij tot Robin Hood evolueert.

Vaak hebben historische verhalen raakpunten met het heden. Ook zo bij ‘Robin Hood’?

Scott: Wel, als je ziet welk land Gordon Brown misschien in handen krijgt… Groot-Brittannië zit nog steeds op de knieën. De kerngedachte van deze film, en dat is iets van alle tijden, is dat er altijd iemand is die het goed voorheeft met de wereld en die een kromme situatie recht wil trekken, vaak ten koste van zichzelf. Obama heeft wel iets van Robin Hood, net als de reddingswerkers die begin dit jaar slachtoffers van onder het puin haalden in Haïti. (Denkt na) Ach, Robin Hood zou hier vandaag niets meer te zoeken hebben. Alleen al het feit dat er zes miljard mensen rondlopen op aarde is een gigantisch probleem. In Hoods tijd waren het er waarschijnlijk maar een miljard.

Je koos weer voor Russell Crowe. Geeft hij Robin Hood de mannelijkheid die het personage vroeger miste?

Scott: Ja. Hij is een van de twee of drie beste acteurs van het moment. En als ik met Russell wil werken en hij ziet het zitten: waarom niet? Hij is ook een van de weinige acteurs die blijft evolueren en me blijft verrassen. Als ik voor de zoveelste keer ‘ Action!‘ roep, wil ik zien dat mijn acteurs voor de zoveelste keer iets anders doen. Het gaat om originaliteit. Ik haat het om in herhaling te vallen, op dat vlak lijken we op elkaar. Bij Russell bereid je je beter tot in de puntjes voor, want hij doet zijn huiswerk en is niet te beroerd om zijn mening erover te ventileren. Tijdens de opnames van Robin Hood vroeg hij me nog: ‘Moet het nu echt zo?’ Ik antwoordde: ‘Ja, maar je weet dat het gemakkelijker kan.’ Zo werkt die creatieve spanning tussen ons nu eenmaal. Russell en ik staan elkaar op de set soms naar het leven, maar allebei zijn we onze eigen grootste critici. En we weten dat dat na veel vijven en zessen een goede film oplevert. Dat is ook nu gelukt: we hebben een redelijk interessant verhaal verzonnen waarvan je niet weet hoe het gaat eindigen tot de laatste twee minuten.

Kon hij goed overweg met pijl en boog?

Scott: Reken maar. Van op vijftien meter jaagt hij met sprekend gemak een pijl tussen je ogen.

Even zag het er naar uit dat de film afgevoerd ging worden.

Scott: Het heeft inderdaad niet veel gescheeld. Eerst waren er problemen met het script: de film zou Nottingham heten met Russell als sheriff – zogezegd Robin Hoods alter ego. Dude, I’m in advertising: een film Nottingham noemen is geen goed idee. (Lacht) Ik zag mezelf al met handen en voeten aan Chinese journalisten uitleggen wat de titel betekent. Toen het script eenmaal op punt stond, dreigde een acteursstaking roet in het eten te gooien. Omdat de problemen te lang aansleepten, sloot de studio de geldkraan. Die verplichte pauze gaf ons de nodige bezinningstijd, waarin we nog wat aan het script hebben gemorreld. Zo wilde ik eerst Sienna Miller casten als Maid Marian. In de nieuwe versie van het script was die echter iets ouder, en aangezien we niet wilden dat het leek alsof Robin Hood zijn dochter huwde, vervingen we Sienna door Cate Blanchett.

Ze ziet er alvast heel goed uit in de trailer.

Scott: Oh, het was een droom om met haar te werken. Een echte professional. En zo grappig! In mijn films laat ik altijd ruimte voor sterke vrouwelijke personages. Cate was grappig, charmant en zeker Russells gelijke. Dat had de film nodig.

Wat vond je van de vorige Robin Hoodverfilmingen?

Scott: Wel, Mel Brooks’ versie (‘Robin Hood: Men in Tights’, nvdr.) vond ik wel wat hebben. Ze hebben verdomd goed werk geleverd. Over de rest spreek ik me niet uit. (Lacht) We hebben de lat nét iets hoger gelegd.

© IFA / Vertaling en bewerking: Dieter Moeyaert

ROBIN HOOD – Openingsfilm in Cannes. Vanaf 12/5 in de bioscoop.

Door Rachel Clark

‘Er is altijd iemand die het goed voorheeft met de wereld. Obama heeft wel iets van Robin Hood.’ – RIDLEY SCOTT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content