De aanslag op Charlie Hebdo was het eerste grote nieuwsfeit van het jaar, maar de solidariteitsgolf versmachtte waar het blad echt om draait: provocatie van de macht.
Weinig tekeningen waren dit jaar zo profetisch als de uitdagende laatste cartoon van Charb, wijlen de hoofdredacteur van Charlie Hebdo. Vóór nieuwjaar waren gewelddadige acties tegen het blad aangekondigd. Omdat die uitbleven, tekende Charb een gewapende terrorist met de mededeling dat ‘nieuwjaarswensen’ nog toegestaan waren tot eind januari. Op 7 januari kwamen die ‘wensen’ dan toch en werd Charb samen met het grootste deel van zijn redactie vermoord.
‘Je suis Charlie’ groeide uit tot de snelst verspreide slogan ooit op internet. God en klein pierke verklaarden zich solidair met het blad en kwamen op voor de vrije meningsuiting. Een week na de aanslagen lag al een nieuw nummer van het blad in de winkels. Op de cover – van Luz: een huilende Mohammed met het bijschrift: ‘Alles is vergeven.’ Het nummer haalde uiteindelijk acht miljoen verkochte exemplaren, een verpulvering van het vorige record voor een Frans tijdschrift. De schamele 10000 abonnees van vóór de aanslag werden er in één maand tijd 220.000.
Onmiddellijk na de aanslag kwam ook een stroom solidariteitstekeningen op gang. De meeste daarvan trapten braaf open deuren in: potloden tegen kalasjnikovs of rouwende Eiffeltorens. Een van de weinige cartoonisten die durfden te provoceren, was Brusselaar Johan De Moor. Hij tekende die laatste terrorist van Charb opnieuw, dit keer met zijn voeten in het bloed en de laconieke tekst ‘Chose promise, chose due’, ‘Beloofd is beloofd’. De Moor: ‘Sommige mensen vonden dat te kil. Striptekenaars zijn lieve mensen, dus die hakten er in hun tekeningen niet zo in. Maar dat was nu eenmaal het eerste dat in me opkwam toen ik de laatste cartoon van Charb zag. Charlie Hebdo zou het zelf ook niet zacht aangepakt hebben.’
Het bewijst wat Jean-Christophe Menu, uitgever van verschillende Charlie Hebdo-auteurs, aanklaagde toen hij eind januari op het festival van Angoulême namens Charlie Hebdo een speciale festivalprijs in ontvangst nam. Veel mensen, aldus Menu, voelden zich ‘Charlie’ zonder ook maar enig benul te hebben van de radicaal antiautoritaire aard van het blad. De staats-, regerings- en kerkleiders die zich solidair verklaarden met Charlie Hebdo, werden wekelijks uitgespuwd door de rebellen van middelbare en gevorderde leeftijd die het blad vulden.
Door de toegestroomde abonnementen is de bankrekening van het blad ondertussen flink gevuld. Maar daarmee is het nog niet uit de problemen. Het tijdschrift was helemaal vergroeid met de vermoorde redacteurs, van wie sommigen al werkten voor het blad sinds de jaren zeventig. De zoektocht naar tekenaars met branie wordt des te urgenter nu ook Luz de deur van het tijdschrift achter zich heeft dichtgetrokken. Als wij nu hoofdpief van Charlie Hebdo waren, dan zouden we Johan De Moor eens bellen.
GERT MEESTERS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier