Als de bookmakers erop zitten – en sinds de verkiezing van Ratzinger tot opper-Stuka van het Vaticaan hebben we daar weer alle vertrouwen in – wordt 24 november een dieptepunt in de geschiedenis van de Belgische televisie. Op die dag wordt met luid tromgeroffel de Grootste Belg bekendgemaakt, als hoogtepunt van de grote zandstraalactie van ons nationale verleden. In Frankrijk, een land dat niet meteen bekendstaat om zijn gebrek aan chauvinisme, was de tv-show van de Grootste Fransman het slechtst bekeken programma ooit. De kans dat de Belgen eind november een opstoot van vaderlandsliefde krijgen die vergelijkbaar is met de uitbarsting na de goal van Philippe Albert tegen Olland, is klein. In die hele heisa op Radio1 en de parallelle festiviteiten rond 175 jaar België wringt iedereen die niet Karel De Gucht heet zich in bochten om de relatie met de vrienden in Afrika niet te verstoren. Leopold II werd van de genomineerdenlijst van de Grootste Belg geschrapt, op de ambassade in Kin-shasa werden de lokale genodigden volgegoten met Vlaamse streekbieren, en die zongen in ruil daarvoor for old times’ sake nog eens ‘Viva bomma, patatten met sausissen’.
Het leek wel alsof die van VT4 al die pais en vree niet konden verkroppen. Zat Vlaanderen om survival-programma’s verlegen? Hadden we te weinig emo-tv? Kortom, waarom bestaat Stanley’s Route? De zender besloot om een Belgische BV-delegatie naar Afrika te sturen, voor een tocht van 1100 kilometer die hen van Zanzibar naar het Victoriameer zou leiden. Die selectie van de deelnemers was even doordacht als het plan van Leopold II om in Ethiopië een meer droog te leggen en daarop een Belgische kolonie te stichten. Mister Belgium Joachim Dejonckheere, charmezanger Raffaele, Eurosongmislukking Roxane en voetballersvrouw Tina Driessen bleken van bij het begin niet meer dan beeldvulling. Niemand die ze zou missen als ze bij een kleine onvoorzichtigheid aan de waterkant door een krokodil zouden worden gegrepen, die hen onder boomtakken zou vastklemmen en na een snel rottingsproces smalend zou vermalen. Knappe regisseur die hun verdwijning opmerkt. Wie wél nadrukkelijk door het beeld liep, was ex-zwaan Flor Koninckx, wellicht de enige échte Stanley van het gezelschap, die met een grimlach om de mond de negerkens commandeerde en ze bedankte met zinnen als ‘Gij zijt mijne maat – ge stinkt wel, maar ge zijt mijne maat’. We hadden het indertijd tijdens Kijk Uit! altijd geroepen: vertrouw nooit een rijkswachter zonder snor.
Maar hoe Belgisch dit programma is, blijkt uit de omgang met drie andere kandidaten. Guy Swinnen was eertijds zanger van The Scabs, een goedbedoelend combo uit Diest dat in krakkemikkig Engels de wereld probeerde te veroveren. De enige die het toen niet geloofde, was Swinnen zelf, en wegens die nuchterheid houden we vandaag nog van hem. Leona Detiège was ooit burgemeester van Antwerpen en moest wijken toen collega’s zich in de supermarkt van betaalkaart vergisten. En dan is er nog Filip Meirhaeghe, de ex-wereldkampioen mountainbiken die niet aan de lokroep van de epo kon weerstaan. Stuk voor stuk gewezen Grote Belgen, die steunend, brakend en zwetend door Afrika ploeteren. En waarom? Voor het goeie doel? Als psychologisch experiment? Bij gebrek aan een beter programma-idee? Belgen en hun monumentenzorg, het komt nooit goed.
DOOR Bart Cornand
Bart Cornand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier