Een ‘zelfportret’ durf ik dit niet echt noemen, zelfs ’tekening’ is al te veel eer. En toch zit ik op de een of andere manier onmiskenbaar in deze zeven lijnen. ’t Is die ironische trek rond mijn mond, denk ik. En die zware bril, natuurlijk. Zonder ben ik helemaal ‘ik’ niet meer. En heb ik een gezicht dat met duizend andere inwisselbaar is. Niemand die me nog herkent als ik ‘m afzet. Al geldt dat nog meer omgekeerd.

‘De Stijn Meurisbril’, dat is een begrip geworden, ja. Al snap ik zelf niet goed waarom. Ik draag al brillen sinds mijn vijftiende, maar ik heb er nog nooit langer dan tien seconden over nagedacht. Laat staan dat ik met een van mijn brillen ooit een trend heb willen setten. Of een statement maken. Op mijn leeftijd en met mijn overtollige kilo’s doe je dat ook niet, vind ik. Trends setten en statements maken. En met mijn gevoel voor mode al helemaal niet.

Ik leef nogal à l’improviste, heb ik de indruk. Ik heb geen hoger doel of strategie, ik drijf gewoon op geestdrift en overgave. Ik stemde toe met dit ‘zelfportret’ terwijl ik heel goed wist dat zelfs een kopvoeter voor mij te hoog gegrepen was. Straffer nog: in mijn kinderlijke enthousiasme ging ik eerst aan de slag met aquarel, met twee mislukte Rorschachtests als resultaat. Zo ben ik dan ook wel. Zelfs de dingen die ik niet goed kan, doe ik à fond.

Ik wil niet in alles met alle geweld de beste zijn, of de grootste, of de strafste. Zelfs als ik muziek maak of regisseer, wil ik in de eerste plaats gewoon plezier beleven aan wat ik doe. Het is wel een beetje uit de mode om niét te streven tegenwoordig, merk ik. Steeds meer mensen zien het leven als een soort olympische discipline. Je wint geen zilver, je verliest goud. Terwijl: zó ontzettend veel valt er toch niet te winnen?

Ik ben 42 en daar heb ik lak aan, maar ik voel me gelukkig leeftijdloos. Ik weet dus zelf niet goed wat die streepjes boven mijn bril zijn. De haren die ik steeds minder heb. Of de rimpels die almaar talrijker worden. Op mentaal vlak voel ik me nog heel vaak een kind. Om niet te zeggen: een peuter. Als ik weer eens elf weken niet naar de supermarkt ben geweest, kan ik denken: ‘Meuris, word nu toch eens een béétje volwassen.’ Maar tegelijk troost ik mezelf dan: ‘Ach, wie doe je er kwaad mee?’

De stillen trekken vaak aan het langste eind, heb ik al vaak moeten vaststellen. Tot mijn grote frustratie. Want zelf ben ik een heel luide en gepassioneerde mens, die om de haverklap in Fidel Castrojaanse monologen ontsteekt. Ik ben de mens van het overstatement, ik doe alles in superlatieven. Maar daar begin ik me gelukkig steeds meer bij neer te leggen. Ik ben wie ik ben, en daar valt niet aan te ontkomen.

Stijn Meuris (42) is zanger van Monza en freelanceregisseur bij Woestijnvis, voor onder meer ‘Man Bijt Hond’. Hij schrijft ook kortverhalen, columns, liedjesteksten en scenario’s, en hij doet ook aan ‘spoken word’. De komende weken staat hij met zijn solovoorstelling ‘De Waarnemer’, over de eigenaardigheden van het bewegend beeld, in Bilzen (13/12 – CC De Kimpel), Kortemark (15/12 – CC De Beuk) en Geraardsbergen (16/12 – Arjaantheater). En op 27/12 is hij op Canvas te zien met ‘Stijn En De Sterren’, een registratie van zijn alom bejubelde lezing over zijn passie voor astronomie.

Opgetekend door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content