Freelancefotograaf Stephan Vanfleteren heeft eindelijk zijn fotoboek over België uit. Mét bijbehorende expo in het Antwerpse Fotomuseum. ‘In België beweegt artistiek evenveel als in New York.’

* In welke plaat heb je op dit moment zin?

Iets van Christophe Miossec. Hij is een Bretoense zanger, zowat op de grens tussen Renaud en Arno. Ik draai zijn muziek heel vaak. Ik heb hem moeten fotograferen, en we voelden elkaar zeer goed aan. Hij is een zielsverwant, denk ik. Bij lang niet iedereen die ik fotografeer, voel ik zo’n klik.

* Wie haal je nog graag voor de lens?

Stef Kamil Carlens. Hij is op alle vlakken een ‘schone’ mens: hij gaat zijn eigen weg, op een rustige, integere manier. Ik heb nog een concertfoto van hem gemaakt waarop hij gigantisch hoog springt. De Vlaamse Eddie van Halen, maar dan stijlvoller.

* Je schoot ook de coverfoto voor ‘A Song About A Girls’ van Zita Swoon.

Tijdens de making of heb ik mijn muzikaal hoogtepunt van 2004 beleefd: de fotoshoot was in het Zoniënwoud. Het licht was te fel, dus zaten Stef, ikzelf en twee halfnaakte meisjes te wachten. Een ietwat gênant moment, dus vroeg ik Stef om wat muziek te spelen om de tijd te doden. Hij gaf een akoestisch miniconcertje in het bos voor ons, onvergetelijk.

* Ben je nooit gevraagd voor een videoclip?

Ik zou dat echt graag eens doen. Ik heb een kortfilm gemaakt over de Zesdaagse van De Panne. En ik heb onlangs een reclamefilmpje voor een Italiaanse encyclopedie gedraaid met Koen Mortier, de regisseur van Ex Drummer. Het waren sfeervol gefilmde portretten, op polyfone muziek gezet. Ik hou wel van de Vlaamse Polyfonisten, ja. Paul Van Nevels Huelgas Ensemble kan me raken.

* ‘Elvis & Presley’ was een van je vroegere fotoprojecten. Verraadt dat een passie voor The King?

Elvis Forever. 32 Hits and The Story of the King is de plaat die mijn leven veranderd heeft. Een nummer dat me keer op keer pakt, is In the Ghetto. Telkens als ik het beluister, speelt een film voor mijn ogen. En als ik het op de radio in de wagen hoor, zet ik mij even langs de kant. Het is tekstueel ook niet zo’n stom nummer: je moet eens goed luisteren, het gaat over generatiearmoede.

* Je deelt je Elvispassie met Johan Heldenbergh.

Klopt. Wij houden, net als Pieter-Jan Desmet trouwens, ook van Nick Cave en Johnny Cash. One van U2 vind ik sowieso al een van de beste popnummers aller tijden, maar als Johnny Cash er nog eens overgaat, dan wordt het nog magischer.

* Je publiceerde pas een fotoboek over België. Heb je voeling met de Belgische kunstscene?

Ons land is piepklein, maar er gebeurt artistiek zoveel dat ik de energie hier durf te vergelijken met die van New York. Neem een gebied de grootte van België in pakweg Bretagne, en het verschil in creatieve output is enorm. dEUS blijf ik een wereldgroep vinden. Op plaat hou ik van hun rustige nummers, maar live mogen ze gerust beuken.

* Wie zijn je helden in de fotografie?

Al sinds mijn studententijd kijk ik op naar Diane Arbus, Robert Frank en Richard Avedon. Hun beelden blijven sterk na al die jaren. Ook Irving Penn is een straffe artiest, want hij kan zelfs in studiofoto’s ontroering steken.

* Wat is het boek van je leven?

Slagschaduw van David van Reybrouck, een goeie vriend van mij. Het was een uitzonderlijke leeservaring omdat één personage gebaseerd is op mij. Het is heel vreemd om jezelf tegen te komen als personage, vooral omdat de helft van wat gebeurt in het boek, verzonnen is. Maar goed ook, want ik ga erin dood.

‘Belgicum’ van Stephan Vanfleteren is uit bij Lannoo. De retrospectieve loopt in het Antwerpse Fotomuseum van 28 september tot 6 januari. www.stephanvanfleteren.com, www.fotomuseum.be

Thijs Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content