Dinsdag 4/1, 20.40 – Canvas

Begin dit jaar troonden Sven Speybrouck en de zijnen ons al enthousiast mee naar de vroegere SS-school in Kwatrecht, het voormalige neutrale staatje Moresnet, het gewezen commandocentrum van Adolf Hitler zelve in Brûly-de-Pesche en andere vergeten plekken uit het roemrijke Belgische verleden. En jawel, ons land bevat nog meer publieke geheimen, ten getuige deze tweede reeks van het gelijknamige programma. ‘Zelfs een simpel aardappelveld kan een grote geschiedenis hebben.’

Krijgen we in het tweede seizoen dan meer van hetzelfde?

Sven Speybrouck: Een mens mag dat eigenlijk niet zeggen, maar ja: het format blijft onveranderd. Natuurlijk bezoeken we deze keer andere plaatsen, zodat de verhalen ook telkens anders zijn. Geen enkele aflevering gaat over Adolf Hitler, dat op zich is al verrassend. (Lacht)

En wat met bunkers?

Speybrouck: (Lacht) Toch wel, we hebben zelfs een uitzending met twéé bunkers. Al doen die op zich niet ter zake, want het gaat ons vooral om de zeppelin die er in de Eerste Wereldoorlog werd gestald. Met dat reusachtige luchtschip is de stad Londen voor het eerst vanuit de lucht aangevallen. Alleen: nu zie je niet meer dan een ordinair aardappelveld. Wij gaan dus op zoek naar dat stukje luchtvaartgeschiedenis.

Nog zulke verrassende ontdekkingen gedaan?

Speybrouck: Tuurlijk wel. Neem nu onze eerste aflevering, over het Tophatkamp in Antwerpen. In het Sint-Annabos op Linkeroever kun je nu fijn wandelen, maar zonder dat je het weet, loop je over een hele stal tanks, jeeps en ander materiaal. Na de Tweede Wereldoorlog was het een doorgangskamp waar Amerikaanse troepen verzameld werden voor ze weer naar huis werden versleept. Zodra de laatste Amerikaan vertrokken was, hebben ze de hele boel onder de grond gespit. En nu is er niets meer van te zien.

Hoe komt het dat er zoveel stukken geschiedenis verdwenen zijn?

Speybrouck: Dat is eigen aan de mens, hé: hij wil altijd maar vernieuwen. Denk maar aan hoe je zelf bij een verhuizing meteen het oude behangpapier van de muur schraapt. De wereld wordt voortdurend ververst. In Antwerpen staat er nog amper één huis uit de 16e eeuw, dat zegt toch genoeg. Vaak komen wij erg toevallig op van die vergeten verhalen – we hebben er nog meer dan genoeg voor een derde seizoen, dat er komt in 2012.

Even persoonlijk: was jij zo’n klein jongetje dat vroeger ontdekkingsreiziger wilde worden?

Speybrouck: Dat mocht toen al niet meer. (Lacht) Maar ik voel me wel een avonturier soms, dit programma is een perfect excuus om op speciale plekken te komen. Deze reeks zijn we zelfs naar Mexico gereisd voor een reportage over het leger van prinses Charlotte. Al hebben we ook een aflevering gedraaid over onze eigen achtertuin, het bos achter de VRT. Dat blijkt een enorm luguber relaas te verbergen, want de Duitsers hebben er tijdens de twee wereldoorlogen een pak verzetslieden geëxecuteerd. Geschiedenis heeft me trouwens altijd al geïnteresseerd, met dank aan enkele hele goede leerkrachten – meester Piedfort om er maar een te noemen.

Pretenderen jullie zelf ook een opvoedende taak te hebben – of is dat een vies woord?

Speybrouck: Absolut niet, hoe meer volksverheffing, hoe beter! Dankzij reconstructies, getuigenverslagen en archieven kunnen we de geschiedenis tot leven brengen, en blijkbaar wordt dat gesmaakt. Trouwens, de liefhebbers kunnen op onze site hun eigen publiek geheime plekken op de kaart plaatsen. En ook in ons nieuwe boek vinden ze nog een pak extra informatie. Als ons belastinggeld ergens in de media goed besteed wordt, dan toch wel bij Publiek Geheim. (Lacht)

BARBARA DE CONINCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content