PANORAMA: MIJN JIHAD

RUDI VRANCKX laat islamitische stemmen aan het woord die tegen terrorisme en terreur ingaan.

Donderdag 30/4, 21.30, Canvas

Sinds de aanslag op Charlie Hebdo wordt er veel gepraat over radicalisering en over Belgische moslims die naar Syrië zijn getrokken om er te gaan vechten. Altijd worden in de eerste plaats politici of specialisten aan het woord gelaten. De Belgische moslimgemeenschap krijgt zelden gehoor. Oorlogsreporter Rudi Vranckx wil met deze Panorama-reportage de andere stem aan bod laten komen, ‘het counter-narrative‘, zoals hij dat noemt: stemmen binnen de islamitische gemeenschap die tégen radicalisering en terreur ingaan. ‘Daarvoor zijn we in Vlaanderen verschillende mensen gaan opzoeken, mensen die vanuit de islamitische gemeenschap een antwoord bieden.’

Heb je die antwoorden kunnen vinden?

RUDI VRANCKX: Natuurlijk. Er zijn antwoorden vanuit religieuze hoek, van jongeren die zich willen engageren, van ouders die willen praten over wat zij kunnen doen om te verhinderen dat er nog méér jongeren vertrekken. Overigens, je hoeft niet per se te gaan vechten in Syrië, je kunt ook vanuit een soort ongenoegen over wat er met de Syriërs gebeurt naar ginds trekken, om te helpen. Deze Panorama-reportage is een onderdeel van mijn ‘100 stemmen’-project, waarbij ik doodgewone moslimjongeren online het woord laat nemen in een kort filmpje. En we maken ook een reeks voor Het journaal, een pop-upreeks waarin ik in andere Europese landen ga kijken welke initiatieven ze daar zoal opzetten.

Heb je 100stemmen.be op poten gezet omdat je vond dat gewone moslims niet genoeg in de westerse media komen?

VRANCKX: Nee, omdat ze vaak géén toegang krijgen tot de mainstreammedia. In de chaos na de aanslag op Charlie Hebdo heb ik gemerkt hoe heftig de wereld verdeeld is geraakt. Je kreeg enkel angst en harde confrontatietaal te horen – van beide kanten. Ik wilde daar gewoon even uit proberen te stappen en zeggen: ‘Kijk, ik geef jullie een plaats, een platform. Ik wil de deur openzetten, zodat we jullie kunnen leren begrijpen.’ Want veel Syriëstrijders vertrekken vanuit onbegrip, uit frustratie. Je moet je een deel voelen van onze samenleving, maar een groot deel van die jongere generatie dreigt af te haken of ís misschien al afgehaakt.

Welke verhalen hebben je het meest ontroerd?

VRANCKX: Ik was heel erg ontroerd door ouders die kwamen melden wat er met hun kinderen was gebeurd en hoe het er ginder toegaat. Ze zeiden: ‘Wij zijn zelf slachtoffers, geen daders. Wij proberen het probleem evengoed aan te pakken. We hebben geen kinderen op de wereld gezet opdat ze zouden sterven in een ander land.’

Intussen stuur je ook voortdurend nieuwe Nomaden de wereld in.

VRANCKX: Jonge Vlamingen vol bruisende ideeën die willen vertrekken en reportages maken. We bereiden een nieuwe reeks Nomaden voor. Die zal op zaterdag worden uitgezonden in de loop van de maand mei. Er zijn permanent mensen onderweg, en als die terugkomen, begeleiden we hen met hun reportages. Er is bijvoorbeeld iemand naar de plaatselijke bevolking van Auschwitz getrokken. Iemand anders is naar een indianenstam in Zuid-Amerika geweest. We hebben zeker drie of vier verhalen klaar tegen eind mei.

Je bent intussen 56. Hoe lang denk je dat je dit nog volhoudt?

VRANCKX:(lacht) Dat weet ik niet, maar momenteel heb ik nog ideeën genoeg. En als ze mij laten doen, is het goed. Er is ruimte voor en behoefte aan een blik op de wereld, zodat we ons niet blindstaren op onze eigen kerktoren. In dat opzicht: hoe meer zielen hoe meer vreugd.

(A.I.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content