‘MET VIJF ZIJN EN DE VIJAND IN DE RUG SCHIETEN: ZO WIL JE VECHTEN’

De om de authenticiteit van zijn politiefilms geroemde scenarist-regisseur David Ayer ruilt de kepie in voor een helm, de politiewagen voor een tank. In Fury portretteert hij, zelf een voormalige militair, een tankeenheid tijdens de afgrijselijke eindspurt van de Tweede Wereldoorlog. ‘Er zijn geen grenzen. Acteurs zijn op hun best als ze uitgedaagd worden.’

Na Training Day (2001), dat Denzel Washington een Oscar opleverde, wilde half Hollywood David Ayer, scenarist van die potige politiefilm, inhuren. Maar uiteindelijk wilde hij zijn scenario’s liever zelf verfilmen. End of Watch (2012) is daarbij ondertussen zijn adelbrief. Die vanuit het standpunt van twee straatagenten vertelde film gaf de concurrentie het nakijken, door realistischer te zijn zonder aan spanning in te boeten. Met Fury probeert Ayer, zelf ooit sonaroperator op een atoomduikboot, hetzelfde te doen met WO II-films over de Tweede Wereldoorlog. ‘D-Day, het Ardennenoffensief, Operatie Toorts, de landing op Sicilië: de meeste films over de Tweede Wereldoorlog gaan over de bekende veldslagen. Fury daarentegen is een slice of life, een dag uit het leven van een tankeenheid op het einde van de oorlog in Duitsland. Het Amerikaanse leger was toen doodop, oorlogsmoe, kapot. Hun uitrusting was versleten, aan de voertuigen bengelden potten, meubels, you name it. Niemand wilde de laatste zijn om te sneuvelen, maar toch sneuvelden er nog mensen, want de vijand had nog niet gecapituleerd.’

Je liet Pitt en co. drillen door Navy Seals en het Britse leger. Waarom was die verregaande voorbereiding zo belangrijk?

DAVID AYER: Voor End of Watch kon ik vijf maanden over Michael Peña en Jake Gyllenhaal beschikken. Zo’n lange, intensieve voorbereiding is onbetaalbaar. Dáár en dán maak je de film. De eerste keer dat ik mijn acteurs in een Shermantank zag klimmen, sloeg de schrik me om het hart. Ze wisten niet waar ze hun handen en voeten moesten plaatsen. Je zag meteen dat ze totaal niet wisten hoe je een tank bestuurt. Er was nog véél werk, maar op de eerste dag van de opnames klommen ze in en uit die tank als kleine apen. Het leek alsof ze al jaren in een tank leefden en zo moet het er ook uitzien. De camera liegt niet. De camera ziet of een lichaam een beweging gewoon is. Dat betekent dat je sommige bewegingen Karate Kid-gewijs moet inoefenen.

Dat boot camp met Navy Seals was ook bedoeld om de acteurs dichter bij elkaar te brengen. Daar was ik best jaloers op.

Acteurs hoef je niet met fluwelen handschoenen aan te pakken, zelfs niet als ze Brad Pitt heten?

AYER: Brad Pitt is een acteur. Hij is daar om zijn werk te doen, om te acteren. Er is een reden waarom hij een ster is: hij kent zijn vak. Hij verstaat de camera, kent de camerahoeken, voelt het sterkste beeld instinctief aan en creëert een fysieke aanwezigheid. Het is verbazingwekkend om hem een personage te zien aan- en uitzetten. Waar hij zijn hand laat rusten, hoe hij een sigaret opsteekt, het hoofd wendt, zijn stem gebruikt: het is allemaal op voorhand bedacht. Mijn taak is hem uitdagen en hem de tijd en de ruimte gunnen. Op zijn beurt daagde hij mij uit om me constant af te vragen of ik het onderste wel uit de kan haalde.

Fijn om te horen. Maar eigenlijk peilde ik niet naar Brad Pitt maar naar jouw harde aanpak.

AYER: Ach zo. Het is gemakkelijk om als regisseur het bekende patroon te volgen – actie, cut, nog één keer – ik daag mijn acteurs liever uit. Ben ik soms te ver gegaan? Allicht elke dag. Ik speel emotionele spelletjes. Grote acteurs – en in Fury zijn het stuk voor stuk grote acteurs – nemen dat sportief op. Er zijn geen grenzen. Acteurs zijn op hun best als je ze uitdaagt. Hun grootste troef is levenservaring. Je kunt uiteraard naar iemand luisteren of een boek lezen, maar dat weegt nooit op tegen wat je daadwerkelijk meegemaakt hebt. Vandaar die voorbereiding. Vandaar dat ik mijn acteurs toegang vraag tot hun voorgeschiedenis, hun leven, hun gemoed. Dat kan ruw en lastig zijn, maar ik sta op eerlijke reacties en eerlijk gedrag.

In films is het meestal de vijand die oorlogsmisdaden begaat. Bij jou dwingt Brad Pitt een nieuwe rekruut om een Duitse krijgsgevangene ter plaatse te executeren. Gaat men dat niet schokkend vinden?

AYER: Euh… ga eens met oorlogsveteranen praten. Die oorlog was zwart tegen wit, goed tegen kwaad, vrijheid tegen slavernij. De uitkomst was gelukkig ook zwart-wit. We zouden in een naargeestige wereld leven en geen benul hebben van mensenrechten als de geallieerden Europa niet bevrijd hadden. Maar het dagelijkse leven in de oorlog en de dagelijkse strijd was grijs, koud, nat, ellendig. De soldaten waren doodop, bang en kwaad. Je vrienden sneuvelden, hun bloed verkleurde je uniform. Dáár gaat het mij om. De film laat zien hoe het er in de oorlog toegaat, hoe een gevecht destijds verliep. Ideaal is: met vijf zijn en je tegenstander in de rug schieten. Zo wil je vechten. De tegenstander overweldigen zonder dat je zelf blootstaat aan gevaar.

Mogen jouw kinderen het leger in?

AYER: Absoluut. Ik ben een oudsoldaat. Ik kom uit een militaire familie. Noem me traditioneel, maar ik vind het je plicht om je land te dienen. We genieten veel vrijheid en dat mag je op een of andere manier terugbetalen.

DOOR NIELS RUËLL

DAVID AYER: ‘DE SOLDATEN WAREN TEGEN HET EINDE VAN DE TWEEDE WERELDOORLOG DOODOP, BANG EN KWAAD. JE VRIENDEN SNEUVELDEN, HUN BLOED VERKLEURDE JE UNIFORM… DÁÁR GAAT HET MIJ OM.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content