‘MET HOOP MOET JE EVEN VOORZICHTIG OMGAAN ALS MET RADIOACTIEF SPUL’

Het klinkt als een raar huwelijk: de klassiek geschoolde componist Teho Teardo die samenwerkt met drilboor-adept Blixa Bargeld – u bekend van Einstürzende Neubauten en Nick Cave. Maar kijk, ondertussen ligt hun tweede album Nerissimo in de rekken, en de combinatie van Teardo’s feeërieke muziek met de donkere teksten van Bargeld werkt wonderwel. ‘Het omgekeerde zou véél erger zijn.’

Een groot deel van het journalistenbestaan bestaat uit wachten. Wachten op dat ene verlossende telefoontje, op dat ene mailtje, op de aanwezigheid van de te interviewen artiest. Terwijl half Vlaanderen op de bank ligt te genieten van de Ronde van Vlaanderen met een trappist op de buik – dankjewel, muziekredactie – kuier ik door een zonnig Den Haag, mijn oog vastgekluisterd aan mijn telefoon. Elk moment kan de tourmanager van Blixa Bargeld bellen: hij is er, kom meteen, hij heeft niet veel tijd. Ik wel, dus slenter ik rond de Grote Kerk waar een kleine markt plaatsvindt. Worstenkraampjes, schragen vol geurkaarsen, tweedehandskledij en handgemaakte wenskaarten, en naast de biertafels een springkasteel zowaar. Twee mogelijke interviewmomenten glijden voorbij. De klok slaat, een loom, bronzen geluid dat over de stad ebt.

Aan een zij-ingang ontmoet ik de zenuwachtige manager, een bebaarde Duitser in een flodderig grijs pak die verwoed aan een sigaret trekt. ‘Alles loopt uit. Technische problemen. De soundcheck is een ramp.’ Dat heb je als je Blixa Bargeld in een kerk programmeert: een mooie, sacrale omgeving, maar zodra je met versterking werkt, krijg je er galm en echo. En Bargeld zelf is nergens te bespeuren. ‘Hij is net terug van Hongkong, deze morgen geland in Amsterdam. Hij moest dringend rusten. Maar niet te veel, natuurlijk.’

Naast de manager een blonde pr-dame, ook rokend: ‘Je hebt toch een fles rode wijn meegebracht?’

Neen, daar heeft niemand iets van gezegd. Opnieuw: dankjewel muziekredactie.

Binnen, onder de hoge bogen, klinkt de chaos van een strijkorkest – violen en cello’s die gestemd moeten worden en in lijn gebracht met een rockgitaar. Veel gedoe met micro’s en kabels en versterkers; de man achter het mengpaneel heeft zijn handen vol met schuivers en knoppen. De tourmanager loopt af en aan, zijn telefoon tegen zijn oor geplakt. Interviewmoment nummer drie lost op in rook. Achter in het schip zit ik op een kerkstoel te wachten. Op mijn telefoon lees ik hoe een heroïsche Sagan de Ronde op zijn naam schrijft. Fijn zo.

Plots gaat achter me de grote poort onder het doksaal open. Meteen herken ik Blixa’s stem: lijzig, gruizig, het geluid dat zo onlosmakelijk verbonden is met Einstürzende Neubauten, de stem die lange tijd een tegengewicht bood aan Nick Cave, toen Bargeld nog gitaar speelde bij The Bad Seeds, een stem ook die zo aan een Bond-schurk kan toebehoren. Hij beent door de middengang, recht op het podium af. Zelfs van op de rug is zijn uitstraling onmiskenbaar, alsof er plots een toets zwavel aan de kerklucht is toegevoegd. Terwijl de jonge violistes hun instrumenten bevingeren en de gitarist nog maar eens dezelfde intro speelt, ijsbeert hij over het podium met een groot glas in zijn hand. Later zal ik de inhoud ontdekken: Aperol met een flinke scheut Hendrick’s Gin. ‘En veel ijs, dat is goed voor mijn stem.’

Wanneer Bargeld eindelijk achter de microfoon staat, legt hij de soundcheck al na één seconde stil. Hij kan zichzelf niet horen, briest hij naar de geluidsman. Opnieuw en opnieuw wordt de song ingezet. De klank is inderdaad belabberd. Achter in de kerk is het één geluidsbrij. Hij begint zelf speakers te verdraaien en blijft opwaartse gebaren maken: meer, meer, luider, luider. Het blijft duren. Een pisnijdige Bargeld, gepikeerd door jetlag, een soundcheck die nog een uur zal aanslepen, een ongeduldige massa voor de kerkdeuren: daar gaat mijn interview, denk ik gelaten. Om over al die nabeschouwingen, mateloos boeiende wielrennersinterviews en die extra trappist nog maar te zwijgen.

En dan plots, als bij wonder, klinkt de constellatie helder. Iedereen verdwijnt in de zijbeuk, dampende borden vol eten worden binnengedragen – gehaktballetjes, het blijft Nederland – en ik word gewenkt door de manager: je mag op audiëntie.

Voor ik het goed en wel besef, zit ik aan een lange kloostertafel tegenover de Italiaanse componist Teho Teardo en, met een vers rozig glas in de hand, een goedlachse Blixa Bargeld. Samen hebben ze net hun tweede album uitgebracht, Nerissimo, een werkstuk dat ver verwijderd ligt van de helse machinerie die de Neubauten meestal op plaat stansen. Het klinkt zowaar salonfähig: zoetgevooisde strijkers, tintelende electronica, af en toe een tegendraads gitaarlikje, en zelfs Bargeld zet zijn mooiste stem op. Toch is het een donker album en dat ligt vooral aan de teksten, waar weinig hoop doorheen straalt. Nu is Bargeld nooit de joligste van de bende geweest, maar de gebruikelijke zelfspot en tongue-in-cheekhumor zijn deze keer volledig afwezig, of het moest in dat grimmig sprookje zijn dat Bargeld halverwege te berde brengt, en zelfs dat loopt niet goed af.

Van donkerte is bij de twee heren zelf niks te merken. Hoewel Bargeld even met zijn duimen zijn slapen masseert, reageren ze enthousiast wanneer ik pols naar hun eerste ontmoeting, alsof de goede herinneringen hen energie geven.

TEHO TEARDO: In 2008 was ik aan een theaterstuk aan het werken dat Injuria zou gaan heten, ‘Beledigingen’, en ik dacht meteen aan Blixa.

BLIXA BARGELD: (grijnzend) Vanzelfsprekend.

TEARDO: Het was Chiara Guidi, de assistente van regisseur Romeo Castellucci, die me in contact bracht met Blixa. Ik ben naar Berlijn gevlogen en het klikte meteen.

BARGELD: Toen we aan het project begonnen, was mijn dochter net geboren, en toen het voor de eerste keer werd opgevoerd, beviel Teho’s vrouw, ook van een dochter. We zijn onder een goed gesternte samengekomen. Meteen daarna hebben we samengewerkt aan de soundtrack van een Duits-Italiaanse film – een rare film over een Italiaanse maffiabaas die naar Duitsland vlucht en daar een pizzeria opent. Una vita tranquilla (2011) heet hij, met Toni Servillo, en ik mocht de titeltrack leveren.

TEARDO: Wel, Blixa, eigenlijk was je tweede keus. De producers wilden een Engelse muzikant. Ik ga zijn naam niet noemen, maar het was een verschrikkelijk nummer dat helemaal niet bij de sfeer van de film paste.

BARGELD: Ik zou het niet weten, ik heb de film nooit gezien.

Maar hoe schrijf je dan een titelsong?

BARGELD: Ik heb het script gelezen, dat ze speciaal voor mij vertaald hadden – mijn Italiaans is niet goed genoeg.

TEARDO: Ondertussen heb ik een dvd met Duitse ondertitels gekregen. Ik moet je die nog opsturen. In elk geval, Blixa’s nummer werkte perfect, en toen hebben we beslist om meer songs te maken. A Quiet Life, die titelsong, staat op ons debuutalbum Still Smiling (2013).

Hoe moet ik me jullie samenwerking voorstellen? Sturen jullie muziekbestanden heen en terug?

BARGELD: Neen. Ik ben een studiomens. Teho heeft een studio in Rome, eigenlijk de machinezaal van een oude cinema – niet de projectiekamer maar de plek waar de filmspoelen gestockeerd werden – en zelf heb ik de Neubauten-studio in Berlijn. Als Teho een aantal schetsen verzameld heeft, pendelen we heen en weer tussen beide studio’s. Als ik met iemand samenwerk, moet ik fysiek met die persoon samen zijn, want in tegenstelling tot veel van mijn collega’s – al mijn collega’s, nu ik erover nadenk – heb ik geen opname-apparatuur. Als ik iets wil opnemen, boek ik een studio en een technicus. Daarin ben ik ouderwets.

TEARDO: Heb je het nooit geprobeerd?

BARGELD: Toch wel. Begin 2002 heb ik een vroege versie van ProTools gekocht en daar heb ik me een half jaar scheel op gekeken. Niks voor mij. Nu nog krijg ik elke maand bestanden in de bus van artiesten die me vragen of ik daar iets overheen wil zingen. Maar zo werk ik niet. Zorg dat je een budget hebt en boek me een studio. Sommigen zullen me een dinosaurus noemen, maar ik ben een zanger, ik heb ruimte nodig, een ruimte om in te zingen. Vraag me niet om in zo’n klein bakje te zingen.

TEARDO: Het gaat ook sneller als je gewoon samenzit. Met dit nieuwe album hebben we veel meer aan de structuren van de songs zitten sleutelen, knutselen bijna, en dat gaat beter in samenspraak.

BARGELD: De muziek moet ook eerst af zijn voor ik aan de teksten kan beginnen. Ik moet de muziek door en door begrijpen, elke song bijna uitbenen voor ik er woorden op kan plaatsen.

Bij Einstürzende Neubauten is het begrip ‘song’ natuurlijk best rekbaar. Op jullie albums is de popinvloed groter. Of zie ik dat verkeerd?

BARGELD: Nee hoor. Ik ben geen songschrijver van nature. Dat heb ik pas geleerd toen ik bij The Bad Seeds speelde. Strofe, refrein, strofe: dat was niet mijn sterkste punt voor ik Nick Cave leerde kennen. (lacht) Nick heeft van mij een songsmid gemaakt, maar omgekeerd heeft hij veel van mijn – hoe zullen we het noemen – losheid overgenomen. Laatst sprak ik hem nog en ik hoor dat hij het concept ‘song’ steeds meer links laat liggen. We hebben elkaar elk met onze eigenheid besmet. Maar in de samenwerking met Teho vind ik het super om een rigide structuur als houvast te hebben. Het is alsof ik een korset aantrek. Soms is beperking aangenaam.

De donkere teksten staan in schril contrast met de soms zoetgevooisde muziek.

BARGELD: Ja, maar stel je het omgekeerde voor: vrolijke teksten op donkere muziek, dat zou véél erger zijn. We hebben er ook een punt van gemaakt in het persbericht: Nerissimo mag je niet vertalen als donker of zwaar. Mij doet het eerder denken aan razernij, misschien ook omdat ik alle teksten in een relatief korte periode heb geschreven, een beetje panisch. Maar toegegeven, de teksten zijn donker. Ergens zing ik: ‘Hope should be a controlled substance.’ Niet verboden, maar enkel te verkrijgen op voorschrift. Dat klinkt negatief, maar plutonium is ook a controlled substance, en dat is maar goed ook. Met hoop moet je even voorzichtig omgaan als met radioactief materiaal.

TEARDO: Voor mij zijn de teksten vaak een complete verrassing. Op dat moment ben ik niet meer bij het proces betrokken, teksten zijn absoluut Blixa’s departement. Maar hij verrast me niet alleen tekstueel, ook muzikaal doet hij me vaak opkijken. Zo kwam hij plots aandraven met een Hammond-orgel. Daar zou ik nooit aan gedacht hebben.

BARGELD: Weet je nog toen een van de muzikanten opperde dat die ene song wel een celesta (toetseninstrument waarbij de met vilt beklede hamertjes op metalen staven tikken in plaats van op snaren, nvdr.) kon gebruiken? Wel, ik heb op eBay een alarmpje staan dat me verwittigt wanneer er een celesta aangeboden wordt. Dat alarmpje is in tien jaar tijd niet één keer afgegaan. Niemand biedt celesta’s aan op eBay. Het toeval wil dat Teho op dat moment het aanbod kreeg om een stock op te kopen van een theater in Venetië. Ze wilden al hun instrumenten kwijt; vijf grote piano’s, oude keyboards, zelfs een kerkorgel, en – jawel – één celesta. En wat heb je toen gedaan Teho?

TEARDO: Piano’s en keyboards heb ik voldoende, dus heb ik hen overtuigd me enkel de celesta te verkopen, voor een obsceen lage prijs zelfs. Hadden we dat ding eindelijk te pakken, zat Blixa alweer in Berlijn. Dus heeft hij daar een compositie op piano gemaakt die we exact hebben nagespeeld op de celesta. Dat is alsof je een drumpartituur klakkeloos overzet naar een gitaarpartij. Je weet niet wat je gaat krijgen, maar dat is het interessante aan werken met Blixa: altijd avontuur.

BARGELD: En ik kan eindelijk mijn eBay-alarmpje afvinken.

NERISSIMO

Uit op Specula Records.

Blixa Bargeld en Teho Teardo spelen op 1/6 in de Ancienne Belgique in Brussel. Alle info: abconcerts.be

DOOR RODERIK SIX

Blixa Bargeld ‘IK BEN GEEN SONGSCHRIJVER VAN NATURE. DAT HEB IK PAS GELEERD BIJ NICK CAVE. MAAR MET TEHO VIND IK ZO’N RIGIDE SONGKORSET NET AANGENAAM.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content