‘MENSEN DIE VLUCHTEN, HEBBEN KLOTEN AAN HUN LIJF’

Een cynicus zou kunnen beweren dat regisseur Manu Riche met een film over vluchtelingen zijn moment goed gekozen heeft. In werkelijkheid is hij al drie jaar met Problemski Hotel bezig en schreef Dimitri Verhulst het gelijknamige boek al in 2003. ‘De Vlaamse regering vindt het plezant om miljoenen te investeren in gezangen en lichtjes aan de IJzer om een oorlog te herdenken van honderd jaar geleden, maar de oorlog die nu aan de gang is, willen we niet zien.’

Dat hij heel erg nerveus was toen hij de film voor het eerst aan de schrijver toonde, beweert de man die al documentaires maakte over koning Boudewijn (Baudouin I, 2001), Tom Barman (Tempo of a Restless Soul, 2009) en de atoombom (Snake Dance, 2012). Manu Riche moest dan ook op zoek naar een cinematografisch equivalent voor Verhulsts typische humor. En zo komt het dat er in de adaptatie van diens Problemski Hotel een reusachtige kerstboom door een gebouw wordt gedragen, of dat iemand om onverklaarbare redenen voortdurend rondjes loopt in diezelfde gangen. Het zijn de visuele motieven waarmee Riche verscheidene verhalen van enkele bewoners van een opvangcentrum aaneenrijgt. Het resultaat: een wrange komedie die de surrealiteit van een asielprocedure vakkundiger ontleedt dan menig nieuwsitem.

Verhulst is alvast in zijn nopjes met de lezing van Riche. ‘Er zijn nu twee boeken van mij verfilmd en ik ben met mijn gat in de boter gevallen. De merites van Felix Van Groeningens De helaasheid der dingen (2009) hoef ik niet eens meer te herhalen. Dat is een klassieker, en ik hoop dat Problemski Hotel dat ook wordt. Ik wil dat mensen naar die film gaan kijken, maar ik weet niet of ze er klaar voor zijn.’ Volgens Verhulst koketteren de Belgen wel graag met absurdisme, maar hebben ze het toch moeilijk wanneer ze een film zoals Problemski Hotel, met een absurdistische beeldtaal, voorgeschoteld krijgen. ‘En,’ beweert de schrijver met enige onbedoelde ironie, ‘we hebben de laatste jaren te veel hang naar Vlaamsigheid. Kijk naar het succes van Bevergem. Ik heb daar niks op tegen en wil die serie niet afbreken – ik heb ze namelijk niet gezien – maar misschien is het tijd om opnieuw vanonder die kerktoren te komen. Als ik naar Problemski Hotel kijk, is het een verademing om niet al na vijf minuten te kunnen zeggen uit welk land de film komt.’

Wie ook niet kan zeggen uit welk land hij komt, is hoofdpersonage Bipul Masli (Tarek Halaby). Hij is de kritische asielzoeker die in het opvangcentrum op zijn eigen afstandelijke manier gadeslaat hoe zijn medebewoners de zoveelste aangetekende brief van het ministerie afwachten. Bipul is niet de hulpeloze vluchteling die klaarstaat om met een vlieg op zijn hoofd gefotografeerd te worden voor een of andere benefietkalender. Dat maakt volgens Riche identificatie misschien iets moeilijker, maar het zijn wel precies de redenen waarom het personage is wat het is. ‘Geen clichépersonage, maar een complex persoon. Ik wilde niet vervallen in het zoveelste meelijwekkende verhaal.’ Ook Verhulst vindt het onbegrijpelijk dat kijkers moeite zouden hebben met een sterke, kritische vluchteling. ‘Dat mensen vluchten, betekent dat ze kloten aan hun lijf hebben. Dat ze een mening hebben die politiek incorrect is, dat ze zelfstandige denkers zijn. Ze vluchten omdat ze niet zomaar alles slikken. En dan komen ze naar hier en wij zouden naar hen kijken alsof ze stakkerdjes zijn.’

STINKENDE MISERIE

Verhulst bracht in de bar koude winter van 2001 enkele dagen door in een opvangcentrum voor die ‘stakkerdjes’, en het is die ervaring die aan de basis van het boek en de film ligt. ‘Ik denk dat Dimitri toen al heel precies begreep wat er vandaag aan de hand is’, zegt Riche. ‘Hij heeft de symptomen beschreven en de juiste diagnose gesteld, maar in plaats van een medicijn te vinden, hebben we de situatie laten verslechteren.’ Herlees vandaag de roman en nergens krijg je het idee dat er de afgelopen veertien jaar ook maar iets veranderd is in de manier waarop we met asielzoekers omgaan. ‘Er verandert ook niks’, zucht Verhulst. ‘Het vluchtelingenprobleem wordt nooit fundamenteel aangepakt. Het is altijd occasioneel. Men stelt vast dat er nu een grote groep vluchtelingen is en dan wordt er à l’improviste voor oplossingen gezorgd. De realiteit is dat er altijd vluchtelingen zullen zijn. Laten we niet naïef zijn. De wereld is voor de meeste mensen een hel. Er is een hoop miserie op die bol en dat zal ook zo blijven. Los de situatie in Syrië op en het zal ergens anders beginnen te stinken. Het ís waarschijnlijk ergens anders al aan het stinken.’

Riche gelooft nochtans stellig dat een structurele oplossing voor de opvang van vluchtelingen perfect mogelijk is. ‘Ik kan niet geloven dat het echte probleem puur praktisch is. Te weinig bedden of te weinig voedselpakketten. Ik kan alleen maar constateren dat de politiek geen plan en geen visie heeft. En dat gaat niet alleen over vluchtelingen, maar ook over hoe we een maatschappij kunnen creëren die ons opnieuw mogelijkheden geeft om kinderen op te voeden tot kritische burgers die de problemen van de toekomst kunnen aanpakken. Een partij als de N-VA vertelt vandaag een heel ander verhaal. Hun reactie op de crisis is heel krampachtig en oerconservatief. Laten we vooral niet nadenken over wat erna komt, just get rid of it, zoiets. Dat de film net tijdens deze vluchtelingencrisis uitkomt, is natuurlijk toeval, maar anderzijds had ik hem nooit op een ander moment kunnen maken.’

‘Onze beschaving staat op dit moment op het randje van het faillissement’, vindt Verhulst. ‘Onze lakse houding tegenover fundamentele problemen is heel raar. Quota opleggen en de deuren sluiten? We hebben het wel over mensen die voor een fucking oorlog op de vlucht zijn. De Vlaamse regering vindt het plezant om miljoenen te investeren in gezangen en lichtjes aan de IJzer om een oorlog te herdenken van honderd jaar geleden, maar de oorlog die nu aan de gang is, willen we liever niet zien. Dat is toch absurd?’

Zo absurd dat fictie de enige manier blijkt om er nog iets zinnigs over te vertellen. Welkom in Problemski Hotel.

PROBLEMSKI HOTEL

Vanaf 13/1 in de bioscoop.

DOOR SAM DE WILDE

Dimitri Verhulst : ‘WE HEBBEN DE LAATSTE JAREN TE VEEL HANG NAAR VLAAMSIGHEID. MISSCHIEN IS HET TIJD OM OPNIEUW VANONDER DIE KERKTOREN TE KOMEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content