In deze rubriek krijgt elke week iemand een vrijgeleide om compleet loos te gaan over zijn of haar stokpaardje.

‘Beerputten dreggen, dat is het. De beerputten van de cinema. Holocausthorror, shockumentaries, zombie- en kannibalenfilms – beenhouwerscatalogi, zeg maar. Of gimmicks als The Terror of Tiny Town, een western met alleen maar dwergen. Iemand onder de klapdeuren van een bar laten doorlopen: je moet er maar opkomen, hé. En dat niet alleen. Je moet ook een script schrijven, een cast verzamelen en financiers zoeken. Een goeie film maken of een slechte: at the end of the day kost het evenveel moeite.’

‘Ik weet nog goed hoe het begon. Ik had The Turkey Awards gelezen, een boek over de grootste miskleunen uit de filmgeschiedenis. En plots was er dat gevoel: Ik moet die dingen zien. Intussen bestaat er al een heleboel op dvd, maar toen was het nog echt zoeken. Naar videotheken rijden die failliet waren gegaan, uren in uitverkoopbakken zitten… Een kennis van mij is ooit nog letterlijk in een container gedoken, om een 35mm-spoel van Cannibal Holocaust te redden. Zelfs filmmusea wilden ‘m niet. Er is ook geweldig veel crap, natuurlijk, maar er zijn ook massa’s interessante dingen. Neem nu Ilsa, de Wolvin van de SS. Daar zijn halfweg de jaren ’70 in de Benelux meer dan 600.000 mensen naar gaan kijken, hé. Dat vind ik dan onnoemelijk fascinerend: dat zo’n film ooit mainstream entertainment was. Dat kun je je nu toch totaal niet meer voorstellen? Maar dertig jaar geleden bestond er blijkbaar nog geen politieke correctheid. Mensen konden op zaterdagavond hun propere kleren aandoen, naar een grote filmzaal gaan, zieke concentratiekampgruwels bekijken en daarna nog een stapke in de wereld zetten. Niemand die daar schande over sprak, dat was perfect sociaal aanvaard. Ook merkwaardig: halverwege de jaren ’80 was het bijna van de ene dag op de andere gedaan. Alsof er een afspraak was om de cinema te saneren – Vanaf Heden Wordt Geen Trash Meer Gemaakt.’

‘Veel B-films zijn intussen enorm gedateerd. Maar af en toe kom je er ook tegen die de tijd goed hebben doorstaan. Onlangs zag ik Squirm nog eens terug – een horrorfilm met regenwormen. Komt een beetje traag op gang, maar is nog altijd behoorlijk choquerend. Dat vind ik ook wel straf, eigenlijk. We hebben onthoofdingen gezien op tv, we hebben mensen in prime time uit de WTC-torens zien springen… En toch blijven we ons ongemakkelijk voelen bij trashy horrorfilms. Het heeft vooral met politieke correctheid te maken, denk ik. The Crippled Masters, een kungfufilm met twee gehandicapten, dat gaat regelrecht in tegen onze beschavingsreflex, hé. Vooral: in zo’n film krijg je geen smakelijke gehandicapten. Hun ledematen zijn niet proper geamputeerd, er hangen nog van die stompkes aan.’

‘Qua trash ben ik stilaan rond, denk ik. De meeste B-films heb ik gezien, goed én slecht. Tegenwoordig ben ik vooral op zoek naar oude voorlichtingsfilmpjes, uit de beginjaren van de televisie. Ook geweldig grappig. Dan bots je op van die pseudo-documentaires over wat er allemaal kan misgaan als mannen ergens hunne piet in stoppen… Het strafste wat ik daar al in tegengekomen ben, was een filmpje met als titel All Women Have Their Periods. Eerst lijkt het een komedie à la Rock Hudson en Doris Day – papa rookt pijp, mama staat te strijken, kindjes zitten aan tafel – maar beetje bij beetje wordt het pure Cronenberg. Er komt een mongooltje van een jaar of twaalf binnen, helemaal in paniek… Hal-lu-ci-nant, je moet het echt zien om het te geloven. En dat werd allemaal met de beste bedoelingen gemaakt, hé. Als kijker word je daar nu een beetje ongemakkelijk van, maar dat heb ik graag. Regisseurs mochten toen nog ongegeneerd buiten de lijntjes kleuren, cinema was nog niet zo burgerlijk en voorspelbaar als nu.’

Van regisseur Jan Verheyen loopt momenteel de film ‘Buitenspel’ in de zalen.

Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content