‘Ik vond het ruig, samenwerken met iemand die echt bodyguard is geweest’
En toen kwam Judith Vanistendael – op de weg naar Compostela, nota bene – een Spaanse bodyguard tegen, die nog politici tegen de Baskische terreurgroep ETA had beschermd.
‘Pijn.’
Judith Vanistendael (42) heeft net koffie gezet. We zitten aan een lange bruine tafel in haar atelier vol letterbakken en drukmachines, onder het dak van een Brusselse drukkerij. Koffie inschenken doet iets fouts met haar schouder. Een neveneffect van haar nieuwe boek Mikel.
‘Mijn schouders zijn kapot doordat ik het hele boek met kleurpotloden heb getekend. De pijn was weg voor de vakantie. Ik ben pas herbegonnen en ze is al terug. Ik zal bakker moeten worden.’
‘Lijkt me voor je schouders ook niet aan te raden.’
‘Dat is een andere beweging, geen probleem dus.’
Onderweg naar haar atelier passeer ik het gebouw van uitgeverij Le Lombard, vlak bij Brussel-Zuid. De grote hoofden van Kuifje en Bobbie op het dak kijken er zoals altijd over het plein uit. In de beschutting van de bushokjes aan de voet van het pand liggen dakloze donkere medemensen te slapen op geïmproviseerde bedden. De scène oogt haast als een metafoor voor Vanistendaels werk: Le Lombard brengt de Franse edities van haar boeken op de markt, maar de inhoud staat dichter bij de taferelen aan de bushokjes dan bij het lichte amusement op het dak. Ze brak door met De maagd en de neger (2007-2009), het autobiografische relaas van haar relatie met een asielzoeker. In Toen David zijn stem verloor (2012) kampt een gezin met kanker. En haar nieuwe strip, Mikel, die ze samen met scenarist Mark Bellido maakte, is het verhaal van een snoepverkoper die schrijver wil worden en daarom bodyguard wordt in de strijd tegen de Baskische afscheidingsbeweging ETA.
Niet meteen het meest voor de hand liggende carrièrepad.
JUDITH VANISTENDAEL:Het is het verhaal van scenarist Mark zelf, die er al heel lang van droomde om schrijver te worden. Na zijn debuut, dat een kleine hit was in Spanje, had hij jarenlang niets meer gepubliceerd en allerlei rotjobs gedaan: snoepverkoper bijvoorbeeld, zoals in Mikel, of aan de band werken in een tegelfabriek. Maar hij bleef dromen van het schrijverschap. Om boeiende verhalen te kunnen vertellen, dacht hij, moet je boeiende dingen meemaken. Dat is natuurlijk onzin: hij verwarde een goed verhaal met zijn eigen drang naar avontuur. Uiteindelijk is hij in 2006, toen de ETA nog actief was, bodyguard geworden in Spaans Baskenland. Hij zegt zelf dat hij een boek wilde maken over vrijheid, volgens mij was het toch meer een drang naar extreme situaties, een drang die hij nog altijd in zich heeft. Toen hij eenmaal bodyguard was, heeft die wereld hem helemaal opgeslokt. Het is ook niet gemakkelijk om er weer uit te stappen. Zodra je eraan begint, word je bedreigd door de ETA en daardoor kun je je wapen moeilijk nog afgeven.
Hoe heb jij hem leren kennen?
VANISTENDAEL:Ik heb Mark ontmoet net nadat hij zijn job als bodyguard uiteindelijk toch had opgegeven. Zijn gezin was er ondertussen aan kapotgegaan. Om te kunnen stoppen, is hij vanuit Pamplona, waar hij werkte, beginnen te stappen op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela, die ik toen ook aan het afleggen was. Ik heb hem leren kennen op een terras. We zijn samen verder gestapt en al na een paar dagen wilde ik dat hij voor mij over zijn tijd als bodyguard schreef. Ik vond het een waanzinnig verhaal! Mark vertelde over een spannende wereld die voor mij nooit toegankelijk zou zijn, de binnenkant van die terreurdreiging in Spanje. Ik vond het ruig, iemand die echt bodyguard was geweest. Nog een voordeel: zo kon ik eindelijk tonen dat ik ook pistolen en auto’s kan tekenen. (lacht)
Misschien wilde je jezelf ook sparen door met een scenarist te werken, door andermans verhaal te tekenen?
VANISTENDAEL:Dat is in elk geval een totale misvatting gebleken. Het was heel intens. Ik stond er iets verder van af, ja, dus zei ik over bepaalde passages al eens dat ik ze onbelangrijk vond voor het verhaal. Omdat hij het allemaal had meegemaakt, voelde dat voor hem heel persoonlijk aan. Je snijdt eigenlijk in zijn leven als je stukken uit zijn verhaal weglaat.
Mensen vertellen me dat Mikel zo’n geloofwaardig personage is. Logisch, de inspiratie voor hem zat naast mij. Mark is naar Brussel verhuisd om het boek samen met mij, in hetzelfde atelier, te kunnen maken. Als je elke dag samen een koffietje gaat drinken in het café op de hoek, dan weet je op den duur precies hoe iemand zijn kopje vasthoudt. Trek dat soort details door in een verhaal en je krijgt een grote geloofwaardigheid. Mark heeft me zelfs leren schieten! Ik had een schietscène getekend, helemaal fout volgens hem. Dus heeft hij het daar, in het atelier, met zijn oefenwapen voorgedaan. En dan speelden we dat na.
Volgens mij was Mikel niet alleen een zwaar boek omdat Mark naast je zat. Wil je niet zelf altijd tot het uiterste gaan?
VANISTENDAEL:Dat zit in mijn karakter, vrees ik. Ik denk vaak dat ik aan het dimmen ben, maar als ik dan het boek zie liggen, realiseer ik me dat het toch weer wat veel is geweest. En al zijn mijn schouders nu kapot, ik geloof zelf niet dat ik er het maximum heb uitgehaald. De tijd die me rest om strips te leren maken, is sowieso beperkt, zelfs al word ik tachtig. En ik wil zo goed mogelijk worden. Dat is een kwestie van beroepseer. Ik wil de lezers het cadeau kunnen geven dat ik hen met mijn verhaal raak.
In Mikel ervaart de lezer terreur door de belevenissen van het hoofdpersonage. Dat doe je wel vaker, grote wereldproblemen terugbrengen tot individuele levens.
VANISTENDAEL:Voor mij zijn dat de enige verhalen die ertoe doen. Zo raakt Wat is de wat van Dave Eggers mij enorm, omdat het heel concreet verteld wordt: als hij schrijft over de tocht van een vluchteling door de woestijn, beschrijft hij heel precies hoe een doorn in een teen zit. Door dat zo realistisch mogelijk te doen, besef je pas wat het is om op de vlucht te zijn. Cijfers en tv-beelden ken je wel, maar daarom weet je nog niet wat ze betekenen.
Doe je dat om de ongevoeligheid van mensen te doorbreken?
VANISTENDAEL:Ik wil dat lezers het gevoel hebben dat ze het zelf ook zouden kunnen meemaken. Dat het niet zo ver van hun bed is.
Mikel is een stereotiepe macho die in dat bodyguardwereldje heel eenzaam wordt.
VANISTENDAEL:Spanje is het land van het machismo. Ik heb er zelf gewoond en ik herken de manier waarop Mikel zich in het begin gedraagt. Eigenlijk is Mark via zijn verhaal ontroerend eerlijk over zichzelf en zijn kleine kantjes. Hij geeft zich zonder schroom bloot en dat bewonder ik enorm. Als bodyguard ben je onvermijdelijk eenzaam, vanaf dag één. Je kunt niks delen, je bent nooit thuis, je hebt geen tijd en je kunt geen sociaal leven uitbouwen.
In die zin gaat je boek niet alleen over bodyguards, maar in het algemeen over mensen die volledig door hun werk opgeslorpt worden.
VANISTENDAEL:Zeker. Het gaat ook over hoe ver je je ambitie drijft om schrijver te worden. Wat offer je allemaal op? Hoe ver wil je gaan om je wensen te vervullen? Wie doe je allemaal verdriet omdat je je droom najaagt? Er is natuurlijk wel een mooi boek uit voortgekomen, waar veel mensen iets aan kunnen hebben. Zeker in deze tijden van terreur is Mikel belangrijk. Mikel neemt de wapens op om mensen te beschermen tegen geweld, maar hij gaat eraan ten onder en wordt zelf gewelddadig.
Hoe ga je om met terreur? Als ervaringsdeskundige zegt Mark: veiligheid is een illusie. Het gaat niet om echte bescherming, maar om het gevoel dat je veilig bent, zodat je verder kunt met je leven. Door hem erover te horen praten, kijk ik op een heel andere manier naar terreur, naar dreigingsniveaus. Op zich ben ik niet tegen veiligheidsmaatregelen – mensen moeten zich op hun gemak kunnen voelen – maar als politicus mag je de angst van de mensen niet aanwakkeren. Dat is heel belangrijk. Toch zie ik dat gebeuren. In Vlaanderen, maar nog meer in Frankrijk. Daar is het hek helemaal van de dam.
Akelig toch, hoe actueel dit boek geworden is terwijl je het maakte.
VANISTENDAEL:Ik woon in Molenbeek en was toch wel wat van de kaart door alles wat er gebeurd is. Door de aanslagen in Parijs, door de pers die in Molenbeek kampeerde omdat de terroristen bij ons zaten, heb ik voor het eerst gevoeld wat ik al een paar jaar aan het tekenen was. Het is toch anders als je éígen straat opeens afgezet wordt. Of wanneer je je dochter ergens onderweg van school wilt onderscheppen omdat je niet wilt dat ze dat ziet. Pas op, ik ben niet tegen politie op straat. Ik vind dat er in Molenbeek te weinig politieagenten op straat zijn, vroeger al en nu nog veel meer. Door Mikel heb ik meer respect gekregen voor de mensen die een wapen dragen om ons te beveiligen.
Je hebt na de aanslagen in Parijs ook een reeks portretten gemaakt van vrouwen uit Molenbeek.
VANISTENDAEL:Het was er het juiste moment voor. Iedereen had al een mening, maar ik vond dat mensen eerst moesten weten wie er echt in Molenbeek woont. Mama’s, papa’s, broers, zussen, het zijn allemaal mensen zoals jij en ik, ook al hebben ze diverse achtergronden. Ik had er ook een zelfportret tussen kunnen steken met mijn eigen angsten. Uiteindelijk is elke mens bezig met hetzelfde: een mooi leven proberen te leiden. Dat wordt te gemakkelijk vergeten.
MIKEL
van Judith Vanistendael en Mark Bellido verschijnt op 13/10 bij Oog&Blik.
DOOR GERT MEESTERS – FOTO’S FILIP NAUDTS
‘ Ik ben niet tegen politie op straat, maar door Mikel te maken, heb ik meer respect gekregen voor de mensen die een wapen dragen om ons te beveiligen.” Judith Vanistendael
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier