Dogmaprofeet, communistengebroed, bekeerd katholiek, pornoproducent en maker van bejubelde vormexperImenten als ‘Europa’, ‘Breaking the Waves’ en ‘Dancer in the Dark’: de Deense regisseur Lars von Trier heeft van provoceren zijn handelsmerk gemaakt. Ook in zijn nieuwste film ‘Manderlay’ waagt hij zich opnieuw op explosief terrein. ‘De grenzen van de provocatie liggen alleen bij mezelf.’

‘MANDERLAY’

VANAF 14/12 INDE BIOSCOOP

Van het achterlijke boerengat Dogville tot de zuiderse katoenplantage Manderlay: veel logistieke problemen leverde de verhuis voor Lars von Trier niet op. Ook het tweede deel van zijn sarcastische trilogie USA: Land of Opportunities werd opgenomen in een nagenoeg lege hangar in Zweden, waar het decor opnieuw werd gereduceerd tot enkele krijtstrepen en een paar rekwisieten. Die moeten dit keer de katoenplantage Manderlay voorstellen, waar we opnieuw kennismaken met Grace. Haar rol wordt hier niet vertolkt door Nicole Kidman, maar door Bryce Dallas Howard, de dochter van regisseur Ron Howard.

In Dogville (2003) richtte Von Trier zijn gifpijlen op Amerika’s gewelddadige roots. Manderlay kaart een nog controversiëler onderwerp aan: de racistische geschiedenis van melting pot USA. Zo krijgen we te zien hoe Grace als blanke meesteres haar zwarte slaven probeert te ontvoogden door in de cotton fields van Manderlay het begrip ‘democratie’ te introduceren, desnoods met keiharde hand. Veel resultaten levert dat niet op: de slaven achten zichzelf niet eens rijp om de democratische beginselen te praktiseren, en kiezen er uiteindelijk zelfs voor om zich vrijwillig weer aan de ketting te leggen.

Von Trier, die vliegangst heeft en daardoor nog nooit in Amerika is geweest, waagt zich met deze ‘zwarte komedie’ duidelijk op heikel terrein.

De discussie over Lars Von Trier kan met Manderlay dus naarstig worden verdergezet. Zo heeft de één het over de zoveelste cynische grap van een clevere charlatan, terwijl een ander in de film een krachtige middenvinger ziet aan het adres van een reactionaire en racistische supermacht. In afwachting van uw eigen ongezouten mening, laten we alvast die van Von Trier zelf horen.

Een opwarmertje: ben je als katholieke bekeerling tevreden met de nieuwe paus?

Lars von Trier: Het wordt afwachten, maar zijn aartsconservatieve uitlatingen voorspellen alvast weinig goeds. Wie veel macht heeft, moet lastige beslissingen nemen, maar nog maar eens uitvallen naar het gebruik van condooms is een vorm van machtsmisbruik die misschien wel duizenden slachtoffers maakt. Gelukkig is hij al een eind in de zeventig, dus eigenlijk is hij bijna dood. Ik mag dat zeggen, want ik ga toch naar de hel. Ik denk voortdurend aan seks en masturbeer elke dag (lacht).

Fijn om weten. Klopt het dat de meeste Afro-Amerikaanse acteurs weigerden om in ‘Manderlay’ mee te spelen?

Von Trier: Inderdaad. De meeste zwarte Amerikanen vonden het script nochtans interessant. Alleen wilden ze zich er zelf liever niet aan wagen, vandaar dat we vooral Britse kleurlingen hebben gecast. Misschien is het gewoon toeval, maar zij hadden er in elk geval geen enkel probleem mee.

Zeiden die Amerikanen ook waarom ze liever pasten?

Von Trier:Manderlay heeft geen eenduidige boodschap. De film hekelt het blanke racisme en de slavernij, maar tegelijk wijs ik op de verantwoordelijkheden van de zwarte gemeenschap. Dat maakte veel zwarten blijkbaar onzeker.

Heeft het ook niet met die typisch Amerikaanse ‘politieke correctheid’ te maken?

Von Trier: Misschien wel, maar gezien ik zelf nooit in Amerika ben geweest en er ook nooit zal komen, durf ik dat niet met zekerheid te stellen (lacht). Nogal wat Afro-Amerikaanse acteurs haakten volgens mij gewoon af uit angst om hun sociaal aanzien te verliezen. Dat aanzien hebben ze natuurlijk in eerste instantie te danken aan hun talent, maar voor een deel toch ook aan hun huidskleur. Daar moet je niet hypocriet over doen. De filmindustrie wordt gedomineerd door blanken, en zwarte acteurs blijven een minderheid. Maar eens ze een zekere positie hebben bereikt, krijgen ze tegen wil en dank meteen een emancipatorische en beschermde rol toebedeeld. Ik besef heel goed dat ik scheef zal worden bekeken wanneer ik dat als blanke Deen durf te zeggen, maar dan is dat maar zo.

Voor jouw doen let je deze keer nochtans érg op je woorden.

Von Trier: Ja, omdat het allemaal zo gevoelig ligt en omdat dit duidelijk het meest delicate thema is dat ik ooit heb aangeraakt. Zwarte, Afro-Amerikaan, neger, kleurling: welk woord je ook gebruikt, voor sommigen ben je meteen een racist. Voor de promotour ben ik omringd door twaalf adviseurs die er moeten over waken dat ik zeker geen verkeerde dingen zeg. Ik weet het: een onmogelijke taak (lacht). Het is voortdurend op eieren lopen, en dat ben ik niet gewoon. De hele situatie bewijst in elk geval dat raciale thema’s dringend meer aan bod moeten komen. Voor de goeie orde: ik ben volkomen antiracistisch, maar ik ben niet van plan zedig mijn mond te houden over zwarten, slavernij en Amerika omdat ik per toeval zelf geen zwarte huidskleur heb. Daaraan toegeven getuigt van intellectuele lafheid en domheid. Straks mag ik ook al geen film meer maken over olifanten omdat ik geen slagtanden en een slurf heb.

Heb je tijdens het schrijven aan zelfcensuur gedaan?

Von Trier: Helemaal niet. Ik ben een blanke Deen, en een vervelende bovendien (lacht). Manderlay is mijn persoonlijke, ongecensureerde en compleet apolitieke visie op racisme en slavernij.

Waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Tegenstanders zullen het telkens weer hebben over je gebrek aan affiniteit met het onderwerp.

Von Trier: Ten onrechte. Grace, het hoofdpersonage, is mijn alter ego. Zij is een vrouw, akkoord, maar ik word dagelijks omringd door vrouwen, zowel op de set als bij mij thuis. En daar komt nog bij dat ongeveer zestig procent van mijn leven bepaald wordt door de alomtegenwoordige Amerikaanse consumptiecultuur, van Coca-Cola tot McDonald’s. (ironisch) Daar kan je maar één ding uit concluderen: dat ik voor het grootste deel een Amerikaanse vrouw ben en dus wel degelijk recht van spreken heb.

Durf je ook te beweren dat je een zwarte bent?

Von Trier: Neen. Ik ben niet zwart en ik heb geen voorvaderen die als slaven op een katoenplantage hebben gewerkt. Ik ben blank en net als Grace opgegroeid met de Amerikaanse cultuur. Vandaar dat ik me met haar kan identificeren.

Ben je ook Bertolt Brecht? Net als in ‘Dogville’ gebruik je alweer zijn theatrale vervreemdingstechnieken

Von Trier: Toen ik aan de universiteit studeerde, heb ik zijn theoretische geschriften wel gelezen, maar ik ben helemaal geen Brecht-adept. Ik werk vooral op emotie en lepel de mensen ook geen politieke boodschap in. Dat deed Brecht duidelijk wél. En ik maak ook geen dialectische of marxistische films, hoewel zowel Brecht als mijn ouders dat ongetwijfeld graag hadden gewild (lacht).

Je ouders?

Von Trier: Mijn ouders waren communistische nudisten. Thuis mocht ik zo ongeveer alles, ofwel naar school gaan, ofwel me bezatten. Alleen religie en dogmatiek waren streng verboden. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik mezelf als volwassene voortdurend beperkingen heb opgelegd. Er zijn de Dogmaregels in mijn werk, en in mijn privé-leven mijn bekering tot het katholicisme. Alleen in mijn fantasie heb ik altijd totale vrijheid opgeëist. De menselijke fantasie is het enige wat nooit volledig door een ideologie of een godsdienst kan worden geannexeerd. Precies daarom permitteer ik het me nog altijd om over eender welk onderwerp een film te maken.

Heeft provocatie dan geen grenzen?

Von Trier: Ongetwijfeld, maar die liggen bij mezelf. Als ik ermee kan leven, dan kan en mag het. En wees gerust: sommigen vinden me een stomme idioot, maar ik weet doorgaans goed wat ik zeg, en ik ben ook geen immoreel individu. Trouwens, ik maak films om mensen te ontroeren of discussies los te weken, niet om politieke statements te lanceren of mezelf populair te maken. Ik doe gewoon mijn plicht. Of nee, mijn goesting. Schrijf maar ‘goesting’, want anders vinden sommigen me weer een pedante kwast.

Bryce Dallas Howard komt Nicole Kidman vervangen in de rol van Grace. Heb je het scenario aan haar moeten aanpassen?

Von Trier: Nee, maar wel de toon van de film. Toen duidelijk werd dat Nicole (die oorspronkelijk voor de hele trilogie had getekend, DM) zou moeten afhaken, leek het me wel interessant om dit keer een jongere actrice te casten. Het zet de naïviteit en onwetendheid van Grace extra in de verf. Niet dat Bryce niet wist waar ze mee bezig was, maar Nicole zou haar personage instinctief sterker hebben verdedigd en ook dominanter uit de hoek zijn gekomen. Dat zou tegen mijn doel ingaan. Manderlay is sterker als je ziet dat Grace tegelijk slachtoffer én dader is.

Heb je haar zachtaardiger aangepakt dan Nicole Kidman? Tenslotte sta je niet bekend als een meegaande jongen. Na ‘Dancer in the Dark’ wilde Björk zelfs nooit meer een film met je maken.

Von Trier: Je moet die drie niet met elkaar vergelijken. Björk was een debuterende actrice die net als ik gewend was om altijd haar eigen zinnetje door te drijven. Ze was bovendien een IJslandse, dus opgevoed met de idee dat de Deense kolonisator haar ziel zou opvreten. (ernstig) Nicole was wél op en top professioneel en ze kon ook tegen een stootje. Hetzelfde geldt ook voor Bryce: een fantastische actrice en steeds bereid tot het uiterste te gaan, ook al had ze het met die seksscènes best wel zwaar. Als jonge actrice had ze nog nooit eerder naakt voor een camera gestaan.

Over die seksscènes gesproken: ‘Manderlay’ is ten dele gebaseerd op de roman ‘L’Histoire d’O’ van Pauline Réage, waarin slavernij wordt geportretteerd als een sadomasochistisch fantasme. Waarom geef je die seksuele fantasie hier een politieke dimensie?

Von Trier: Omdat ik geloof dat je het seksuele en het politieke in het menselijke bewustzijn onmogelijk van elkaar kunt scheiden. Macht erotiseert nu eenmaal. Het masochistische verlangen van Grace illustreert haar ambivalente houding tegenover zwarten – en die houding hebben de meesten onder ons. Als rationeel individu verzet ze zich tegen de vooroordelen over zwarten en probeert ze hen politiek bewust te maken, maar onbewust koestert ze lustgevoelens die net op diezelfde raciale vooroordelen zijn gebaseerd. Je weet wel, de potente, viriele zwarte man.

Is dat niet een beetje vulgair?

Von Trier: Alle fantasmes zijn vulgair. Enfin, de opwindende toch (lacht).

Grace is in elk geval niet verantwoordelijk voor de choquante manier waarop de zwarten zichzelf in de film onderverdelen: als vrolijke slaaf, als goede slaaf, als werklustige slaaf, et cetera. Waar heb je die classificaties eigenlijk vandaan?

Von Trier: Die komen uit een boek over de concentratiekampen. Blijkbaar hadden de joden zelf een systeem bedacht om een sociale hiërarchie te creëren. Dat vond ik zo angstaanjagend dat het me altijd is bijgebleven. Het zegt iets over de aard van het menselijke beestje: steeds hongerend naar macht, eer en aanzien, ook al heeft die macht geen enkele zin en bevestigt ze alleen maar de vooroordelen waarmee de anderen je onderdrukken. Met die sociale strategie hanteerden de joden immers hetzelfde procédé en jargon als de nazi’s. Dat thema zit ook in Manderlay, waar je zwarten ziet collaboreren met de raciale machtspolitiek van de blanken.

Waar zou je zelf staan op die sociale ladder?

Von Trier: Ik denk dat ik er niet eens zou opstaan. Ik ben gewoon een verwend kind dat in de luxepositie verkeert om films te maken over dingen die me interesseren, en daar nog geld voor krijgt ook. Misschien ligt provoceren wel in mijn aard, maar ik denk niet dat je me daarom in de categorie van de provocateurs zou kunnen opdelen. Daarvoor ben ik te eerlijk en vooral veel te stom. Ik kan namelijk niet liegen, zelfs niet over zwarten. Je hebt idiote blanken en slimme blanken, maar je hebt ook stomme zwarten en slimme zwarten. Dat erkennen maakt me nog geen baarlijke duivel.

Je hebt graag dat je acteurs eerlijk tegen je zijn, vaak met alle hoog oplaaiende conflicten van dien. Stond er op de set van ‘Manderlay’ weer een biechtstoel opgesteld, zoals ten tijde van ‘Dogville’?

Von Trier: Nee. Dat was nog zo’n briljant idee van me dat weer eens op een compleet fiasco is uitgedraaid. De biechten die ik toen heb mogen aanhoren, waren ofwel compleet onverstaanbaar omdat de betrokken acteurs stomdronken waren, of zulke grove roddelpraat dat mensen meteen met elkaar op de vuist wilden (lacht). Als goede huisvader heb ik dan maar besloten die biechtstoel weg te halen.

Heb je jezelf ooit slaaf gevoeld?

Von Trier: Slavernij kent vele vormen, niet alleen politieke of raciale. Er is ook economische slavernij, en daar lijdt de helft van de wereldbevolking nog steeds onder, al kan ik niet beweren dat ik zelf tot die ene helft behoor. Ik heb een vrij zorgeloze jeugd achter de rug en sinds ik films maak, zit ik er behoorlijk warmpjes in. Maar psychologisch ben ik de meest geketende mens die je kunt tegenkomen. Ik ga zelfs niet eens beginnen mijn fobieën op te sommen, want ze kunnen toch niet allemaal op je bandrecordertje. Trust me: it’s all pretty fucked up inside.

Tien jaar geleden stelde je het Dogmamanifest op. Maak zelf eens de balans op.

Von Trier: Het is niet geworden wat ik ervan verwacht had. Oorspronkelijk hadden ik en coauteur Thomas Vinterberg een puur esthetische beweging voor ogen. Helaas deden de digitale videocamera’s toen net hun intrede, waardoor Dogma door veel regisseurs gewoon werd aangegrepen om op een aanzienlijk goedkopere manier te produceren. Bovendien werden er sowieso plots veel meer films op één locatie, met natuurlijke belichting én met handheld-camera’s gemaakt – gewoon omdat de techniek het toeliet. Een fantastische evolutie, daar niet van, maar met Dogma had het weinig te maken. De hele beweging heeft hooguit een paar goeie films opgeleverd.

Slotvraag: je zegt dat het delicaat is om over raciale topics te praten, maar je maakt er als complete outsider wel een film over. Je bent een overtuigd katholiek, maar je productiehuis produceert wel pornofilms. Je beklaagt je over je fobieën en je mediaschuwheid, maar ondertussen zit je hier wel vrijwillig in een luxehotel over je film te praten. Is ‘Lars von Trier’, hoe getalenteerd ook, geen fake personage dat iedereen gewoon lekker in de maling neemt?

Von Trier:(lange stilte) Ik beken. Enfin, ten dele. Er schuilt zeker een poseur in me, maar ook een kunstenaar. Er zit een koning in me, maar ook een hofnar. Er schuilt een meevoelende romanticus in mij, maar ook een cynische klootzak. Het is een voortdurende strijd tussen tegenpolen. Wat mij betreft mag je Lars von Trier gerust een personage noemen, maar het is zeker geen simpel, kwaadaardig of saai personage. Gun me dan toch tenminste dat.

Eerst tien weesgegroetjes.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content