‘IK BEN EEN BEETJE MOE VAN NAAR MIJN LANGE SOLO’S TE LUISTEREN’
Na een lange tournee in zijn eentje heeft pianist Jef Neve even genoeg van zichzelf. Het gebalde Spirit Control klinkt als de mixtape van een jongen op wereldreis. ‘Als het tijd is voor de solo geef ik de boel aan de ritmesectie: veel plezier ermee!’
Een dag op het land. De zon valt op de binnenhof, de kerkklok slaat drie uur, in het hoogriet roept de fuut, en in het witte landhuis langs de Leie gaat Jef Neve als een razende tekeer op zijn piano. Dan legt hij de boel stil. ‘Nee. Nee, dit moeten we niet doen. We moeten mínder spelen. Anders klinken we als een jazzgroepje dat recht van het conservatorium komt.’
Een kleine drie jaar geleden ontbond hij zijn band en trok hij in zijn eentje de wereld rond. Maar voor zijn nieuwe album, Spirit Control, heeft Neve (40) weer twee twintigers in dienst genomen, drummer Jens Bouttery en bassist Lennart Heyndels, plus een batterij strijkers. De drumkit van Bouttery vat de nieuwe plaat helemaal samen. Geen overdadige luxe, wel een gouden, vintage basdrum, een simpele nieuwe snaredrum, een afgedankte verfpot en een rood-witte ketting die hij op een oprit heeft gestolen. Het tempert de poenerigheid van Sint-Martens-Latem, waar alles werd opgenomen. Aardsheid, het zou het woord van de dag worden.
Je nieuwe band klinkt lichter dan voorheen. Jullie spelen zuinig, zwevend.
JEF NEVE: Ik hou van die nieuwe sound, ja. Het is niet béter dan mijn vorige groep, ik laat mijn jongens gewoon klinken zoals ze zijn. Maar eerst een belangrijke boodschap: ik wilde geen trioplaat-plus-strijkers maken. Bij mij spelen ze een heel actieve rol. Er wordt geen wollige fond gelegd waar wij overheen spelen, daar kan ik niet tegen. No offence, maar Charlie Parker heeft ooit een plaat ‘with strings’ gemaakt, en die wil je niet hebben. Zo’n romantisch smostapijt van violen. (lacht) Daar kwam het idee niet vandaan om deze plaat te maken.
Vanwaar dan wel?
NEVE: Mijn man en ik waren met vakantie in Siena, wilden even aan de drukte ontsnappen en stapten binnen in het conservatorium. Daar, in de souvenirshop, hoorde ik De vier seizoenen van Antonio Vivaldi, bewerkt door Max Richter. Toen wist ik welke kant ik uit wilde.
Je bent tweeënhalf jaar solo op tournee geweest met One. Nogal wat muzikanten krijgen dan last van de eenzaamheid. Jij niet?
NEVE: Niet echt, maar ik speelde tussendoor ook wel met bands. Toen ik mijn album ging voorstellen in Japan, Brazilië of Australië, combineerde ik dat met trioconcerten met lokale muzikanten. Zo kon ik de eenzaamheid buiten de deur houden. Alleen tegen het eind van de tournee, toen ik in Maleisië al met mijn hoofd in het nieuwe project zat, kreeg ik het wat zwaar. Ik ben niet langer overtuigd van het idee dat je overal met je eigen jongens moet spelen. Uitgerekend in de jazz kan het net heel vruchtbaar zijn om je te laten verrassen door het moment.
Maar als het tegenvalt, kan het danig stinken.
NEVE: (lacht) Ja. Voor deze plaat hou ik mijn hart vast. Vind maar eens overal strijkers die dit aankunnen. Vergeet niet dat ik voor deze opnames mijn dreamteam heb samengesteld, met mensen van het Nationaal Orkest, deFilharmonie, Il Novecento, een orkest uit Hamburg enzovoort. Het wordt niet makkelijk om dat niveau te halen tijdens verre tournees.
De nieuwe composities klinken als herinneringen aan je wereldreizen. Ik denk niet dat er één Belgische muzikant is die zo veel airmiles heeft als jij.
NEVE: Ik denk dat Dimitri Vegas en Like Mike er nog meer hebben, of de broers Dewaele. (lacht) Tja, je kunt niet zelf bepalen waar en wanneer melodieën in je hoofd komen opzetten. Jij was erbij toen ik tijdens een vlucht van Montreal naar Parijs aan mijn Tweede Pianoconcerto begon. Luister op het nieuwe album eens naar Shinjuku Golden Gai. Het is genoemd naar mijn favoriete deel van Tokio. Je hebt er ontzettend veel hele kleine cafeetjes. Als je er met vier man binnenstapt, is het vol. Supergezellig, beetje kitscherig ingericht, veel jazzmuziek. Je kunt er ook goed uitgaan, want een paar straten verder is het red light district. Interessant. Als je veel onderweg bent, is het goed om een vaste plek te hebben om je pinten te drinken, omdat er toch íéts herkenbaar is. Hetzelfde geldt voor het stuk Paris, Place Sainte-Catherine. Als je uit de drukte van Le Marais komt, lijkt het ineens alsof je op het pleintje van ‘Allo ‘Allo! bent terechtgekomen. Een paar cafés, een paar bomen, wat kasseien. Het goeie leven tot vijf uur ’s ochtends.
Je reist de wereld rond, maar je concerteert niet altijd op jazzfestivals of in clubs. Je speelt veel in ambassades en doet nogal wat ‘representatie’. Kun je je daar altijd voor opladen?
NEVE: Kijk, het imago van België heeft met de aanslagen in Brussel een flinke knauw gekregen, en ambassades proberen de boodschap uit te dragen dat er in ons land ook iets goeds gebeurt. De Belgische diplomatie heeft inderdaad geholpen om concerten te organiseren. Maar eerlijk, als je in Vietnam in de Temple of Literature mag spelen, is dat magisch. Dan maakt het mij echt niet uit wie de organisator is, dan knijp ik me in de arm om te zien of ik niet droom. Meestal worden zulke evenementen georganiseerd in tandem met zaalconcerten, en dan helpen die contacten om de zaal te vullen, punt. Ik heb het in het begin met mijn trio weleens anders meegemaakt hoor: spelen in een club waar geen volk zat. Die tijd ligt gelukkig achter me.
Spirit Control is heel divers. Van Wim Mertens-achtige mijmeringen via pop tot de zwaardere uithalen in de stijl van Soul in a Picture, uit 2008.
NEVE: (knikt) Het zijn korte, gebalde stukken van een minuut of vier, en er zit een flow in die je meeneemt. Ik heb geen zin meer om het lang te rekken. De Grote Pianosolo hoeft even niet op plaat. Ik hoef niet meer te tonen dat ik dat kan.
Je zei tijdens de repetitie tot drie keer toe: ‘Pas op, straks klinken we als een jazzgroepje.’ Is dat dan zo erg?
NEVE: Ik denk niet dat we dat moeten zijn. Ik wil fun. De drang om me te bewijzen, is helemaal weg. Vreemde maatsoorten? Moeilijke harmonieën? Ik héb dat al gedaan. Als het tijd is voor de solo geef ik de boel aan de ritmesectie: veel plezier ermee! Ik ben een beetje moe van naar mijn lange solo’s te luisteren. Ik vind mijzelf niet zo interessant. (lacht)
Sam Sparro, de man die Bart De Wever inspireerde tot de uitspraak ‘Zet die plaat af’, zingt het nummer Caterpillar. Hoe ben je bij hem terechtgekomen?
NEVE: We zaten een paar jaar geleden samen in Café Corsari, en dat was best gezellig. Kort daarna is het plan gesmeed om samen ‘iets te doen’. En dat is hier gebeurd, op het pianootje langs de rivier, in november 2015. Ik moet zeggen: ik kende het nummer niet dat afgezet moest worden (Happiness, nvdr).
Hoe schat je hem in als zanger?
NEVE: Eerlijk waar, ik heb geen idéé. (schatert het uit) Ik ken zijn oeuvre totaal niet. Maar ik had dat nummer liggen, hij schreef in de auto van Antwerpen naar hier een tekst, en de samenwerking was heel fijn. Contrabas erbij, een beetje strijkers op het eind – ik mikte op de sfeer van Tom Waits’ Tom Traubert’s Blues. Ik vind het geslaagd.
Je vorige plaat werd opgenomen in de Abbey Road Studios in Londen. Dit keer bleef je in Sint-Martens-Latem. Ze zullen het hier niet graag horen, maar dat is een stapje terug.
NEVE: Ik heb nu mijn eigen studio – weliswaar in het huis van Rudolf Werthen, de stichter van I Fiamminghi. In Abbey Road heb ik goed rondgekeken, en ik vroeg me er af: wat is hier nu zo geweldig? (grinnikt) Ik maakte een verlanglijstje. Je kunt natuurlijk dat huis niet herbouwen, of de microfoon van John Lennon stelen. Maar we hebben twintig klasbakken van microfoons gekocht, een goeie mengtafel, superboxen enzovoort. En daarbovenop heb ik de piano gekocht waar ik de hele One-tournee mee heb gespeeld. Toen ik toch bij de bank zat, vroeg ik: mijn man en ik willen graag een huis bouwen, met een gastenverblijf voor muzikanten, een studio en topmateriaal. Dat kon. Alleen bleek onze bouwgrond een moeras en ging het project niet door. Maar intussen werd wél al dat studiomateriaal geleverd. (blaast) Toen kwam Rudolf over de brug, en hebben we bij hem de studio opgebouwd.
Je hebt de hele wereld gezien, maar je keert altijd terug naar het Gentse. Wat trekt je hier zo aan?
NEVE: Thuiskomen wordt steeds belangrijker voor me – het zal de leeftijd wel zijn. Ik heb mijn draai gevonden. Jij en ik zitten hier samen in de zon, met de Leie in onze rug. Dat helpt me om te aarden. Genieten. Hangen. Luisteren.
Jef?
NEVE: Ja, Bart?
Zou het kunnen dat jij gelukkig bent?
NEVE:(lacht breed) Bevrijd, vooral. Andy en ik zijn nog maar twee jaar samen, we zijn getrouwd, en we weten wat we van ons af hebben gegooid door bij elkaar te komen. We willen onszelf niets wijsmaken in onze relatie, alles wordt op tafel gegooid: alle gevoelens, alle verlangens, alle spoken in ons hoofd. ’s Ochtends met een rustig hoofd kunnen opstaan, dat is een bevrijding.
– SPIRIT CONTROL
Uit via Universal op 17/3.
door Bart Cornand – foto’s Charlie De Keersmaecker
‘Als ik één ding niet wilde, was het wel: een romantisch smostapijt van violen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier