Vorig jaar een heistmovie (‘Inside Man’); nu een rechtbankreeks (‘Shark’, zie p. 4): heeft Spike Lee (50) – de man die met zijn camera al racisme, seksuele uitbuiting, drugs en georganiseerde misdaad te lijf ging – zijn sociaal bewustzijn met vervroegd pensioen gestuurd en gekozen voor het commerciële entertainment? Geenszins: met ‘When The Levees Broke’, een docu van vier uur over de doortocht van orkaan Katrina in New Orleans, doet hij weer the right thing en levert hij misschien wel de belangrijkste film uit zijn carrière af.

Eind augustus 2005. Na dagenlang twijfelen en weerkundigen voor de gek houden, kiest de orkaan Katrina de kust van Louisiana als doelwit. Het ongenadigst beukt hij in op New Orleans, met verschrikkelijke gevolgen. De dijken die de parel van de Golfkust moeten beschermen, begeven het en een deel van de stad wordt van de kaart geveegd. The French Quarter, een van de levendigste wijken van de VS, behoort tot de geschiedenis. Bijna 2000 mensen komen om; de schade loopt in de miljarden.

Spike Lee is ver van huis als de ramp zich voltrekt. Hij zit in Europa voor het filmfestival van Venetië – Italiës eigen zinkende stad. Maar nadat hij het nieuws heeft vernomen, laat hij de feestelijkheden aan zich voorbijgaan: ‘Ik heb mijn hotel niet meer verlaten. Ik zat gewoon aan de televisie vastgelijmd. Dat zoiets mogelijk was in het Amerika van de 21e eeuw: ik kon het niet geloven. Het was een van die momenten waarvan mensen elkaar jaren later nog vragen: ‘Waar was je toen het gebeurde?”

Drijvende lijken

Het was ook een van die momenten waarop Lee wist: hier moet ik een film over maken. Dus belde hij HBO, de kwaliteitszender waarvoor hij eerder al twee documentaires had gedraaid. Daar moesten ze geen twee keer nadenken over zijn voorstel, en het resultaat werd uitgezonden op de eerste verjaardag van de ramp. When The Levees Broke: A Requiem in Four Acts is een vier uur durende film over de nasleep van Katrina’s doortocht en de moeizame wederopbouw van New Orleans. Act I gaat over de komst van de storm; Act II toont hoe de hulpdiensten faalden; Act III volgt de verlaten gemeenschap terwijl ze probeert te overzien wat er allemaal verloren is gegaan; en Act IV toont de aarzelende pogingen om opnieuw te beginnen.

Spike Lee bezocht negen keer de getroffen regio. De taferelen die hij aantrof bij zijn eerste trip, eind september 2005, sloegen alles wat hij op televisie had gezien. ‘Het zag eruit zoals ik me Hiroshima na WO II voorstel’, aldus Lee, die alle middelen aanwendde om in zijn docu dat beeld weer op te roepen. Zo gebruikte hij footage van lijken die door de ondergelopen straten drijven: materiaal dat nooit was uitgezonden door de Amerikaanse zenders, wegens te gruwelijk. Maar het kloppende hart van de film zijn de bijna 100 getuigen die Lee aan het woord laat. Onder hen de burgemeester van New Orleans, de gouverneur van Louisiana, rapper Kanye West (die indertijd verklaarde dat ‘president Bush niet wakker ligt van zwarte slachtoffers’), acteur Sean Penn, die ging meehelpen met de reddingsacties, ingenieurs, historici, journalisten en radiodeejays. En last but not least de échte hoofdrolspelers in When The Levees Broke: de gewone overlevenden van New Orleans, de arme drommels die in de steek werden gelaten door hun regering en met de moed der wanhoop een nieuw leven trachten op te bouwen.

Vloeken toegelaten

Zoals Phyllis Montana LeBlanc, een 42-jarige vrouw uit de verwoeste Lower Ninth Ward-wijk. LeBlanc kan nog altijd niet geloven dat ze gedurende een week door haar land en haar buren voor dood werd achtergelaten. ‘Ik heb Spike twee dingen gevraagd toen we elkaar voor het eerst zagen’, zegt ze. ‘Ten eerste: ga je het hele verhaal vertellen en vooral duidelijk maken dat niet alle zwarten armoedzaaiers en plunderaars zijn? En ten tweede: mag ik vloeken?’ Ze lacht. ‘Toen hij op allebei ‘ja’ antwoordde, wist ik: We’ve got a deal.’ Vloeken was geen probleem omdat When The Levees Broke gemaakt werd voor HBO, dat zich als betaalzender niet hoeft te schikken naar de strenge richtlijnen inzake schuttingtaal op de Amerikaanse televisie. De overlevenden laten hun frustratie dan ook de vrije loop. Toch wordt er ook heel veel gelachen in de documentaire. ‘Wat me vooral verraste toen ik in New Orleans rondliep,’ zegt Lee, ‘was hoeveel gevoel voor humor die mensen hadden. Ze moesten natuurlijk wel, anders waren ze er volledig onderdoor gegaan. Of zoals iemand anders het uitdrukte: onder hun gelach zitten heel veel tranen.’ Maar ik denk dat we die spirit onder de bevolking toch goed gevat hebben.’

Woede is dan ook niet de overheersende emotie in de film. Lee is ouder en wijzer dan de angry young man die Do The Right Thing maakte, en het resultaat is wellicht het meest essentiële werk uit zijn twintigjarige carrière. De meeste slachtoffers van Katrina waren zwart, maar Lee heeft van zijn film geen polemiek over ras gemaakt. Hij vindt dat niet de zwarte bevolking verraden is door Amerika, maar de armere sociale klasse. Wat de slachtoffers het meest verbindt, is dat ze voor Katrina heel weinig hadden en erna niets meer. Na een jaar van onderzoeken wat er allemaal gebeurd is na de doortocht van Katrina, is Lee ook heel voorzichtig om geen schuldigen aan te wijzen. Op dat vlak lijkt hij het eens te zijn met de gewone mensen in New Orleans: het hele systeem heeft gefaald, niet zomaar een paar individuen. Toch krijgt de regering-Bush een paar stevige vegen uit de pan, want zoals Lee zegt: ‘Als er iemand anders aan het hoofd van het land had gestaan, dan zou het geen vijf dagen hebben geduurd voor de federale regering zich had laten zien. Dan had het de president geen twaalf dagen gekost om zijn voeten vuil te maken aan de modder van New Orleans.’

Regeren en negeren

George Bush die verklaart dat Mike Brown (of ‘Brownie’, zoals de president hem noemt), directeur van de Federal Emergency Management Agency, ‘a great job’ heeft verricht. Barbara Bush die op bezoek gaat bij de vluchtelingen in een stadion in Texas en zegt dat ze daar wellicht beter af zijn, omdat ze vroeger toch al arm waren. Vicepresident Dick Cheney die langskomt in de getroffen stad en van een bewoner een welgemeend ‘Go fuck yourself, Mr. Cheney!’ naar zijn hoofd krijgt. Het zijn allemaal beelden die herinneren aan de wereldvreemde aanpak van de ramp door de regering-Bush. De meest pijnlijke scènes zijn die waarin minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice doodgemoedereerd aan het winkelen is in Manhattan terwijl New Orleans onderloopt. Lee zegt dat hij maandenlang op zoek is geweest naar de vrouw die Rice aansprak in een winkel en haar beschuldigde van gevoelloosheid. ‘Ik heb mijn uiterste best gedaan om haar te vinden, ik heb een oproep gedaan in de media in de hoop dat iemand die haar kende het zou zien, maar ik denk dat ze waarschijnlijk niet gevonden wil worden.’ Hij pauzeert even en voegt er dan ijzig aan toe: ‘Ofwel zit ze nu in Guantánamo natuurlijk.’

Voor de slachtoffers van Katrina is de ramp nog lang niet voorbij. Phyllis LeBlanc mag dan in de film een levenslustige vrouw lijken, in het echte leven slaat ze in paniek als ze nog maar een regendruppel voelt. Als er een storm aankomt, holt ze de straat op, naar de caravan van een vriend waar ze achter gesloten deuren gaat zitten wachten tot het voorbij is. Ze zou iets willen nemen tegen de zenuwen, maar voor een voorschrift zou ze om 3 uur ’s nachts in de rij moeten gaan staan bij de psychiater die door de stad is aangesteld. Voor Phyllis was deze film meer dan gewoon een kans om de wereld haar verhaal te vertellen. Het was een therapie. ‘Eerlijk gezegd ben ik niet zeker wat ik zou hebben gedaan als Spike niet was langsgekomen’, vertelt ze. ‘Ik had een zenuwinzinking vlak na Katrina, en ik was iedere dag aan het vechten om niet te hervallen. Maar door te praten met iemand van wie ik wist dat hij inzat met mij en de andere slachtoffers, ben ik in zekere zin gered. En ik weet zeker dat ik niet de enige ben.’

Spike Aid

Lee heeft in de vier uur van When The Levees Broke (zes uur zelfs op de dvd, waarop nog een extra ‘act’ aan de documentaire toegevoegd is) zijn verhaal ook nog niet helemaal kunnen vertellen. Hij heeft al drie nieuwe projecten rond New Orleans in de pijplijn zitten. Voor NBC is hij bezig met een tv-serie over het leven in New Orleans net na de doortocht van Katrina, NoLa, naar de bijnaam van de stad bij de lokale bevolking. Hij wil ook nog een film maken over het onderwerp en kondigde onlangs aan dat hij binnenkort terugkeert naar de stad voor een nieuwe documentaire. ‘De meeste mensen daar zitten nog altijd diep in de problemen’, zegt hij. ‘Al dat geld dat Bush beloofd heeft, daar hebben ze nog niets van gezien. Ze hebben geen enkele uitweg en zijn door iedereen verlaten. Daarom mogen wij ze niet vergeten. Zolang New Orleans niet heropgebouwd is, is mijn werk niet af.’

© Newsweek / Vertaling en bewerking: Stefaan Werbrouck; Door Allison Samuels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content