‘Allerlei toevalligheden hebben ervoor gezorgd dat ik op jonge leeftijd in het acteren gerold ben, maar eigenlijk is dat nooit mijn beroepsovertuiging geweest, en ik heb er ook nooit een opleiding voor gevolgd. Nadat ik als tiener in Bernadetje van Arne Sierens had meegespeeld, heb ik voor de fun wel eens meegedaan aan het ingangsexamen van de Studio Herman Teirlinck, maar ik was niet geslaagd.
‘Omdat Arne Sierens me had gezegd dat hij graag met mij verder zou blijven werken, wilde ik na het middelbaar wel een richting kiezen die me zou toelaten tegelijk te blijven acteren. Omdat ik in het middelbaar graag tekende en beeldhouwde, ben ik dat gaan studeren. Gewoon omdat ik dacht: dat zal plezant zijn. En ik moet zeggen: het wás ook heel plezant, ik heb vier jaar lang van die studie genoten en heb ze ook afgemaakt. We hadden heel boeiende leerkrachten, mensen van wie ik veel opgestoken heb: architectuur, Engelse literatuur, muziek, kunstgeschiedenis. Ook een assistent in het technisch atelier heeft me veel bijgebracht – smeden, lassen, met een zaagmachine werken. Het was een studie waar je veel meer kon uithalen dan beeldhouwen alleen.
‘Ik heb het gevoel dat beeldhouwen zo’n richting was waar mensen terechtkwamen die nog niet goed wisten wat ze later precies wilden doen want weinigen uit mijn klas zijn achteraf effectief beeldhouwer geworden: Fien Muller en Hannes Van Severen zijn meubelen gaan maken en zijn nu bekend als designduo, Stijn Cole houdt zich vandaag bezig met schilderen en tekenen. Gabriel Rios, die samen met ons de theoretische vakken volgde, is blijven zingen.
‘Op het moment dat ik afstudeerde, wist ik ook al zeker dat ik geen beeldhouwer zou worden. Ik ben wel heel geïnteresseerd in kunst, hoor, maar niet om ze zelf te maken. Mijn interesse ging meer naar de praktische kant, en naar kunstenaars die gebruiksvoorwerpen in een kunstige vorm goten. Dat bleek ook uit mijn eindwerk, waarvoor ik een soort van mobiele keuken en badkamer had gemaakt.
‘Nadat ik was afgestudeerd, ben ik zelfstandig schrijnwerker geworden. Ik had een eigen atelier en een eigen bestelwagen, deed verbouwingen en maakte meubels. Ondertussen acteerde ik verder, maar omdat er steeds meer acteerwerk kwam, was de combinatie na een tijdje niet meer haalbaar, en ben ik gestopt met de schrijnwerkzaak.
‘Al denk ik niet dat het bij schrijnwerk alleen gebleven zou zijn: als ik bijvoorbeeld een ingemaakte kast bij iemand thuis maakte, wilden meteen twee anderen ook een ingemaakte kast. En dat moest dan identiek dezelfde kast zijn. Na vier keer identiek dezelfde ingemaakte kast getimmerd te hebben, heb je het wel zo ongeveer gehad. (lacht) Omdat ik het heel interessant vind om te kijken hoe ik andermans ideeën technisch en praktisch kan uitwerken, denk ik dat ik daarom eerder als assistent van een kunstenaar zou zijn gaan werken, of dat ik specifieke dingen voor film- of theaterdecors was gaan maken.
‘Ik ben dan wel gestopt met mijn schrijnwerkzaak, maar tot op vandaag heb ik nog al mijn machines, en zit ik nog dagelijks in mijn atelier. Om creatief bezig te zijn, maak ik tegenwoordig messen: ik smeed ze in de tuin, en ik maak er zelf ook de handvatten voor.
‘Het is ook prettig als mensen mij advies komen vragen over hoe ze een kapotte stoel of een oude koffiemolen moeten repareren, net zoals ik het fijn vind om in een doe-het-zelfzaak te gaan kijken wat de nieuwe producten en machines zijn: dat interesseert mij gewoon, zoals anderen in voetbal geïnteresseerd zijn.
‘Ik heb dus absoluut geen spijt van die studie beeldhouwen, want ik heb er veel vrienden en veel kennis aan overgehouden. Een aanrader voor iedereen die een beetje handig of creatief is, en die nog niet goed weet wat later te doen.’
door Geert Op de Beeck – foto Kaat Pype
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier