De tussenstand

© BIANCA DIJCK

We mogen striptekenaar Charel Cambré een momentje storen bij het bewonderen van zijn Bronzen Adhemar, die sinds kort eindelijk op zijn schouw is geraakt.

Je kreeg die gerenommeerde stripprijs vorig jaar al, maar door corona werd de officiële uitreiking uitgesteld.

Charel Cambré: Het is uiteindelijk een ietwat ineengebricoleerde onlinegebeurtenis geworden die aan veel mensen is voorbijgegaan, maar men heeft toch geprobeerd er iets moois van te maken. Ik ben er heel blij mee. Het is effectief een mooi beeldje, en het staat toch ook voor de erkenning door een jury die weet waarover ze spreekt. De cheque van tienduizend euro is eveneens niet mis. Het eerste wat ze zeiden toen ik gewonnen had: ‘Wel niet belastingvrij.’ (lacht)

Nog tot 2 mei loopt er een overzichtsexpo van je werk in de Warande in Turnhout.

Cambré: Samengesteld door de mensen van Strip Turnhout. Echt mooi. Als je al dat materiaal dat hier thuis in mappen zit aan de muur ziet hangen, mooi ingekaderd en thematisch geschikt, streelt dat het ego toch een beetje. In juni verhuist alles trouwens naar het Stripmuseum in Brussel.

Je werkt in een beroepstak waar de pandemie niet al te fel aan heeft geschud. Maar hoe zat het met je cultuurinname?

Cambré: We hebben alleszins veel meer tv-series gezien dan anders. Een van de uitschieters vond ik The Sinner, over een getormenteerde rechercheur – gespeeld door Bill Pullman – die een zware rugzak meezeult. Typisch? Goh, Amerikaanse series gaan soms de hollywoodiaanse toer op, maar dat is hier niet het geval. Jessica Biel acteert heel knap, de ontknoping van het eerste seizoen was verrassend, dus het heeft mij wel kunnen plezieren. En seizoen twee is even goed. Daarnaast vonden wij Peaky Blinders sterk, maar dat is waarschijnlijk bij iedereen al een hit geweest.

Mogen we van iemand die kan zeggen dat U2 nog in het café van zijn ouders heeft gespeeld veronderstellen dat die de muziek een beetje volgt?

Cambré:(lacht) Zaal Lux in Herenthout, ja. Vroeger stond in het café nooit de radio op, er werden enkel platen gedraaid. Dat ging van Nina Simone via Glenn Miller tot Steely Dan, een brede waaier. Het valt mij op dat ik de jongste jaren minder naar nieuwe muziek luister, of zelfs naar dingen die ik in de jaren negentig goed vond, zoals Red Hot Chili Peppers of Skunk Anansie. Alleen Rage Against the Machine blijft bij mij een topper. Nee, wat hier enorm vaak opligt is toch Can’t Buy a Thrill van Steely Dan. En Songs in the Key of Life van Stevie Wonder. De invloed van mijn vrouw Chantal Kashala, die zelf zangeres is.

De tussenstand

Welke stripauteurs gooi je zelf lof toe?

Cambré: Olivier Pont heeft met Losse eindjes een graphic novel getekend zonder te weten waar hij naartoe ging. Het gaat over een kerel die gedurende een nacht in Parijs de zotste dingen beleeft. Zowel grappig als dramatisch, maar de stijl is vlot. Een ander pareltje is Het beest van Frank Pé en Zidrou, een soort oorsprongsverhaal van de marsupilami. Prachtig en realistisch getekend – alsof het écht een beest is dat uit het oerwoud komt.

De tussenstand
De tussenstand
De tussenstand
De tussenstand
De tussenstand
De tussenstand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content