Blackbeard the Pirate van Raoul Walsh (1952)

Gereformeerde piraat Sir Henry Morgan moet in de zeventiende eeuw de Caraïben verlossen van de brutale schavuit Blackbeard. Ook de beste regisseur laat wel eens een steek vallen. De woeste vakman Raoul Walsh bestookt ons met een lawine van actieclichés en rollende-ogen-overacting. Voor een fifties familiespektakel gaat het er ook tamelijk bloeddorstig aan toe.

The Scarlet Buccaneer van James Goldstone (1976)

Desastreuze poging om het oubollige piratengenre nieuw leven in te blazen. De actie speelt op het door de Engelsen gekoloniseerde Jamaica, waar een gedegenereerde gouverneur de plak zwaait. De acteurs (Robert Shaw, James Earl Jones, Peter Boyle, Geneviève Bujold) lijken verlamd door de domme dialogen en de wanhopige actie. De makers kunnen maar niet beslissen of ze slapstick, satire, parodie of hommage nastreven – een travestie is het in ieder geval.

The Pirates of Penzance van Wilford Leach (1982)

Kevin Kline, Angela Lansbury en Linda Ronstadt zijn de zingende sterren in deze rampzalige bewerking van de Gilbert & Sullivan-operette, via de omweg van Joseph Papps revival op Broadway. ‘Anyone who thinks Gilbert and Sullivan indestructible should see this’, noteerde The Observer droogjes .

Pirates van Roman Polanski (1986)

Polanski maakte in 1986 zijn comeback met deze alweer catastrofale poging om de charme van de ouderwetse zeeroversfilm uit Hollywoods onschuldiger jaren terug te vinden. Afgezien van de ouverture, die eventjes de wreedheid bezit van de beste Oost-Europese animatiefilmpjes van de jaren zestig, weet Polanski er ook geen persoonlijke draai aan te geven. Veel middelen, drukdoenerij, technische knowhow en visuele citaten kunnen niet verhelpen dat het bijzonder stuntelig verteld verhaaltje geen minuut weet te boeien. Als de éénbenige piraat cabotineert Walter Matthau er vrolijk op los.

CutThroat Island van Renny Harlin (1995)

Regisseur Renny Harlin gebruikt het megabudget van deze revisionistische piratenfilm hoofdzakelijk om zoveel mogelijk kostbare decors en authentiek aandoende schepen in de lucht te blazen. Hij had zich beter wat meer bekommerd om de plotconstructie dan om de explosies. De hele prent is opgevat als een – peperdure – liefdesbrief aan zijn vrouw Geena Davis. Met veel zwier vertolkt ze een piratendochter die met glans in het voetspoor treedt van haar roemruchte vader, in een strijd op leven en dood gewikkeld is met haar arglistige oom (Frank Langella) en weinig weerwerk krijgt van haar saaie tegenspeler Matthew Modine, afwisselend haar rivaal en bondgenoot in een speurtocht naar een fabelachtige schat. CutThroat Island werd geplaagd door onstuimige productieperikelen en groeide uit tot een van de duurste flops uit de recente Hollywoodgeschiedenis. (P.D.)

Door Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content