Na lang wachten zendt VTM eindelijk de prestigieuze vijfdelige fictieserie ‘Koning van de Wereld’ uit (wo, 21.10), over het leven van de Vlaamse topbokser Staf Vandewalle. Josse De Pauw speelt diens dubieuze oom Platon. Heeft de Brusselse acteur ook wel eens last van jeukende vuisten?
Houdt u gemakkelijk het hoofd koel?
Het kan lang duren voordat iets me uit mijn vel doet springen. Maar als het dan toch gebeurt, is het naar mijn zin nog altijd te snel. Iets waar ik niet tegen kan, is valsheid. Als ik voel dat iemand er een dubbele agenda op na houdt bijvoorbeeld. Of dat in de theaterwereld veel voorkomt? Het is alleszins niet zo erg dat ik me er niet goed meer voel. Integendeel, het bevalt me nog uitstekend in het theater.
Was u vroeger op de speelplaats de bullebak of het slachtoffer?
Geen van beide. Ik zorgde er wel altijd voor dat ik me op een veilige afstand van de bullebak bevond, niet te dicht maar ook niet te ver. Ik ging mee in de move, en hing wel eens de grapjas uit. Of ik tegen een bullebak in durfde te gaan? Als ik zeker was dat ik voldoende mensen aan mijn kant zou krijgen wel. Als ik een vechtpartij zie, manifesteert dat rechtvaardigheidsgevoel zich ook. Zo zag ik na een bal eens iemand een ander bij de haren sleuren. Weglopen doe ik dan niet; ik ben mensen gaan zoeken om tussenbeide te komen. Alleen zou ik dat niet durven.
Zakt u nog geregeld stevig door?
Dat overkomt me nog wel. Ik prijs me gelukkig dat ik nog genoeg fijne vrienden heb om mee door te zakken. Niet dat ik er prat op ga dat ik veel kan zuipen: drinken is voor mij nooit een competitie geweest. Het gaat me vooral om de gezelligheid van het nachtleven. Die romantiek heb je nog in Brussel. Mensen hebben een veel te negatief beeld van mijn stad. Je kan natuurlijk pech hebben; met een miljoen mensen bij elkaar heb je natuurlijk wanhopige mensen, en ook echt crapuul. Maar als je in Brussel leeft, dan leer je daartussen te laveren. Het is er verre van onaangenaam.
Hoe stonden uw ouders tegenover geweld?
Afwijzend, ik kom uit een zeer vredelievend gezin. Maar we kregen wel mee dat we ons niet mochten laten doen. We waren daardoor een gezin waar vaak stevig gediscussieerd werd, vader ging graag de confrontatie met ons aan. Zodat we leerden om te denken én te zeggen wat we denken.
Koelt u wel eens uw woede op een voorwerp?
Ik ben inmiddels 55 en tegen dan wordt een mens toch wel wat rustiger. Maar ik heb in mijn leven wel eens mijn pols gebroken door mijn frustratie af te reageren op de kleerkast of de schoorsteenmantel. Met rode wangen trok ik dan naar de spoedafdeling. ‘Is meneer bokser?’, vroegen ze dan. Wel toepasselijk nu, met Koning van de Wereld(lacht).
Bent u rancuneus?
Nee, wrok probeer ik zo snel mogelijk kwijt te geraken. Ik heb genoeg mensen kapot zien gaan aan rancune. Hetzelfde met zelfmedelijden. Zulke mensen mijd ik als de pest. En als het tot een ruzie komt, probeer ik dat zo vlug mogelijk opgelost te krijgen. Natuurlijk zeg ik ook dingen die kwetsen. Maar als het geschil geregeld is, probeer ik goed te onthouden wat ik fout gezegd heb.
De computer noemt u ‘cool’ en zegt dat u geen greintje geweld in u heeft. Klopt dat?
Ik ben inderdaad een vredelievende mens, maar dat wil niet zeggen dat er niet meer aan gewerkt moet worden. Het is me ook wel overkomen – vroeger vaker dan nu – dat de jacht op mij werd ingezet en dan komt het wel eens tot trekken en duwen. Gelukkig waren dergelijke voorvallen zeldzaam, want achteraf voel je je toch belachelijk.
Bent u een vredesduif of in staat tot bloedvergieten? Ga het na op www.blogthings.com/couldyoubeviolentquiz
Door Hans Van Goethem
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier