Over het aandeel van Felix Van Groeningen, Johan Heldenbergh en Veerle Baetens heeft u ondertussen wel genoeg gelezen, gehoord en gezien in de aanloop naar de Oscars. Daarom: de making of volgens vijf net iets minder bekende namen op de aftiteling van The Broken Circle Breakdown. ‘We waren al blij geweest als er 100.000 man was komen kijken.’
DE SCENARIST: CARL JOOS
DE MAN DIE SAMEN MET VAN GROENINGEN HET TONEELSTUK IN EEN FILMSCENARIO GOOT. SCENARIST VAN ONDER MEER DE ZAAK ALZHEIMER, DOSSIER K, DE BEHANDELING EN IN VLAAMSE VELDEN.
‘Het is begonnen met een telefoon van Felix, een jaar of vier geleden. Hij had een toneelstuk gezien dat hem gepakt had maar wist niet zeker of er een film in zat. ‘Kan jij anders ook eens gaan kijken?’ Enig probleem: de tournee had nog maar één voorstelling. Die avond. In Blankenberge. Ik ben met mijn vrouw in de auto gesprongen en van Hemiksem naar Blankenberge gereden. Onderweg naar huis – een rit van twee uur – bleef de voorstelling door mijn hoofd malen en toen ik thuis kwam, wist ik: er zit een film in. Diezelfde nacht nog ben ik aan de ’treatment’ begonnen.
Twee jaar lang hebben we er dan met ons tweeën aan geschreven. Soms samen aan één computer, quatre-mains achter het klavier; soms werkte ik er een week alleen aan en nam hij het daarna een week over. Ik denk dat we in totaal twaalf of dertien scenario’s hebben geschreven – materiaal genoeg voor drie films. Felix is iemand die volgens le doute méthodique werkt: hij blijft altijd heel sterk twijfelen, kan de ochtend na een dag werken alles weer in de prullenmand gooien. Het moet altijd helemaal juist zitten voor hij zeker is.
Nu, hij had wel gelijk toen hij me die eerste keer belde: het was niet makkelijk te verfilmen. Het probleem was dat het theaterstuk op zich al een dramatisering was. De voorstelling was een concert waarin twee mensen ruzie kregen en vervolgens het hele verhaal vertelden. Dat werkt op de planken, maar niet voor de camera. We moesten alles dus eerst strippen tot de essentie. Het was trouwens tijdens een gesprek met een kinderoncoloog dat ik besefte wat die essentie dan was. ‘We blijven koppels begeleiden als hun kind overleden is’, zei die man. ‘Maar haast zeventig procent gaat er als koppel onderdoor. Hoe graag ze elkaar ook zien: hun liefde overleeft zoiets vaak niet. ‘ Dat was het moment waarop ik wist wat de focus van de film moest zijn.
Maar de moeilijkste oefening was: vermijden dat het een melodrama zou worden. Niet op het gaspedaal gaan staan qua emoties. De juiste toon houden. Elk zakdoekenmoment counteren. Een van de scènes waar ik het meest trots op ben, is wanneer Maybelle van het ziekenhuis komt met haar hoofddoek en de bandleden haar opwachten, ook met een hoofddoek op. Oorspronkelijk stond in het scenario dat een van de bandleden zich volledig had kaalgeschoren – hij had het verkeerd begrepen – maar dat is uit de film geknipt. (lacht) Maar ook zonder: een heel juist moment. ‘
DE PRODUCENT: DIRK IMPENS
DE MAN DIE ALLES IN GOEDE BANEN MOEST LEIDEN. PRODUCENT VAN ALLE FILMS VAN VAN GROENINGEN, MAAR OOK VAN ONDER MEER BLUEBERRY HILL, DAENS EN MANNEKEN PIS.
”Niets aan deze film mag makkelijk zijn’: het is een zin die ik Felix vaak heb horen zeggen tijdens de productie. En ik moet zeggen: het is ook nooit makkelijk geweest. The Broken Circle Breakdown is van in het begin een hindernissenparcours geweest. Dan heb ik het niet alleen over de casting van Veerle Baetens, waar al veel over te doen is geweest. Felix is ook na vier maanden montage met een nieuwe monteur in zee gegaan en voor de muziek heeft hij in laatste instantie een andere muzikant vervangen door Bjorn Eriksson. Dat lag allemaal nogal gevoelig. Niet dat er iets mis was met die mensen, maar Felix geloofde dat het nóg beter kon. Hij wil altijd de best mogelijke film maken. En dan moet je harde beslissingen nemen onderweg.
The Broken Circle Breakdown is misschien wel de moeilijkste film die ik geproduceerd heb – samen met Daens dan, toevallig ook een film die voor een Oscar genomineerd is. Vooral emotioneel was het zwaar. Vier jaar lang Felix ondersteunen en op moeilijke momenten recht houden: dat was wel iets. Twee jaar is er aan het scenario gewerkt, zeven maanden is er gemonteerd. En nooit was het makkelijk. Alleen al over de affiche is vier maanden gediscussieerd. Zwart-wit? In kleur? Welke kleuren dan? Ik heb nog nooit zoveel ontwerpen zien passeren, weggegooid worden en weer opgerakeld worden.
Ondertussen doet het er niet meer toe, maar ook de campagne van de film is met een zware ontgoocheling begonnen: de ‘neen’ van Cannes. Met De Helaasheid der Dingen hadden we aardig gescoord in Cannes – herinner je die fietstocht op de Croisette – dus we hadden goede hoop op een selectie. Het heeft ook niet veel gescheeld – tot op het laatste is er getwijfeld – maar uiteindelijk hebben we er net naast gegrepen. We moeten daar niet onnozel over doen: dat was een stevige teleurstelling. Felix wou de film meteen inzenden voor de Oscars – die van vorig jaar dus – maar ik heb hem kunnen overtuigen om dat niet te doen. Met Rundskop was er een jaar eerder al een Vlaamse inzending geweest; het leek niet ondenkbaar dat we de strijd in eigen land zouden verliezen van A Perdre La Raison van Joachim Lafosse. Het leek mij strategisch om te wachten. Niet dat je daar veel strategisch inzicht voor nodig had. Vooral een kwestie van geduld eigenlijk. En Felix heeft veel kwaliteiten, maar geduld hoort daar niet bij. (lacht)
Je zou denken dat alles wat er nu gebeurt rond de film de bevestiging is dat al die moeilijke beslissingen de juiste waren. Maar eerlijk: dit viel op geen enkel moment te voorspellen. Ik bedoel: een zware film over een kind met kanker. Niet-chronologisch verteld. Met een countrysoundtrack. We waren blij geweest als er 100.000 man was komen kijken. Niemand gelooft het nog als ik het zeg, maar alles wat er nu gebeurt, overkomt ons gewoon. Het enige opzet was: de beste film maken die The Broken Circle Breakdown kon zijn. ‘
DE SOUNDTRACKEUR: BJORN ERIKSSON
DE MAN DIE DE SOUNDTRACK MAAKTE – EN U DE LIEFDE VOOR BLUEGRASS BIJBRACHT. MUZIKANT, BLUEGRASSKENNER EN DE MANNELIJKE HELFT VAN ERIKSSON DELCROIX.
‘In eerste instantie was ik niet bij de soundtrack betrokken. Felix was bezig met een paar andere muzikanten, maar hij vond dat het nog niet helemaal klopte. Uiteindelijk is hij via Koen Gisen (muzikant, producer en mijnheer An Pierlé; nvdr.) aan mijn telefoonnummer gekomen. ‘Kunnen we anders eens afspreken?’, zei Felix aan de telefoon. Ik zei dat ik later op de week wel tijd had. ‘Ah, oké. Of anders: ben jij binnen vijf minuten thuis?’ Tien minuten later stond hij voor mijn deur.
Hij heeft me de muziek laten horen die hij in gedachten had, maar die was aan de – hoe zal ik het zeggen? – brave kant. Alison Krauss en zo: heel straffe muzikanten allemaal, maar ook nogal melige en propere country. Ik heb hem dan wat dingen laten horen waar ik naar luisterde – ik ben al van mijn 15e fanatiek met bluegrass bezig. Kentucky Colonels, Clarence White, Tony Trischka: bluegrass van de jaren 60, toen er nog een heel rauw kantje aan zat. Felix was meteen mee. Twee dagen later heeft hij de knoop doorgehakt.
Het enige probleem was: tijd. Een maand later zou het draaien beginnen, en alle nummers moesten opgenomen zijn vóór de opnames van start gingen – ze werden door de boxen meegespeeld tijdens de scènes. Heel veel van de nummers waren al gekozen door Johan Heldenbergh voor de theatervoorstelling – Sandmountain, het nummer waar de bluegrass voor mij mee is begonnen, heb ik er nog wel in kunnen krijgen – maar verder moest ongeveer alles nog gebeuren. Er moesten arrangementen geschreven worden, er moest gerepeteerd worden met een nieuwe band, alles moest worden opgenomen – en ondertussen moesten we de acteurs ook de juiste vingerzettingen leren. Pas op: ik ben trots op het resultaat, maar ik hoor wel dat het snel is gegaan.
Dat blijf ik ook vreemd vinden: dat het uiteindelijk een cd is geworden. De platenmaatschappij had weinig goesting om zich er achter te zetten – een soundtrack, en dan ook nog eens een countrysoundtrack, daar geloofde niemand in. En ik was zelf ook sceptisch. In de film werkt het: je ziet een matige Belgische bluegrassband en je hoort een matige Belgische bluegrassband – het klopte ergens dat het niet helemaal af was. Maar op cd is dat een heel ander gegeven: dan hoor je alleen de matige Belgische bluegrassband. (lacht) Als je ziet wat er dan allemaal met de muziek gebeurd is achteraf, is dat ronduit hallucinant. 80.000 verkochte exemplaren, meer dan zestig uitverkochte concerten door het hele land. Live is het ook ongelooflijk: de concentratie bij het publiek, vanaf de eerste noot, dat heb ik zelden gezien. Echt een emotionele bedoening – de kracht van beelden bij muziek, zeker?
Trouwens: ik hoorde deze week nog van Dirk Impens dat de plaat nu ook in de VS in de bluegrass charts staat. Op de vierde plek, tussen de Alison Kraussen van deze wereld. Ik moet zeggen: niet slecht voor een matige Belgische bluegrassband. (lacht)‘
DE MONTEUR: NICO LEUNEN
DE MAN DIE DE FILM NAAR EEN HOGER NIVEAU BRACHT – AL ZAL U HEM DAT ZELF NOOIT HOREN ZEGGEN. MONTEUR VAN ONDER MEER DE FILMS VAN FIEN TROCH, PIETER VAN HEES EN FELIX VAN GROENINGEN.
‘De vorige films van Felix had ik ook gemonteerd, maar voor deze had ik aanvankelijk gepast. Ik ging Kid monteren van Fien Troch – mijn eigen vrouw kreeg voorrang, had ik gezegd. Hij was met iemand anders in zee gegaan die ik hem aangeraden had, maar na vier maanden zaten ze vast. Het lukte Felix niet om de beste vertelling te vinden. De film was geschreven als een koortsdroom van een stervende Elise, die in het begin van de film een overdosis nam. Alleen: in de montage bleek dat niet te werken. Toen hij me belde, wou Felix zelfs alles lineair monteren. Géén goed idee, en dat heb ik toen ook gezegd. De film verdraagt dat niet.
Felix had zich vier maanden blindgestaard op de structuur: een frisse kijk was welkom. Ik heb hem gevraagd om een week alleen te mogen werken, en daarna had ik een verhaal in mijn hoofd. Het eerste deel moest het verhaal van Maybelle vertel-len, het tweede deel dat van de relatie tussen Elise en Didier. En daar doorheen moest de film de groei van de band tonen, van het eerste café-optreden tot de witte kostuums in de grote zaal van de Bourla. Zodra die structuur er was, viel de montage eigenlijk mee. We hebben nog drie maanden gewerkt om alles goed te krijgen. Vooral de emoties dan. Het mocht emotioneel zijn, maar het moest wel draaglijk blijven – The Broken Circle Breakdown is geen tearjerker. Het einde van de relatie van Didier en Elise hebben we bijvoorbeeld parallel gemonteerd met hun eerste ontmoeting: dat soort ingrepen maakte het emotioneel rijker, zonder melig te worden.
Ik ben bescheiden trots op de hele film, maar in het bijzonder op één scène: het laatste grote optreden van de band, waarin ze If I Needed You van Townes Van Zandt spelen – de tweede naam van mijn eerste zoon is Townes, misschien daarom ook dat die scène me na aan het hart ligt. Felix wou de opnames weggooien: het was een optreden volgens hem, hij zag er geen scène in. Ik heb dan al het gedraaide materiaal opgevraagd en elke trilling in de stem en handbeweging uitgevlooid, om er een soort dialoog tussen Didier en Elise uit te puren. Een subtiel laatste privégesprek op het podium, voor het finale einde van hun relatie. Ik weet niet of ik het van hem mag zeggen, maar toen ik Felix die scène liet zien, is hij spontaan beginnen wenen. Misschien niet het moment in de film dat iedereen opmerkt, maar voor mij wel bijzonder.
Uiteindelijk is dat ook wat een film goed gemonteerd maakt: dat je het gevoel hebt dat hij zo gemonteerd moest zijn. Het grootste compliment voor een monteur is niet de prijs voor Beste Montage, want dat wil zeggen dat je ziet dat hij gemonteerd is. Het grootste compliment is de prijs voor Beste Scenario – dat het lijkt alsof de film zo geschreven is, en de montage als vanzelf is gegaan. Welnu, The Broken Circle Breakdown heeft een Scenarioprijs gewonnen van de Scenaristengilde. (lacht)‘
DE TATOEAGE-ARTIESTE: EMILIE GUILLAUME
DE VROUW DIE VEERLE BAETENS VOL INKT MOCHT ZETTEN.
TATOEAGE-ARTIESTE IN HET BRUSSELSE LA PERLA TATTOO PARLOR.
‘Een half jaar voor de opnames stond Felix in mijn tattooshop. Het aantal vrouwelijke tatoeage-artiesten in België is betrekkelijk klein: ik vermoed dat hij vanzelf bij mij is terechtgekomen. Hij wist niets over tatoeages en was heel benieuwd naar hoe die wereld eruitzag – zodat Elise geen cliché zou worden. Aanvankelijk was het pure research voor hem. Toen ze de set moesten inkleden van de tattoowinkel uit de film, zijn ze nog schilderijen, kunstwerken en spullen uit mijn shop komen halen om als decor te gebruiken. Voor de aandachtige kijker: ik heb ook een klein rolletje: ik sta achter de toog wanneer Didier Elise komt bezoeken.
Maar uiteindelijk heeft Felix me ook gevraagd om de tatoeages van Veerle te ontwerpen. Ik was vooral blij dat er een echte tatoeage-artieste gebruikt werd. De meeste tatoeages in films zien eruit als stickers: je merkt dat ze niet ontworpen zijn door vakmensen. Er wordt geen rekening gehouden met het lichaam, met de huid, met de persoonlijkheid. Om realistische tatoeages te kunnen tekenen, moet je er jaren mee bezig zijn. Het is een leven, niet iets wat je zomaar even doet. Felix snapte dat: hij wou dat de tatoeages niet gewoon een stijl toonden, maar ook iets vertelden over haar leven en haar persoonlijkheid. Ze moest een open boek zijn: haar leven stond op haar lichaam. Op haar been heb ik een kompas met rozen getekend, symbool van avontuur. Voor haar schouderblad moest het een cover-up zijn van de naam ‘Mathieu’, een oud lief. En op haar onderrug wou Felix een strik – wat sexy, wat speels. Ik moet wel zeggen: die strik zou ik zelf nooit zetten. Niet helemaal mijn smaak – dat was louter het idee van Felix. (lacht)
Ik heb een week aan de schetsen gewerkt, daarna hebben we gekeken hoe ze op haar lijf pasten. Detail: een vriend van mij, een fotograaf, had foto’s getrokken van Veerles rug en die doorgestuurd naar Felix. Hij heeft me verteld dat hij zo op het idee voor de affiche is gekomen. Daarna is Marie Brabant, de make-upartieste, met de ontwerpen aan de slag gegaan. Ze heeft ze geprint op papier, dat op haar lichaam geplakt kon worden – ze bleven een dag of drie kleven. ’s Ochtends duurde het tweeënhalf uur om de tatoeages op te plakken, vertelde Marie me. Er is heel wat aandacht naar gegaan: het moest allemaal juist zijn. De tatoeages moesten bijvoorbeeld ook mee evolueren met het personage. In de scènes waarin ze jong is, heeft ze er minder. Een beetje zoals in het echt: als mensen door moeilijke periodes gaan, durven ze al eens sneller naar een tattooshop te gaan.
En ik moet zeggen: als ik Veerle in haar bikini op die auto zie liggen, denk ik toch bij mezelf: niet slecht gedaan. (lacht)‘
DE OSCARS
Zondag 2/3 vanaf 19.40 op Prime Star.
Open voor alle klanten van Telenet Digital Tv.
DOOR GEERT ZAGERS – ILLUSTRATIE SARAH VANBELLE
Producent Dirk Impens: ‘NIEMAND GELOOFT HET NOG ALS IK HET ZEG, MAAR ALLES WAT ER NU GEBEURT, OVERKOMT ONS GEWOON.’
Tatoeage-artieste Emilie Guillaume: ‘OM REALISTISCHE TATOEAGES TE TEKENEN, MOET JE ER JAREN MEE BEZIG ZIJN. HET IS EEN LEVEN, NIET IETS WAT JE ZOMAAR EVEN DOET.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier