Takashi Miike: ‘Ik ga de verkeerde kant uit’

Takashi Miike: gevlucht, vermist of gestorven bij de tsunami in Japan? Niemand die het weet. Wél zeker is dat Knack Focus onlangs een gesprek had met de man over zijn recentste film ‘Thirteen Assasins’ die binnenkort te bekijken valt op het Brusselse Internationale Festival van de Fantastische Film.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Op 11 maart rolde een allesverwoestende tsunami over Japan. Het thuisland van de Yen, sushi én samoeraifilms kreunt, bijna een maand na datum, nog steeds onder de zondvloed. De tol: bijna tienduizend doden. Twintigduizend anderen worden vermist. Onder hen ook de Japanse filmregisseur Takashi Miike.

Inmiddels gonst van de geruchten over de vermiste Miike. De zwartkijkers verklaarden de beeldenstormer al lang dood, de naïevelingen hopen dat hij thuis in zijn zetel ligt te genieten van een sake. Geen van beide scenario’s kan worden bevestigd. Wél is zeker dat zijn recentste film ‘Thirteen Assassins’ op het Brusselse Internationale Festival van de Fantastische Film zal worden vertoond. Naar aanleiding daarvan had Knack Focus een gesprek met de immer controversiële Takashi Miike.

Hoe kwam je erbij om een – euhm – normale film te maken, een remake van een Japanse sixtiesklassieker dan nog?
Takashi Miike: ‘Simpel: een producent vroeg het mij, ik werd er goed voor betaald en ik heb altijd al een periodefilm willen maken. Waarom precies deze? Of waarom een remake? Dat is het lot. Ik was amper drie toen het origineel uitkwam, het is dus vooral een film die de generatie van mijn ouders is bijgebleven. Het waren de hoogdagen van de Japanse filmindustrie en het studiosysteem draaide op volle toeren. De vraag was of we zo’n traditionele film nog wel konden maken, nu veel van die oude studio’s failliet zijn en je niet meer zo makkelijk aan paarden of getrainde zwaardvechters en ruiters geraakt. Vandaar dat ik niet te veel van het origineel wilde afwijken. Hommage brengen aan de samoeraitraditie was al lastig genoeg.’

Veel recente samoeraifilms gaan nochtans op een ironische manier met die traditie om.
Miike: ‘Omdat producenten altijd met iets nieuws willen uitpakken. Maar laat ons eerlijk zijn: Wat kun je, behalve digitale effecten, nog aan het samoeraigenre toevoegen? Er zijn al honderden, zo niet duizenden films in gemaakt, in alle maten en gewichten. Ik vind het boeiender om binnen de bestaande genrecodex iets stevigs en waardevols te maken dan om met allerlei blitse effecten uit te pakken. Als je enkel op nieuwigheden en technische innovaties bent gefocust, dreig je meer een uitvinder dan een regisseur of een verhalenverteller te worden. Dat lijkt me meer iets voor nerds.’ (Lacht)

De jongste jaren zijn je films ernstiger, gestileerder en minder choquant geworden. Vanwaar die ommezwaai?
Miike: ‘Ik ga de verkeerde kant op, ik weet het. Maar er zit wel een strategie achter. De strijd om artistieke vrijheid en tegen censuur is altijd een van mijn dada’s geweest. Die strijd kun je echter ook voeren door een betere regisseur te worden en een groter publiek te bereiken waardoor je bij producenten meer macht krijgt. Nu ik vijftig ben, besef ik ook dat ik zelfs tegen mijn tempo geen honderd films meer zal maken, zodat ik mijn aandacht beter verdeel. Door een grote productie als Thirteen Assassins koop ik bij wijze van spreken het recht af op drie kleine films waarin ik wél volledig mijn eigen zin kan doen. Maak je dus geen zorgen over mij. Ik heb nog altijd heel wat perverse ideeën in mijn hoofd zitten.’ (Lacht)

Veel van je J-horror collega’s zoals Hideo Nakata (‘The Ring’) en Takashi Shimizu (‘The Grudge’) staken de voorbije jaren de oceaan over. Is Hollywood niets voor jou?
Miike: ‘Ik heb al verschillende aanbiedingen gehad, maar ik wil niet tot een huurling gedegradeerd worden. Je wordt in Hollywood niet betaald voor je talent, maar voor één of twee jaar van je leven. Dat heb ik er niet voor over, zeker omdat minstens tachtig procent van die tijd aan onderhandelingen met acteurs en producenten opgaat, om van alle artistieke compromissen nog maar te zwijgen. Amerika is misschien wel ’the land of the free’, maar niet voor regisseurs. Kijk maar naar de Master of Horror-reeks waaraan ik een bijdrage geleverd heb. Die werd in de States niet eens op tv uitgezonden.’

Quentin Tarantino is één van je grootste fans. Heeft dat veel voor je internationale carrière betekend?
Miike: ‘Het heeft me zeker geholpen – de waardering is trouwens wederzijds. Alleen vond ik het wel jammer dat Tarantino net juryvoorzitter was in Venetië, waar Thirteen Assassins in competitie zat. Ik dacht meteen: ‘Fuck. Hij zal niet van favoritisme willen worden beschuldigd. Daar gaan mijn kansen op een Gouden Leeuw.’ (Lacht)

Tarantino noemt je een van zijn leermeesters. Wie beschouw je zelf als je voorbeelden?
Miike: ‘Mijn leermeester is Shohei Imamura, van wie ik indertijd nog assistent ben geweest. Niet zozeer qua stijl of inhoud, maar wel qua levensfilosofie en artistieke instelling. Zijn leven was een film op zich, en film was de enige manier voor hem om met het leven om te gaan. Van hem heb ik ook geleerd dat iemand anders kopiëren geen enkele zin heeft. Als je iets waardevols wil creëren moet je er je eigen persoonlijkheid inleggen. Vandaar dat hij me ook altijd aanraadde om twee à drie films per jaar te blijven maken, hoewel veel mensen vinden dat ik het beter wat rustiger aan doe. Ik leef snel en ik denk snel: ik moet dus ook snel filmen als ik mezelf op een authentieke manier wil uitdrukken.’

We houden je niet langer bezig. Domo Arigato!Dave Mestdach


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content