Recensie ‘Tracks’
Het woestijnavontuur vertelt het waargebeurde verhaal van een jonge vrouw die anno 1975 dwars door Australië trok in het gezelschap van hond, kamelen en (occassioneel) een fotograaf die haar vastlegde voor National Geographic.
Peter Weir zette in de jaren zeventig de New Australian Cinema op de wereldkaart met het bedwelmende Picnic at Hanging Rock, Nicolas Roeg gaf de aborginals een filmgezicht in de woestijnklassieker Walkabout. Philip Noyce trok op leven en dood langs the Rabbit Proof Fence. En nu is het de beurt aan John Curran – in Amerika geboren maar opgegroeid in Australië – om hommage te brengen aan de outback.
In zijn oerklassieke, zeg maar gerust wat oubollige woestijnavontuur vertelt hij het waargebeurde verhaal van Robyn Davidson, een jonge vrouw die anno 1975 dwars door Australië trok in het gezelschap van haar hond, haar kamelen en occassioneel ook een fotograaf die haar 2300 kilometer lange trektocht vastlegde voor National Geographic. Aan prachtige, cinemascoopbrede plaatjes van het Australische hinterland dan ook allerminst gebrek, noch aan een credibele leading lady – de immer overtuigende Mia Wasikowska – waarmee het twee uur lang aangenaam toeven is.
Alleen wordt het nooit zo spannend en beklijvend als de in bloed, tranen en vooral heel veel zweet en zand gedrenkte premisse doet vermoeden, terwijl Curran dan wel ontegensprekelijk een vakman is – denk ook aan zijn mooie, ‘Chinese’ doemromance The Painted Veil, met Ed Norton en Naomi Watts – maar hier tekent voor het soort oerklassieke, sentimentaliserende en met nodeloos veel pianoriedeltjes aangeregen old school cinema.
Goed maar niet groots, geheel in tegenstelling tot de Australische outback.
Dave Mestdach
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier