Het licht ontvlambare toneeldrama August: Osage County plaatst de fun terug in disfunctioneel, al (b)lijkt dat niet altijd de bedoeling.
August: Osage County **John Wells met Meryl Streep, Julia Roberts, Ewan McGregor, Benedict Cumberbatch, Chris Cooper
Depressies, dodelijke ziektes, drugs, echtscheidingen, overspel, hysterie, pedofilie, incest… Yes, ma’am, dit familiedrama naar Tracy Letts’ gelijknamige, Pulitzerprijs winnende toneelstuk bevat genoeg saillants om een paar seizoenen van een soapserie mee te vullen, of sterker nog: om Tennessee Williams op te geilen. Alleen lijkt regisseur John Wells dusdanig onder de indruk van de tornado aan intriges, emoties en onthullingen dat hij pardoes vergeet dat je de stukken van Letts, die eerder al Bug (2006) en Killer Joe (2011) verfilmd zag worden door de onvolprezen William Friedkin, best serveert met flink wat gitzwarte, uit allerlei lichaamsholtes spuitende satire.
Dat Wells, wiens claim to fame is dat hij de ziekenhuisserie E.R. bedacht, géén William Friedkin is, wiens claim to fame is dat hij The French Connection, The Exorcist, Sorcerer, Cruising, To Live and Die in LA en dus ook Bug en Killer Joe de filmannalen in brandde, is niet eens zo erg. Want hell, zelfs Scorsese is Friedkin niet. Wel pijnlijk, en een beetje hilarisch tegelijk, is dat Wells nooit de indruk geeft te weten wanneer je nu precies moet lachen of huilen, dat hij alles er dubbeldik op legt en zijn A-listcast zo veel ruimte geeft dat het een onvervalst campfestijn wordt en je Grote Namen tussen de tot op het bot uitgewrongen emootsies haast hoort roepen: ‘Hier met die verdomde Oscar!’
Wat op de planken een wrangkomisch drama is, dat om de familie Weston uit Osage County, Oklahoma wervelt die bijeenkomt om de patriarch te begraven, blijkt op film een braaf ingeblikte parade aan over-the-topprestaties. Julia Roberts is de oudste dochter des huizes die met haar tienergebroed, haar overspelige vent (Ewan McGregor) en zichzelf geen weg weet en heerlijk loos mag gaan met zinnen als ‘eat your fucking fish, bitch!’ Benedict Cumberbatch is het schlemielige neefje dat altijd al de risee van de machoclan is geweest en het stiekem met zijn oudere nichtje doet. Dermot Mulroney is de protserige patser die graag een grasgroen veertienjarig blaadje lust, ook al staat hij op trouwen met dochter nummer twee – Juliette Lewis in southern belle-modus.
Maar hoe hard, intens, luid en groots Roberts, McGregor, Mulroney en co. ook staan te acteren, allen worden ze weggeblazen door Meryl Streep als de terminaal zieke, pillenslikkende, kettingrokende en vitrioolspuwende matrone die geen enkel familielid in haar tirades ontziet. En dat met zoveel tics, maniertjes, grimassen en pruiken doet dat je verwacht dat Liz Taylor en Richard Burton op elk moment aan de familiedis kunnen aanschuiven. Dronken, en al bekvechtend uiteraard.
Wie niet vies is van een beetje overacting – excuus: veel overacting – ontdekt in August: Osage County dan ook een entertainend, met hilarisch sérieux gebrachte, zij het licht genetisch geplaagd achterneefje van klassieke Hollywoodbitchfights als The Little Foxes of Cat on a Hot Tin Roof. En ook al heeft Wells de schizofrenie van zijn film en Letts’ toneelstuk nooit onder controle, laat staan dat hij de groteske, psychotische onderstroom ervan echt hartstochtelijk durft te omarmen (wat Friedkin in Bug en Killer Joe wel deed, en hoe!): er zitten genoeg oneliners, showstoppers en faux pas in om twee uur sardonisch grijnzend in het groteske gezelschap van de Weston-clan te vertoeven.
‘Life is very long’ is de terechte, van T.S. Eliot geleende zin waarmee de film opent, al valt dat hier, met alle huilbuien en hysterie, best wel mee.
Dave Mestdach (@davemestdach)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier