‘Brussel is een proeflokaal voor de toekomst’, aldus jonge filmmaker Simon van der Zande

Beeld uit de kortfilm 'Merci pour votre patience!'

Oorspronkelijk ambieerde Simon van der Zande een carrière als filosoof, maar ‘analytische papers schrijven over gespecialiseerde concepten’ bleek dan toch niet helemaal zijn ding. Veel liever behandelt hij zijn favoriete filosofische vraagstukken over mens en maatschappij via film. Zo ook in zijn bekroonde kortfilm Merci pour votre patience!

Kortfilmfestival Leuven en Dalton Distribution bundelen elk jaar de crème de la crème in de ‘Best of Kortfilmfestival Leuven’. Afgelopen editie won jonge filmmaker Simon van der Zande (31) de prijs voor Beste Debuut met Merci pour votre patience!, een film over wel een heel ongemakkelijke busrit. Samen met vijf andere korte – maar krachtige – films, verschijnt Van der Zandes film binnenkort op het grote scherm.

Van der Zande studeerde eerst kunstgeschiedenis en filosofie in Amsterdam. Daarna beet hij zich vast in cinema en trok naar het Kask in Gent. Op Film Fest Gent won zijn film de publieksprijs en kreeg hij een speciale vermelding van de jury in de Belgian Student Shorts Competition 2022. Op GoShort, het internationale kortfilmfestival van Nijmegen – het grootste kortfilmfestival van Nederland – won Van der Zande de Young Jury Award en nogmaals de publieksprijs.

Had u verwacht dat Merci pour votre patience!, uw debuutkortfilm, in de prijzen zou vallen?

Simon van der Zande: Nee. Tijdens het maken had ik daar ook helemaal geen rekening mee gehouden. Ik was al blij dat ik mijn film kon laten zien aan een groter publiek. Dat het resultaat in de smaak valt maakt het wel geweldig leuk.

Waarover gaat de kortfilm?

Van der Zande: Het verhaal speelt zich af in een MIVB-bus in Brussel. Aan de eerstvolgende halte stapt Samuel in, een Congolese immigrant. Hij begint meteen een luide kritische redevoering over Europa en over hoe absurd de lakse houding van Europese burgers is, wanneer het gaat over racisme binnen de maatschappij.

Als omstander – en kijker van de film – voelt de situatie enorm ongemakkelijk. Een witte, Vlaamse man krijgt er genoeg van en stapt op Samuel af. ‘Ik begrijp je, maar er zijn kinderen op de bus, dus kan je wat rustiger aan doen?’, vraagt hij. Vervolgens denkt de man terug te kunnen gaan zitten, maar Samuel roept hem terug en het gesprek escaleert.

Heb je zelf wel eens zo een ongemakkelijke busrit meegemaakt in Brussel?

Van der Zande: Ja. Al duurde het geen kwartier en leek de roepende man dronken. Het vond ook niet plaats op de bus, maar op de metro. Wel sprak hij over racisme in Europa. Ondanks de minder heldere formulering van de redevoering, zat er een enorme waarheid in zijn boodschap. De situatie was heel oncomfortabel. Enerzijds voel je empathie, anderzijds heb je schrik om betrokken te geraken.

Vooral die afstandelijke blik van de omstander vind ik een heel interessant gegeven om mee aan de slag te gaan. De meest spannende dingen die we meemaken, maken we mee als toeschouwer. Door de rol van de omstander te vergroten kan je een soort extra dimensie geven aan de gebeurtenis. Zowel ‘wat gebeurt er?’, als ‘hoe gaan de mensen eromheen mee om?’

De film zet inderdaad aan tot nadenken en tot discussie: Wie handelt juist? Wat zou ik zelf doen?

Van der Zande: In filosofie moet één redenering overtuigend zijn, maar in film kan ik een situatie creëren waarin verschillende perspectieven naast elkaar bestaan. Ik wil bewust als filmmaker geen standpunt innemen. Het is een persoonlijk principe. Zodra ik overtuigd geraak van een mening zoek ik een manier om die terug in twijfel te trekken. Door de personages iets anders te laten zeggen of doen, maak ik het mezelf moeilijk het met een van de twee eens te zijn.

Zolang ik mijn eigen verwarring en onzekerheid over racisme en de koloniale erfenis helder communiceer, kan de kijker zelf aanvoelen waar die zich positioneert in de discussie. De film dwingt om een standpunt in te nemen, maar maakt het tegelijkertijd moeilijk.

Racisme is geen gemakkelijk thema om te behandelen tijdens een vijftien minuten lange busrit.

Van der Zande: Dat lukt de personages inderdaad niet goed. Samuel is misschien wat te opgefokt om te luisteren naar anderen en Mathias – zo denk ik dat we de witte man noemden – is misschien te bang om de discussie aan te gaan en wijst daarom op de vorm van het gesprek in de plaats van naar de inhoud. ‘Je bent aan het roepen, zo kan ik niet naar je luisteren’, zegt Mathias.

Ik denk dat veel witte mensen het ongemakkelijk vinden om over racisme te praten. Ik soms ook. Liever ben ik vrij van vooroordelen en stereotypes, maar dat is niet zo. Ik leef nu eenmaal in een maatschappij met racistische machtsverhoudingen, waarin vooroordelen en stereotypes nog elke dag worden herhaald. Witte mensen zijn misschien net zoals ik bang om dat te erkennen. Bang om in een gesprek erover een flater te begaan en daarom eerder het gesprek gaan mijden.

Als Mathias het, zoals hij zegt, eens is met Samuel, waarom geeft hij dan toch het beleefdheidsprotocol op de bus prioriteit over Samuels boodschap en Samuels emotie die daaraan verbonden zit?

Zal je volgende film zich opnieuw afspelen in de publieke ruimte van Brussel?

Van der Zande: Ja. Ik vind Brussel een heel inspirerende plek. In de stad zie je de gevolgen van de globalisering het eerst en het scherpst. Mensen met heel uiteenlopende culturele achtergronden moeten er samenleven in eenzelfde ruimte. Dat leidt tot frictie en net die spanningen kunnen een film super interessant maken.

Anderzijds is het een verrijking om mensen om je heen te hebben die anders doen en denken dan jezelf. Je ziet de weerspiegeling van jezelf in het verschil met de ander. Het kan aansporen om zelf in een onverwachte richting te groeien. Brussel is een van de meest diverse steden van de wereld en in die zin is het een soort proeflokaal, een voorproefje voor de toekomst. De toekomst is geglobaliseerd, nog meer dan het heden. We moeten manieren vinden om die wederzijdse inspiratie te voeden en te leren omgaan met fricties.

Van waar komt die fascinatie voor de openbare ruimte?

Van der Zande: Grappig. Tot vandaag had ik er nog nooit over nagedacht, maar zelfs mijn toelatingsproef voor KASK ging al over de publieke ruimte. (lacht) In die film wandelt en danst mijn vriendin vertraagd door de straten. Daartussen monteerde ik de indrukken van voorbijgangers.

De publieke ruimte is gewoon een super boeiende plek. Vooral omdat je daar onbekenden tegenkomt en je jou telkens moet afvragen: ‘Hoe verhouden wij ons ten opzichte van elkaar?’ Met bekenden is het een gewoonte, maar op straat moet je die relatie telkens opnieuw uitvinden.

Daarnaast is mijn vader stedenbouwkundige en mijn moeder studeerde sociologie. Dat zal er wel mee te maken hebben. (lacht) Thuis werd er veel over gebabbeld.

Welke cineasten hebben jou beïnvloed?

Van der Zande: Ruben Östlund. Vooral zijn eerdere films Involuntary, Play en Turist vind ik heel goed. Hij kijkt met een sociologische blik naar groepsgedrag en de spanning of gevaren binnen sociale situaties. Zijn films gaan over je reputatie op het spel te zetten en geen gezichtsverlies te willen leiden. Of over het ongemak dat mensen voelen ten op zichte van elkaar in die sociale dans. Hij kan het als geen ander. Onlangs was hij in Brussel en ik ging als ware fanboy met hem op de foto. (lacht en laat fier de foto zien)

Hong Sang-soo werkt ook rond dat sociale ongemak, maar dan op een heel lichte en grappige manier. Ik hou van zijn scènes met eindeloze gesprekken, waarin de verhoudingen tussen de personages tijdens het dialoog langzaam verschuiven. De films zijn low-profile en simpel. Gefilmd met een camera en een statief. Ik weet niet of ik het ooit zal kunnen, maar hij maakt twee tot drie films per jaar. Hij schudt ze uit zijn mouw. (lacht) Wel lijken ze enorm op elkaar en kan ik ze niet meer uit elkaar houden, maar ik kijk er heel graag naar.

De kortfilmwereld lijkt een aparte stiel. Is het uniek dat die van jullie zal verschijnen in de cinema?

Van der Zande: Toch wel. Je krijgt kortfilms zelden te zien buiten de context van een filmfestival. Ze komen nauwelijks op tv en zitten online vergrendeld achter paswoorden.

Ik ben vooral benieuwd of er nu andere mensen op zullen afkomen dan het publiek dat je tegenkomt op de festivals. Ik moet eerlijk toegeven, voordat mijn eigen film er speelde ben ik zelf ook nooit naar een kortfilmfestival geweest. (lacht) Maar het is super leuk en ik ga het blijven doen.

In een kortfilm kan je een verhaal nog net op een andere manier vertellen. Onder andere omdat je de spanningsboog minder lang moet volhouden. Je kan radicaler zijn in je keuzes. Daarom is het leuk dat kortfilmfestival Leuven dit elk jaar doet. Op deze manier komen kortfilms misschien op de radar van mensen die er nog nooit zagen.

Welke van de andere vijf geselecteerde films is je favoriet?

Van der Zande: Ze zijn allemaal fantastisch. Ik heb veel bewondering voor Noisetrain van Pol De Plecker die speelt zich af in een ijslandschap en is technisch ontzettend knap is gemaakt. La Chute van Sebastian Schaevers begint ijzersterk met een man met een bom in de bergen. Heel grappig en een knappe reflectie over de relatie tussen mens en natuur.

Ben je al bezig aan een nieuwe film?

Van der Zande: Ik ben al het een en het ander aan het verzamelen. Ik heb een idee voor een langere film over het leven op straat in Brussel. Mijn volgende kortfilm zal gaan over een man die opmerkt dat hij vanop een balkon wordt gefilmd door een mysterieuze camera en er alles aan zal doen om te zorgen dat het stopt. (lacht) Het zou een comedy moeten worden, maar het kan nog alle kanten uit. Ik pin me op niets vast, ik laat me leiden door de scène, het materiaal en de personages.

Best of Kortfilmfestival Leuven 2022 speelt vanaf woensdag 17 mei in de cinema.

1. La Chute – Sebastian Schaevers (Humo Award)
2. Noisetrain – Pol De Plecker (Jury en Cinematografie Prijzen Vlaamse Competitie Fictie, Pers Award)
3. Portrait of a Disappearing Woman – Nelson Polfliet (Publieksprijs Vlaamse Competitie Fictie)
4. The Fruit Tree – Isabelle Tollenaere (Jury Prijs Vlaamse Competitie Documentaire)
5. Merci pour votre patience! – Simon van der Zande (Prijs voor Beste Debuut Vlaamse Competitie Fictie)
6. Ice Merchants – João Gonzalez (Publieksprijs Europese Competitie)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content