Bas Devos over zijn nieuwste film Ghost Tropic: ‘Brussel moet niet per se beter worden’

Ghost Topic © Bedazzle
Sven Hollebeke
Sven Hollebeke Medewerker Focus.be

Slechts enkele maanden na de release van Hellhole, stond regisseur Bas Devos al op de Croisette in Cannes met zijn nachtelijke roadmovie Ghost Tropic. Na het serieux van die eerste had hij toch even nood aan iets anders: ‘Ik miste de lichtheid van studentenfilms.’

Schuilt er een workaholic in Bas Devos? Ook al beweert de cineast een luiaard te zijn, toch heeft hij twee films afgewerkt in een jaar tijd. Drie maanden nadat Hellhole, een beklemmend portret van Brussel post-aanslagen, in Berlijn gepresenteerd werd, mocht Devos al afreizen naar de Côte d’Azur om er zijn derde langspeler voor te stellen. ‘Supervreemd was dat. We hadden nooit de bedoeling de film in te dienen voor Cannes. Toen ik vroeg aan mijn team of we überhaupt de film wel konden afwerken in zo’n korte tijdspanne zeiden ze: neen, maar we gaan het toch doen! En dan nog te bedenken dat ze het voor geen geld deden!’

Intentioneel of niet, Ghost Tropic is misschien wel de positieve antithese van Hellhole. De premisse laat zich gemakkelijk samenvatten. Wanneer een vrouw in slaap valt op de Brusselse metro en aan de verkeerde kant van de stad belandt, moet ze thuis zien te raken. Devos orkestreert zo een warme stadssymfonie in een magisch belicht Brussel. Deze nachtelijke odyssee toont een humanistische zijde van de hoofdstad, die door omstandigheden imagoschade heeft geleden. Devos woont al bijna twintig jaar in Brussel en is het beu om zijn stad te moeten verdedigen. ‘Ik moét en kan de stad niet verdedigen. Brussel moet niet noodzakelijk slechter of beter worden. Het is een échte plek, met veel verschillende mensen. En als ik al iets zeg, dan dreig ik in de hoek te belanden van ‘naïeve, multicultuur liefhebbende, linkse rakker’. Misschien kan Brussel wel wat groener worden, met minder auto’s.’

De regisseur die in 2014 debuteerde met Violet hoopt dat Ghost Tropic een groot publiek bereikt, want hij is het beu dat de connaisseurs goochelen met termen als ‘arthouseparel’ of ‘cinefiel’. En we geven hen in dit geval geen ongelijk. Ghost Tropic is een nocturne die dienst kan doen als een warme soeplepel op koude winterdagen, voor iedereen. Of Devos toe is aan rust na een druk jaar? ‘Het zal nu toch wat langer duren, want ik ben niet van plan nog eens een film te maken zonder geld’, laat hij weten. Momenteel broedt hij op iets meer genre-achtig. ‘Al is genrefilm misschien een te groot woord’, grinnikt Devos.

Dat was snel! Hellhole was nog maar een paar maanden oud toen je al met Ghost Tropic stond te blinken in Cannes.

Bas Devos: Het was nooit de bedoeling zo snel te gaan. Ghost Tropic is er echt en stoemelings – om het in het Brussels te zeggen – gekomen. Al tijdens de afwerking van Hellhole voelde ik het gewicht van die film. Ik wou weer energie vinden! Sommigen vinden dat door badminton te gaan spelen op semiprofessioneel niveau, maar ik ben een luiaard. Fysieke arbeid zat er niet echt in (lacht). Dus ben ik gewoon iets heel simpel gaan schrijven dat we konden maken onder vrienden. Ik miste de lichtheid die bijvoorbeeld studentenfilms hebben.

Het was nooit de bedoeling om een tweeluik rond Brussel te creëren?

Devos: Totaal niet! Ik wou aanvankelijk iets schrijven waar ik niet te veel moest nadenken over de betekenis ervan. Ik was wel enorm geschrokken dat de mensen Hellhole zo hard vonden. Het klinkt misschien naïef, maar ik dacht dat ze meer menselijkheid en hoop zouden zien erin. Ze vernauwden de film tot de aanslagen in Brussel. Hellhole is veel meer dan dat! Ik portretteerde een Zeitgeist die meer dan alleen in Brussel te voelen was. Ik dacht dus: allez, dit kan niet het laatste woord over Brussel zijn!

Hoe kwam je bij de simpele premisse van een vrouw die in slaapt valt op de metro?

Devos: Geen idee eigenlijk! Ik pak heel graag de metro en val vaak in slaap op treinen. Ik herinner me wel dat een vriend van mij eens in slaap is gevallen tijdens een van de langste treinritten in België, van Oostende naar Welkenraedt. Hij werd wakker in Welkenraedt en heeft daar wandelend de nacht doorgebracht!

Je zei ooit dat je blij bent dat het er niet uitziet als een lowbudgetfilm. Ben je daar dan zo bang voor?

Devos: Niet echt, maar een van de vreselijkste woorden om over film te praten is de term production value. Dat woord moest afgeschaft worden! Natuurlijk wilde ik wel een film maken die er stond. Niet eentje waarvan je denkt: oei, die decors zijn wel wat povertjes.

Je had slechts 15 draainachten. Dat is heel kort. Liep er niks fout?

Devos: Toch wel! De eerste twee draainachten waren de scènes met de bewakingsagent. Tussen twee scènes in verplaatste hij een tafel. Het tafelblad schoot los, pats tegen zunne kop! Hij had een gigantische kap in zijn voorhoofd! En dan moesten we nog zijn close-ups draaien. Dus hebben we maar besloten om hem op zijn rug te filmen. Er bleef ook maar steeds een alarm afgaan in het winkelcentrum waar de draaiden. Ik dacht bij mezelf: shit, zijn we vertrokken voor zoiets? We’re doomed! Mar uiteindelijk liep daarna alles in orde.

Het hoofdpersonage is een moslima van middelbare leeftijd. Hoe belangrijk was dat?

Devos: Uitermate belangrijk. En dat kwam wel voort uit mijn ervaring op de set van Hellhole. Daar werkte ik met jongeren uit de Brusselse Modelwijk. Ik leerde hun moeders kennen. Dat was een grote confrontatie met mijn eigen vooroordelen. Die vrouwen zijn sterk en hebben een heldere blik op de wereld. Het is van belang dat dit geen film is over de identiteit van een moslima. Dat is niet aan mij om die film te maken, maar ik kan wel iets vertellen over de vrouwen die ik zie in mijn stad. En die als mensen portretteren. Ze bestaan te weinig in onze beeldcultuur.

Ben je op dat vlak een politieke filmmaker?

Devos: Ik probeer gewoon te zien hoe onze wereld in elkaar zit. Zonder oordeel of politieke gedachten. We spreken nog steeds sterk vanuit een dominant perspectief over de samenleving. Mijn films willen dat dominant perspectief onderuithalen, want het is gewoon achterhaald. Je kunt dat erg vinden en nostalgisch terugkijken, maar het is nu eenmaal zo. Ik maak geen cinema voor links of rechts, maar mijn films moeten wel de politieke realiteit erkennen.

Ik hoorde ook dat je je films niet graag in het hokje van de arthouse geduwd ziet worden?

Devos: Termen als “cinefiel” en “arthouse” doen meer kwaad dan goed. Dit is een film voor iedereen. Punt! Een zacht portret van een vrouw die we te weinig gerepresenteerd zien. Als je Ghost Tropic graag zag, vertel het dan door!

Ghost Tropic is nog op 14 en 16 oktober te zien op Film Fest Gent. De film verschijnt op 1 januari 2020 in de zalen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content