Theater op drift

Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Hoe zou Virginia Woolf zich gevoeld hebben enkele uren voor ze het water in stapte en de verdrinkingsdood langzaam tegemoet wandelde? Die vraag beantwoorden Sara De Bosschere, Jan-Joris Lamers en Peter Verburgt in ‘Ik in het blauw’. Zonder écht gerepeteerd te hebben…

The Play = Ik in het blauw

Gezelschap = De Roovers / Maatschappij Discordia

In een zin = Een dankzij die Mij. Discordia-methodiek uitzonderlijk teder portret van de existentiële wanhoop waar mensen mee kunnen kampen.

Hoogtepunt = Het moment waarop alle tafels, stoelen, kopjes en kannen zijn uitgestald, Lamers met een emmer naar voren wandelt en water op het zeildoek laat lopen. De druppels blijven druppels, net parels of tranen. De tranen van Woolf, misschien, voor ze een werden met het water?

Score = * * *

Quote = ‘Eigenlijk zouden er twee talen moeten zijn één voor wat we bedoelen en één voor wat niet anders gezegd kan worden. Het licht verandert en is dan weer weg. Waarom valt er in dit leven niets blijvends te ontdekken. Je zoekt en het ontglipt je. Ze zoekt en verdwaalt opnieuw zoals een kind dat een bal wil pakken en telkens voor zich uitschopt. Wat is het dan wel.’

Eigenlijk is het niet helemaal eerlijk om deze voorstelling – waarvan ik de première zag – te recenseren. Want dit stuk werd geheel volgens de aan de jaren tachtig ontsproten methodiek van Jan-Joris Lamers’ Maatschappij Discordia gemaakt: de voorstelling ontstaat pas in het bijzijn van het publiek.

Dat betekent dus dat ik er vrijdagavond getuige van was hoe Sara De Bosschere en Jan-Joris Lamers voor de eerste keer samen, met de tekst van Peter Verburgt en het uit oude zeilen, verweerde keukentafels en dito stoelen bestaande decor, de scène op stapten om de laatste levensuren van Virginia Woolf (en bij uitbreiding élke mens tijdens een uiterst wankel moment) te ensceneren. Er waren wel afspraken gemaakt maar zelfs die werden nog fluisterend of gewoonweg luidop bijgestuurd tijden het spelen zelf.

Het resultaat? Deze voorstelling over de laatste uren voor de zelfmoord van Virginia Woolf ademt evenveel verwarring, vertwijfeling en proberen uit als de laatste levensuren van Woolf. De Bosschere, die de meeste tekst voor haar rekening neemt, oogt zichtbaar ongemakkelijk bij zo veel vrijheid op de scène en zoekt tijdens het spreken algauw hetzelfde zitplekje aan een van de tafels op. Daar zegt ze haar tekst. Dat te veel aan vrijheid lijkt haar een beetje te verkrampen maar de moed die dit vergt, dwingt bewondering af.

De voorstelling begint en eindigt met het vouwen van een zeil zoals je een papieren bootje zou vouwen. Alleen: de twee stoppen met vouwen net voor het bootje ontstaat. Net zoals Woolf stopte met leven net voordat er een figuurlijke boot beschikbaar was om haar door de woelige wateren van haar zoveelste depressie te helpen. En net zoals Lamers en De Bosschere stoppen met spelen net voor er een al te duidelijke, eenzijdige scène ontstaat. Ze spelen geen scènes maar zetten scènes aan. Ze beginnen een beweging maar breken die even snel weer af. Enkel de woorden blijven komen. Net zoals bij Woolf: de woorden bleven komen maar haar bewegen stokte.

Het is even wennen aan deze nogal stroef aandoende manier van spelen, toch ligt de focus precies door deze speelstijl expliciet op het zoeken dat spelen (en leven) is. Toegegeven, de première deed de tekst van Peter Verburgt (een uitzonderlijk mooie tekst die van Woolfs existentiële verwarring heldere, filosofische poëzie maakt) niet altijd eer aan. De Bosschere zei de tekst gaandeweg op een iets te repetitief ritme waardoor het zelfs een beetje monotoon klonk. Maar, op zulke momenten was er Lamers om je oog op te laten rusten. Die laat met een pakkende concentratie en toewijding De Bosschere geen seconde los. Hij zoekt constant haar ogen op, omarmt haar wanneer nodig, fluistert woordjes toe of schenkt thee in. Hij is de man die Woolf zo nodig had in haar leven. Dat maakt Ik in het blauw tot een stuk waarin de Mij. Discordia-methodiek essentieel blijkt om zulk een bevreemdend maar zo uitzonderlijk teder, poëtisch en zelfs hoopvol portret te ensceneren van de existentiële wanhoop waartoe mensen gedreven kunnen worden.

Els Van Steenberghe

Meer info: www.deroovers.be en www.discordia.nl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content